De beweging der vroeg-merkt, der melk-, eijer- en botervrouwen is my altoos als een belangwekkend tooneel voorgekomen. En zeggen, dat er menschen in de steden zyn, die nooit dit bewonderenswaerdige vertoog aenschouwd hebben! Zeggen, dat er menschen in de steden leven, die nooit den opgang der zon bewonderd hebben, omdat zy, het order de natuer willende verkeeren, des nachts zich vermaken en het schoonste gedeelte van den dag verslapen!...
Op dit uer zeggen wy, was de landman reeds lang aen het volbrengen der inzigten zyns Scheppers; hy werkte!... Hy werkte voor de aerde, en de aerde gaf hem volle regt tot bestaen!....
In de stad begon eerst de beweging algemeen te worden, toen de zon hare schyf hoog genoeg had gevoerd om hare stralen schuins over de daken der hooge gebouwen in de enge straten te kunnen schieten, en den slaep der verwyfde stedelingen door haer licht te kunnen stooren.
In den gang der B....straet kon men het helder daglicht eerst om half voormiddag ontwaren. Zoo eng, zoo besloten was dit menschelyke verblyf, dat het er, in de volle lange zomerdagen, slechts op de middaguren volkomen licht was; des winters hadde men wel gansche dagen licht mogen branden om er het huiswerk te kunnen verrigten.
Alles bleef in het kroegjen den Haen nog rustig.
Een flauw schemerlicht begon eerst langs boven in het enge straetjen te vallen en door de grauw-witte gordyn van het venster te schieten, toen Johan uit zynen bedwelmslaep opsprong, zich de oogen wreef, zyne blikken verwilderd rondom zich sloeg, en dan, als een zinnelooze, staroogend staen bleef!.... - Waer ben ik?.... vroeg hy zich na eenige stonden af, en zyn nog zwymeldronkene geest kon hem niet dan eene verwarring van erinneringen voorspiegelen.