Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd209. Aan A.C. Willink: Brussel, 20 oktober 1928Brussel, 20 Oct. '28. Beste Willink, Ik ben uit Gistoux weg en in Brussel terug, waar mijn adres is: 28 avenue Emile Duray. De photo's zal ik aan Van Hecke geven. Ik heb je geloof ik geschreven dat Variétés een speciaal Holland-nummer zou geven? daarvoor zal vnl. die heer Den Doolaard zorgen (hij heeft veel photo's), dien jij eens zoo mooi hebt hooren voordragen, en die van zichzelf Spoelstra heet. (Iedereen zegt dat het een erge geschikte jongen is,... jong-sportief-dichter enz.).Ga naar voetnoot1. Het laatste stuk van je vertaling eindigt met: ‘Greet kan ons niet hooren. Quaglia is vandaag vrijgelaten’. - ‘Vertel.’ Komt dat uit? Ik ben druk bezig met mijn vertaling van Les ConquérantsGa naar voetnoot2. (verwoed succes in Frankrijk, ± 10.000 exx. van verkocht, delireerende artikelen, enz!!); ik kan mij dus voorloopig hier niet mee bezig houden. Vertaal rustig voort en geef mij dan alles tegelijk; zooals ik werk breng ik het dan in één weekje in het net. Daarna kijk jij mijn redactie weer na met het oorspronkelijke ms. er naast. Misschien wil Blijstra er je af en toe aan helpen? | |
[pagina 286]
| |
Ik heb zijn hartelijke groeten ontvangen. Wil hem ervoor bedanken. En natuurlijk groeten terugdoen. (‘Als iemand je groet’, heeft men ons geleerd -) Tot nader! Steeds je EdP.
De gedichten van P.v. Ostaijen zijn uit. Zijn broer is dood.
P.S. Karel WijbrandsGa naar voetnoot3. ziet er in werkelijkheid veel gedeukter uit. Dit portret is van heel lang geleden en dan wschl. nog geflatteerd. Hij schijnt op het oogenblik volkomen seniel geworden te zijn. |
|