Victor E. van Vriesland: Afscheid van de wereld in drie dagen
Het eerste wat men bij deze herdruk moet zeggen, is dat enige bekortingen, zeer goed aangebracht, het boek geconcentreerder, gaver, vlotter zelfs, hebben gemaakt. Van Vriesland's Afscheid was nooit werkelijk - of laat ons zeggen: was nooit zomaar - een roman. Het was het niet in de bedoeling, en niet in de techniek. Het boek maakte de indruk uit losse stukken te bestaan, ieder afzonderlijk met zorg geschreven, maar die lang naast elkaar in portefeuille gehouden waren. Een voorbeeld hiervan was de mijmering van de hoofdpersoon in de kerk, die men als gedicht in Voorwaardelijk Uitzicht terug kon vinden en die daar een van Van Vriesland's ontroerendste lyrische uitingen vormt: ‘Aanroep’. Ondanks alles juister als directe uiting van Van Vriesland dan van zijn hoofdpersoon Johan, ziet men met genoegen, en niet alleen omdat het als ‘dubbel’ aandeed, dit fragment bijv. uit de roman verwijderd. Evenzo de lange ontboezeming van de juffrouw op de bank tegen Johan, waarvan de stijl, ook als het onbetwistbaar blijft dat het leven zich aldus aan Johan kan hebben voorgedaan, slecht aanvaardbaar was binnen deze roman. Daarentegen spijt mij persoonlijk het ontbreken van de passage waarin Johan, in de tram zittend, zijn medereizigers bekijkt en zich met bevreemding afvraagt, wat hen ervan weerhoudt elkaar te verscheuren.
Een herlezing van dit Afscheid doet ons nauwelijks minder vreemd staan tegenover de hier uitgedrukte wereld dan een eerste kennismaking. Ongetwijfeld heeft de schrijver het zo gewild: deze voortdurende malaise, veroorzaakt door gegeven en vertolking, door de eindeloze contrastering van het onwezenlijke en de realiteit. Het gegeven is beklemmend, tegelijk eenvoudig en bizar: een ziener, die alles zou moeten hebben van een charlatan, kondigt iemand zijn dood aan binnen 3 dagen, en met deze ziener begint het al; daar hij zelf twijfelachtig is, blijft zijn uitspraak het ook, en de laatste regels van het