E. du Perron
aan
J. Greshoff
Tjitjoeroeg, 15 juni 1937
Tjitjoeroeg, 15 Juni.
Beste Jan,
Gelijk hiermee zend ik je een bespr. van ‘Indonesië’ (niet door mij) per aanget. post. Binnenkort volgen 2 stukken van mij: 1 over de mémoires van Djajadiningrat (zeer belangrijk) en 1 over Godée Molsbergen, Tijdens de O.I. Compagnie. Ik kom net van Batavia terug, waar het solliciteeren ditmaal serieus ‘vruchten’ schijnt te zullen opleveren. Of 1 Augustus a.s. òf 1 Jan. '38 heb ik iets. Zal je nader opgeven wat precies, als ik 't ook weetGa naar voetnoot**.
Dit in haast om je te vragen om een dokument, zoo gewichtig mogelijk, door jou en Vestdijk of J.v.N. onderteekend, ter verklaring dat wij, d.w.z. Bep en ik, vaste medewerkers zijn van G.N. Dit met het oog op een dgl. certificaat dat wij hier noodig hebben om 25% reductie te krijgen voor de treinen. We hèbben die zelfs al, want Bep rekende vast op een dergelijk papier van Schilt. En laat zich nu het ongehoorde feit voordoen dat de man het ons weigert. Voor ons is hiermee iedere medewerking aan Het Vad. zooals je begrijpen zult stopgezet.Ga naar voetnoot3. Maar nu moeten we wat anders hebben. Kan je De Groene ook om zooiets vragen? Stuurperluchtpost, - kosten voor mij. Heb je die mémoires v.D. ook al teruggestuurd? hij heeft ze nog niet.
Ik vergeet Ritman niet. Por hem spoedig weer aan. Ik wacht op antwoord en laat het nu hierbij. Zal spoedig uitvoerig schrijven. Hartelijk gegroet door je oude
E.