'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij'
(2004)–Aernout Drost– Auteursrechtelijk beschermd1.5 Verantwoording van de analyseHet beeld dat in hoofdstuk 6 geschetst zal worden van Drosts ideeën ten aanzien van literatuur en literaire kritiek, zoals uitgedrukt in zijn kritieken, is ontstaan uit een combinatie van verschillende methoden om naar kritieken te kijken. Allereerst zijn de kritieken geanalyseerd volgens de methode die Olf Praamstra uiteengezet heeft in het artikel ‘De analyse van kritieken’ uit 1984.Ga naar voetnoot20 Daarna is | |
[pagina 28]
| |
geprobeerd om op grond van de verkregen gegevens een beeld te schetsen van Drosts ideeën over literatuur en literaire kritiek. J.J. Oversteegen (1982: 54) heeft gewezen op het subjectieve karakter van iedere poging om de literatuuropvatting van een criticus te beschrijven: bij de ordening van door analyse verkregen gegevens spelen selectie en interpretatie een cruciale rol. De subjectiviteit neemt nog toe, wanneer de gegevens uit de analyse met informatie uit andere bronnen, zoals bijvoorbeeld brieven of kennis van het leven van de criticus, worden aangevuld. Van deze subjectieve, essayistische werkwijze geeft Carel Peeters in de bundel Hollandse pretenties (1986), waarin hij een beeld geeft van de kritische ideografie van Nederlandse recensenten, enkele mooie voorbeelden. Ook Praamstra en Oversteegen blijken zich bewust te zijn van het belang van buitentekstuele informatie voor de beeldvorming. Hoewel Huets kritische oeuvre formeel het uitgangspunt van zijn beschouwing vormt, wijst Praamstra herhaaldelijk op feiten uit Huets persoonlijk leven (vaak ontleend aan brieven), die zijn opvattingen uit de kritieken zouden kunnen verklaren. En Oversteegen schrijft, als hij het over de functie(s) van literatuur heeft: ‘Vermoedelijk moet de hele (buitenliteraire) situatie in de analyse betrokken worden om de (tijdbepaalde) specifieke funkties uit al de beschikbare mogelijkheden te lichten’. (Oversteegen 1982: 59-60) Problematisch is dat geen van beide auteurs heeft aangegeven hoe de extra-literaire gegevens en de uitkomsten van de analyse met elkaar in verband gebracht kunnen worden. In de hierna volgende analyse zijn de gegevens uit de analyse van Drosts kritieken daarom slechts uiterst voorzichtig (en doorgaans in voetnoten) in verband gebracht met informatie over Hermingard van de Eikenterpen en de Schetsen en verhalen en over de literairhistorische context waarbinnen Drost schreef. Méér contextuele informatie is te vinden in de annotaties bij de betreffende passages. In de afdeling ‘Bronnen en correcties’ wordt bij elke tekst verantwoording afgelegd van de argumenten om een bepaalde tekst aan Drost toe te kennen. |
|