moeten stellen zonder een controle van hun doodsverlangen, een extra risico lopen om te overlijden aan een impulsieve suicide die wellicht te voorkomen zou zijn geweest als er op het juiste moment een barrière tussen gedachte en daad zou zijn opgeworpen.
Want uiteindelijk zit hier toch de kern van het vraagstuk: hoe ambivalent is de persoon in zijn doodsverlangen? Wat weten wij eigenlijk van de achtergronden, kenmerken en motieven van oudere mensen die suicide plegen? Onder suicidale ouderen zijn drie typen te onderscheiden. Allereerst de ongeneeslijke, al dan niet dodelijk zieke patiënt. Van belang is het om hier op te merken dat veel ongeneeslijk zieke patiënten géén verzoek om euthanasie doen of om hulp bij zelfdoding vragen. Velen kunnen kennelijk ernstige pijnen verdragen. Wellicht is het niet uitsluitend de pijn of de ziekte die mensen motiveert tot een doodsverlangen, maar is het de psychologische betekenis hiervan die de doodslag geeft. Pijn kan veel dingen betekenen, zoals verlies van controle over emoties, angst voor verlies van waardigheid tegenover anderen, angst voor extreme afhankelijkheid, en niet te vergeten de angst anderen tot last te zijn.
Een tweede categorie wordt gevormd door personen met een chronische problematiek van psychiatrische opnamen en behandelingen, eerdere suicidepogingen, verstoorde relaties met anderen, eenzaamheid, en niet zelden ook alcoholisme. Door hun uiterst moeilijke gedrag hebben zij vaak anderen van zich vervreemd en zijn in een sterk geïsoleerde positie