Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
207. Aan G. Burssens: Gistoux, 9 oktober 1928Gistoux, dinsdag. Beste Burssens, Natuurlik heb ik Paul's GedichtenGa naar voetnoot1. niet ontvangen! Die De Bock lijkt mij een rotvent in optima forma. Een veertien dagen geleden kreeg ik een kaartje met niets erop als: ‘Kan ik nog eenige exemplaren Poging tot Afstand bij u krijgen en tegen welken prijs?’ Of iets dergelijks; getekend: De Sikkel. Ik heb er natuurlik niet op geantwoord, en het beleefde verzoek in de prullemand gedeponeerd. Van Muls heb ik sedert lang mijn verhaal terug. Die antwoordt tenminste behoorlik, tot dusver. Gegeven die grote omvang van onze korrespondentie... Die arme Constant van Ostaijen!Ga naar voetnoot2. Heeft hij nog een ex. van de bundel gezien? Beste Burssens, wil jij je a.j.b. met dat exemplaar bezig houden? Dan ben ik tenminste zeker dat ik het krijg. Ik vertrek overmorgen trouwens van hier en ga voor de hele winter naar Brussel (zoniet op reis). Mijn adres is: 28 avenue Emile Duray, Ixelles-Bruxelles. Zend mij de bundel daarheen, wil je? Veel dank bij voorbaat en de hand van steeds je EdP. |
|