Drion eens dat mensen de gelegenheid zouden moeten hebben om zich - als er niets anders op zit - op waardige, niet pijnlijke en niet gruwelijke wijze te doden. Er zijn echter een aantal overwegingen die mij er toe bewegen enkele bedenkingen te uiten tegen de uitwerking van Drions plannen en eigenlijk ook tegen zijn enigszins beperkte voorstelling van het ontstaan en uitgroeien van suicidale verlangens.
In mijn onderzoek en praktijk heb ik van dichtbij suicidale ontwikkelingen mogen meemaken, zowel van personen die daarna suicide plegen, als van degenen die van dit voornemen afzagen. Deze ervaringen hebben mij geleerd dat in het afwegingsproces van voors en tegens van suicide nogal eens andere dan uitsluitend rationele overwegingen optreden. Waar ik vaak mee geconfronteerd ben zijn uitspraken als: ‘ik ben mijn kinderen alleen nog maar tot last’, ‘ik heb helemaal geen waarde meer voor de samenleving’, of ‘het is voor iedereen beter als ik er niet meer ben’, of gedachten van gelijke strekking die bij nader inzien door een depressieve gemoedstoestand ingegeven blijken te zijn.
Ik heb vele malen gesproken met mensen die een uiterst rationele afweging presenteerden omtrent hun voornemen tot suicide. Toch is het mij niet zelden gelukt om door middel van een paar gesprekken het voornemen te helpen afwenden. Naar later bleek ook met hartelijke instemming van betrokkenen. Onder de oppervlakte van de rationele afweging blijken toch vaak hopeloosheid en wanhoop, crisis en verward-