Het is me het humanisme wel
Ben Hoffschulte
Een jaar of veertien geleden heb ik mr. G.E. Langemeijer eens de schrik op het lijf gejaagd door te beweren dat voortplanting moord, althans doodslag is, namelijk het verrichten van een handeling de dood tot gevolg hebbende. Het was een eenvoudige uitbreiding van juridische logica die kennelijk niet strookte met gangbare humanistische vooroordelen
Toch valt er niet te ontkomen aan de conclusie dat voortplanting, indien het vaststaat dat de dood in alle gevallen het einde is, een misdrijf zonder verontschuldings- of rechtvaardigingsgrond is, waarvoor allen die zich eraan bezondigen onverwijld onder arrest zouden moeten worden geplaatst. Er zijn dan ook geen redenen aan te voeren voor een soepel vervolgingsbeleid.
Indien er echter een mogelijkheid bestaat dat menselijk leven de dood overleeft zou men, met het oog daarop, enige souplesse kunnen toepassen. Deze mogelijkheid is de enige weg voor menselijke samenlevingen om aan moordende tanatocratische decadentie te ontsnappen en onverschilligheid ervoor staat dus gelijk met medeplichtigheid aan moord, althans doodslag. Er bestaat dan ook geen recht dat naar