Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3654. Briefkaart aan D. de Vries: Bandoeng, 22 februari 193922 Febr. 's av. Geachte Heer De Vries, Dank voor de regels uit Van Haren en de stukjes uit de preek van Van Iperen. Van dezen laatste kan ik nu echt wel een aardig stukje maken (het mag maar kort zijn). Kunt u mij opgeven, als u mij die fraaie titel uit Van Overbeke zendt, wat de Bibl. nog bezit van Dirk v. Hogendorp? Ik heb hier Bergt en Stukken raakende den staat,Ga naar voetnoot1. enz. - het toneelstuk Kraspoekol, waarvan ik een getikte copie aan 't BG. gaf, heb ik niet noodig, - maar hebt u nòg wat? Ik meen dat ik eens een groot langwerpig rapport of zoo gezien heb, waarin ook wat stond over zijn ontvluchting. Mocht u nog iets anders vinden dan wat hierboven staat, wilt u mij dat dan zenden? Heeft Nix het pak boeken netjes teruggebracht? Ik gaf hem Naber, Riedl, Wybrands en nog wat. Met beste groeten uw EdP. | |
[pagina 110]
| |
P.S. Van Leur beweert dat op blz 100 van de Muze bovenaan, de ‘vijf Koebeesten blij’ moeten zijn ‘bij’. Kunt u dit in de O.I. TheeboomGa naar voetnoot2. nazien. Als het ook daar een drukfout is, is het een mooie, die blijheid is wel aardig, vindt u niet? |
|