Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3653. Aan J. Greshoff: Bandoeng, 22 en 25 februari 1939Bandoeng, 22 Febr. '39. Beste Jan, Ingesloten een mooi bericht over je vriend De Keizer en het drama van Clarens - dat lieve plaatsje, waar eens Sicco Roorda v. Eysinga zat en correspondeerde met Multatuli! Het stuk is van Veersema van De Ochtendpost.Ga naar voetnoot1. Aardig van hem dat hij mij gegevens wil verstrekken, maar voorloopig voel ik me door ploert DeKeizer evenmin als door smeerkanes Berretty geïnspireerd. Kan nog komen - als ik maar lang genoeg hier blijf. Ik zond je De Muze v.J. Comp. (graag een ‘pakkende’ bespr. in Holl. Weekbl.)Ga naar voetnoot2. en verder een allerliefst boekje Réflexions van Paulhan père, met een portret erin van Levet, om in je eigen ex. van diens vaarzen te doen. Hoe staan de Z. Afr. plannen? Schrijf nog even over Belonje. Als je de kans riskeeren wilt, ben ik natuurlijk bereid naar Batavia te gaan (d.i. nog 3 uur per trein van hier) en met hem te praten. Alléén praten kan helpen. Voor mezelf zou ik er niet over denken; maar als Aty en jij er eenig heil in zien... In je vorige brief veronderstelde je dat | |
[pagina 107]
| |
ik goed met hem was; ik zàg hem zelfs nog nooit. Het is... Dirk Coster in de ind. journalistiek. Natuurlijk wel 100 × beter dan Zentgraaff, maar toch... Enfin, ik wacht nog steeds op een brief van je, ook hierover. - Van Menno hoor ik ook opeens weer niets! Waarom? Drukte alleen kan het toch niet zijn; ik heb het óók verdomd druk! Bovendien hoeven 't geen brieven van 8 kantjes te zijn. Het Holl. Weekblad verschijnt hier ook niet meer. Was die eerste reeks soms een proefzending? Eerst kregen we 't bijna 3 × in de week, toen pal: stop. Werk las ik met plezier (nr. 1). Ook dat boekje van de jongeren over jou was in het soort alleraardigst; precies goed. Daarna kreeg ik de 2 boekjes van Ad. v.d. Veen, die ik ook geboeid las. (Zal erover schrijven.)Ga naar voetnoot3. Dat is dan zoowat alles wat uit Europa tot me kwam. - Wat Vestdijk in zijn inleiding van het echte van al die gekkigheden in v.d. Veen's Oefeningen zegt, is volkomen waar; en je merkt het als je dit ‘surrealisme’ vergelijkt met de verhalen van meneer Hendrik Cramer,Ga naar voetnoot4. die Le livre de Monelle en de bloederigheid à la Ribemont-Dessaignes door elkaar heeft geklutst en soms wel een aardig effectje bereikt, maar 8 op de 10 keer voor mijn gevoel nu van een ‘valschheid’ is om van te janken. Vraag: hoe komt het dat Jan Greshoff, die Celibaat van Walschap zoo onecht vindt, deze verhalen (schijnbaar) zoo waardeert? Dat zijn nu de mysteriën des literairen levens. Frans BastiaanseGa naar voetnoot5. viel me waarachtig mee! Het stuk van Van Eckeren over JanyGa naar voetnoot6. daarentegen is ergerlijk van onbenulligheid. Wàt heeft de man eigenlijk te reageeren op Jany's uitingen? wat heeft hij erover te zeggen? Niks. Precies niks. Hij zingt op gewijden toon een beetje Jany na en geeft dan nog twee christelijke kuchjes. Het is een bovenste beste, maar als schrijver mag je hem wat mij betreft op sterk water zeggen. Ik zou hem de Pitlooze willen noemen, dat geeft wel goed aan, geloof ik, wat deze brave is. Hoe Jany dergelijke lullificaties over zijn proza ‘waardeeren’ kan is me een | |
[pagina 108]
| |
raadsel. Niks zeggen en een zeker muziekje van zich geven, schijnt nog altijd genoeg te zijn voor sommige communies. Neem me dit kritiekje niet kwalijk; ik heb me geërgerd aan den tijd dien ik verloren heb met het conscientieus lezen van die x bladzij's. Ik zal het voortaan niet meer doen.
25 Febr. Daarnet krijg ik een catalogus van Sander. Ik verlang zeerGa naar voetnoot7. naar een ex. van je Gedichten 4e druk, uniform met die van J.v.N. Mijn Schand. in Holland bevalt me zelf nog maar zoozoo. Vooral 't eerste stuk is vol stroeve dingen. Ik werk er nog aan en schrijf ook nog van allerlei erbij. Met Dirk ben ik nu goed op dreef. Ach, ach, als we ongepest door ziekte en politiek nog wat door konden gaan - nù beginnen we wat te kunnen, geloof ik! Maar als ik nu ook in Z. Afr. kom... dan moet je toch zien of ‘ze’ me daar net zoo lusten als jou. Jij bent tenslotte een gezonde bohémien-achtige kankeraar, maar mij konden ze weleens als perverse intellectueel conspueeren. Van hier gezien lijkt Toon van den Heever mij zeer sympathiek, maar als je daar eenmaal zit vind je 't misschien een rotvent, terwijl je Uys Kriege of den ouden Celliers om den hals valt! Ik ben erg benieuwd hoe je 't stel schrijverds en het land en alles vinden zult. De levensstandaard schijnt er vervloekt duur te zijn. En dat laat je achteloos verzwegen. Ik schrijf je op deze stukjes papier, omdat ik geen ander dun papier heb, en dit zijn ook afvallertjes van dingen die Bep tikt (voor een vertaling van een boekje over ‘mooi zijn!’ - anoniem - waar ze wat aan verdienen wil; dwz. niet het boekje is anoniem: dat is van dr. Payot, maar de vertaling).Ga naar voetnoot8. - Ik ben nu weer druk bezig aan Dirk v.H., vond vele zeer vermakelijke details - hof-geroddel over Willem V, prinses Willemijn en den dikken hertog - in de mémoires van Van Hardenbroek. Dat toontje is niet weer te geven: het is Pepys en Holland, en misschien soms nog meer Goeree d'OverflaqueéGa naar voetnoot9. dan Pepys, maar zoo mogelijk droger. Als Dirk groot wordt, verandert de sfeer, maar vnl. dank zij hem. Ik ken v. Sch. in Holl. nog maar aflevering 1 in druk. Heb je aan V.H. & W. gevraagd mij een compleet stel revisie te zenden? Ik | |
[pagina 109]
| |
vroeg je daar uitdrukkelijk om en je zei dat het gebeuren zou, maar tot dusver is er niets. Ik zou erg graag zoo spoedig mogelijk die complete revisie hebben; zorg je er dus voor? Het beste is jou die copy te laten zenden, anders zeggen ze ja-ja en doen niks. Zend jij me die door. Dank, dank. Tot zoover, voor vandaag. Help me bidden dat ik een tijd ongestoord kan doorwerken. Ik word er telkens uit opgeschrikt, moet snertartikelen schrijven enz. Où sont les calmes jours d'antan?Ga naar voetnoot10. (Gistoux soms). Dag dag! Je E. |
|