Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3198. Aan L.P.J. BraatGa naar voetnoot1.: Tjitjoeroeg, 30 mei 1937Geachte Heer, Hierbij een teekening die ik inderhaast voor u maakte. Meestal krabbel ik alleen op allerlei vloeitjes en kladpapier, maar daarvan kan ik niets terugvinden. Greshoff moet een teekening van mij hebben die hemzelf voorstelt, met een schotsch hondje van porselijn op den schouder, geloof ikGa naar voetnoot2.; en Ter Braak heeft een teekening die vroeger als titelplaat heeft gediend voor de 1e druk van Een Voorbereiding (weinig bekend, want de oplage werd op een paar exx. na vernie- | |
[pagina 452]
| |
tigd). Als deze ‘compositie’ u dus niet bevalt, dan hebt u daar nog 2 kansen. Ik heb ook hier nog voor u gezocht naar oudere krabbels, maar ook die schijnen allemaal weg te zijn. Deze plaat heeft iets van Beardsley, iets van Rossetti, iets van Cocteau - maar zoo is-ie nu eenmaal uitgevallen. Als u hem niet te groot afdrukt, en liefst met zetsel encadreert, zal hij nog wel meevallen. Met vriendelijke groeten uw dw. EduPerron Tjitjoeroeg, 30 Mei '37. |
|