Dit zijn zonnestralen
(1873)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
[pagina 50]
| |
Hoe ligt het daar, op haren schoot,
Wat is het bleek, het arme wicht!
Mijn broederken is bijkans dood,
Dat nog op ons zijne oogen richt.
Wat ziet het bleek, het arme wicht!
Het legt zijn hoofdje moede neer
Terwijl 't op ons zijn oogen richt;
Want het bemint ons nog zoo teer!
Het legt het moede hoofdje neer
En zoekt in moeders armen rust.
Ach! het bemint ons nog zoo teer:
Het heeft ons gistren nog gekust...
Nu zoekt het bij de moeder rust.
Het wilde,.... maar en kan niet meer,
Het heeft ons gistren nog gekust:
Omarm ons, lieve, nog een keer!
Het wil wel, maar het kan niet meer!
|
|