[Ik denk niet dat hij ooit gevochten heeft]
Ik denk niet dat hij ooit gevochten heeft
Gezopen of geschreeuwd, of rondgehold
Maar wel, dat hij verstand had van genieten
Een bel esprit, die J.H. Leopold
Hij leidde jongens op tot erudieten
En dikwijls met aanwijsbaar resultaat
Hij bleef hun bij, als zij de school verlieten
Hij schreef met liefde en met rijp beraad
Als een die langzaam, stil, een wandkleed weeft
Zo werd hij ouder, steeds meer introvert
Naarmate het geluid tot leegte werd
J.H. Leopold (1865-1920) was niet miskend - hij werd vaak genoemd, en dan doorgaans met ontzag - maar weinigen lazen hem. Hij was classicus (van 1891 af leraar aan het Erasmiaans Gymnasium) en schreef poëzie die zeer dichterlijk en cerebraal was.
Dat hij van muziek hield, en er ook verstand van had, is in zijn werk terug te vinden.
Ook was hij gesteld op kinderen. In zijn vroege gedichten (hij debuteerde pas toen hij zowat 30 was) komt daardoor naast veel weemoed nu en dan levensvreugde voor. Gaandeweg werd zijn werk geheimzinniger en somberder. Erg sociaal was hij nooit geweest, maar zijn toenemende doofheid maakte hem tenslotte mensenschuw en bitter.
Dit alles neemt niet weg dat hij tot heden toe een zekere faam geniet als aestheet en intellectueel - dat zijn melancholieke kwatrijnen naar Omar Khayyam en zelfs het duistere Cheops meer aandacht krijgen dan tijdens zijn leven. Laatst genoemd werk is opnieuw verschenen, evenals Verzamelde verzen en Nabetrachtingen van een concertganger, en in Den Bosch geeft de Stichting Leopold een tijdschrift uit.