Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd351. Aan A. Roland Holst: Oxford,Ga naar voetnoot1. 5 november 1929Dinsdagavond. Beste Jany, We zijn één avond verder (ik schreef je vanmorgen). Ik zal je zeggen wat Eveline is: een typische Engelsche allumeuse - die haar ‘temperament in inkt omzet’ zooals jij zegt, en daarnaast gaat tot àlle bedrijven van de demi-vierge, d.w.z. tot alles behalve het laatste bedrijf. Daar ik hier weinig voor voelde, heb ik in den loop van heden twee curieuse brievenGa naar voetnoot2. gekregen (die ik je bij gelegenheid hoop te vertoonen als interessante specimina van het soort) - het gevolg is dat ik me ontzettend wee en misselijk voel en zonder haar verder te schrijven zelfs morgen naar Brussel, of althans naar Londen ga. Ik schrijf je over eenigen tijd nader, - antwoord dus niet meer hierheen maar naar Gistoux. Met een ferme hand steeds je Ed.
Deze geschiedenis is een beetje jammer geweest voor het ‘beeld’ dat ik mij gevormd heb, maar ik ben toch blij de zaak meegemaakt te hebben; het heeft me een alleraardigste kijk gegeven op een soort | |
[pagina 430]
| |
(Engelsche) vrouw. - Ik begrijp sommige dingen van Lawrence nu ook beter. En het ‘beeld’ blijft - in principe - onaangetast voortbestaan. Houd dit geheel vóór je: zeg maar dat je niets weet. |
|