580. Aan J. van Nijlen: Brussel, 9 (dinsdag) september 1930
Maandagnacht.
Beste Jan,
Afgesproken dus voor morgenavond (Dinsdag), half 9 bij mij. Misschien is Willink er, misschien niet (hij kan morgen òf Woensdag komen).
Zou je voor mij mee willen nemen: Saturnus van Slau. Ik heb het noodig en mijn ex. is bij den binder.
Ik hoop dat je dit op tijd krijgt.
Tot zoolang.
Je Ed.