Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 142]
| |
88. Briefkaart aan P. van Ostaijen: Brussel, 29 oktober 1927Brussel, 29-10.27. ‘Mon cher ami!’ zoals de nette boekhandelaren hier zeggen; ik heb je lange brief ontvangen, waarvoor dank, en waarop ik uitgebreid zal antwoorden zoodra ik weer een eigen home heb: Donderdag dus of Vrijdag. - Zend mij, naar: 28 Avenue Emile Duray,Ga naar voetnoot1. Nutteloos Verzet als je het niet meer nodig hebt; als ‘document recommandé’; en de Barbaarse Dans. Ik zou dit laatste misschien door Stols kunnen laten uitgeven in enkele exemplaren; voel je daar iets voor? Evenzo een verhaal uit N. Verz. Bizonderheden hierover volgen. Minne's Zoete Inval is bij de binder; je zult daar dus wat op moeten wachten, maar ik zond je gisteren een D.G.W. en zend je morgen De l'Assassinat considéré comme un des Beaux-Arts van Thomas de Quincey (vert. Fontainas). Daarna iets anders, vmdl. De Verkeerde Kist van Stevenson (in Holl. vertaling). Daarna nog meer. We'll see. Pia is hier en houdt mij erg op; maar eerstdaags - deze week nog - volgt een lang schrijven. Houd je ferm en ontvang de hartelike groeten van je EdP. |
|