Schoonhoofs lust-prieelken(1624)–A.E. Drost, I.C. Wydstraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] [pagina 49] [p. 49] Victori-Liedt over Cupido, Op de Stem: Als Coridon en Sylvia. EY Cupido ghy lecker blint, Wat wilt ghy mijn doch tergen, U banden zijn stroo ick bevint, Alsmense veel wil vergen, Brekens tot stof, Sy vallen of, Alsmense veel wil verghen. 2. Eens had ghy my in u ghewelt En deed' mijn droevigh klagen, Maer d'reden heeft my vry ghestelt [pagina 50] [p. 50] Ghy kunt my niet meer plaghen, Al dijne Macht, Ick gans veracht, Ghy kunt my niet meer plaghen. 3 Ghy deed' dat een te wreede Maeght Ick blindelingh gingh Minnen, Maer dese Min heb ick verjaeght Wt hart ghemoedt en sinnen, Ick bense quijt, Hoe wel 't u spijt Wt hart ghemoet en sinnen. 4 Ghy treften mijn hart met een schight, Uoltrouwe Min gheduerigh, Mijn Nymph haer hart maeckten ghy light, Ontrou en wispeltuerigh, [pagina 51] [p. 51] Want ick bevint, Dat's is als wint, Ontrou en wispeltuerigh. 5 Cupido ghy zijt kints en sot, U doen is buyten reden, Ghy selfs met uwe dienaers spot, Vol van veel malligheden, U dingen kints, Die zijn alsints Vol van veel malligheden. 6 Nu dartel wight broot-droncken guyt, Wegh met u sotte grillen, Op Redens-Schildt u schight af stuyt, En s' doet u dwaesheyt stillen, D'reen doet u rom. [pagina 52] [p. 52] Nu komen om, En s'doet u dwaesheyt stillen. Liefd' stilt toorn. Vorige Volgende