[32]
Inplaats van telkens weer de brieven te herdrukken van Abélard aan Héloise, die al door engelse juffrouwen in romanvorm worden naverteld, zou men in deze tijd vertalingen moeten verspreiden van zijn Scito te ipsum: terugkeer tot de ‘mens als maat van alle dingen’, en dat in de middeleeuwen, waarin het ‘ik’ voortdurend opgeheven wordt, waarvan de bekroning haast schijnt te moeten worden gezocht in een mystiek die het best dit ‘ik’ weet uit te drijven om in God opgenomen te worden. - Integendeel, zegt iemand, deze vergroting van het ‘ik’ in God is zelfs individualisties een triomf! - en de katolieke schoolmeester staat niet meer met een idioot gezicht wanneer hij verkondigt dat ‘alléén die persoonlikheden