Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3199. Aan H. Marsman: Tjitjoeroeg 30 mei 1937Beste Henny, Je krijgt maar heel kort antwoord, omdat ik net terug ben en hier van allerlei heb op te ruimen. Ongerekend nog de plezierige taak om de reis nu zooveel mogelijk in snertartikelen om te zetten.Ga naar voetnoot1. En Bep zit nu in die eindexamen-comm., dus ik geniet alleen van de indische nachten in dit oude huis. Ik heb ook een indigestie van al de 2e-rangs-menschen die we te slikken hebben gekregen en met hoeveel bombarie soms. Het stuk Kinderjaren heb ik nu in een aparte map gedaan, met je brief die daarover ging. Stuur me nu Proloog nog eens, want dat heb ik je al lang teruggestuurd!Ga naar voetnoot2. Tenminste, als je wilt dat ik alles compleet heb om 't nog eens over te lezen. Hierbij de blzij. over het zwemmen terug. Tracht die er in te zetten, want - dit overlezend - ik zag weer met ‘versche’ oogen hoe goed het is. Beter (geloof ik) dan het roeien. Dus eventueel zwemmen inpl. van roeien. (Het zwemmen was me trouwens bijgebleven, het roeien niet.)Ga naar voetnoot3. - Die scè ne voor de spiegel, hoewel voor een hysterische Duitsche toch wel goed, kan er uit. Over de Kunstkringen schrijf ik niet, want ik heb niet veel hoop op beter dan ik je al schreef: f 750.- en niet eens gegarandeerd. Ik heb nog niemand gezien en ben er niet rouwig om. Kom maar niet hier, in dit rotland.Ga naar voetnoot4. Of liever, neen, het land is niet rot, verre daarvan, | |
[pagina 453]
| |
maar wat een plebs is 't Europeanendom hier: even bot en lomp als in Holland, maar met 10 × meer verbeelding. Later eens beter. Neem dit nu voor lief. Het beste! ook voor Rina. Je E. Tjitjoeroeg, 30 Mei '37. |
|