hertog Filips ontving hem gulhartig, en verleende hem hoffelyk het kasteel van Genepiën. Karel van Charolois, 'sHertogen zoon, verbond zich hartelyk met den gebannen Dolfyn, en geloofde lang aen zyne echte vriendschap, hoewel men hem dikwyls zeide: ‘Uw vader koestert daer eene slang, die u vroeg of laet hinderen zal.’ Maer in dien tyd was de Graef van Charolois nog jong en vol hartstogtelyke gevoeligheid; beroofd van ondervinding en van die staetkundige voorzichtigheid, welke eenige jaren later door Machiavel zou in gebruik geraken, kon de jonge prins zich niet inbeelden dat Lodewyk eens zyn grootste vyand worden zou. -
De zomer was in vollen bloei; een schoone junydag lachte de stad Leuven toe, die geheel in rep en roer stond, en waer byzonderlyk de onderscheiden ambtenaren van de hooge School het lastig hadden. In de groote zael van de Halle stonden in het beste gewaed gedoscht, geheel in zyde en fluweel: de Rector magnificus, de Kanselier der Universiteit, de Sekretaris en de Professoren, met één word, al wat eenig gezag bezat in de Alma Mater, de vierkante muts op het hoofd: op aller gelaet was het te bespeuren dat er iets onverwachts en plegtigs moest plaets grypen. De studenten, toenmaels zeer talryk, beschouwden met het genoegen van jonge en spottende lieden, het bekommerd gezicht van den heer Kanselier, die gedurig eene rol papier in zyne handen kronkelde, en met ongeduld omkeek.
Men wete dat die hooggeleerde personnaedje gelast was met het uitspreken eener opgeblazene redevoering ter eere van Karel van Charolois en van den franschen Dolfyn, dien men sedert twee uren reeds in de vergadering verwachtte. Men was reeds ongeduldig geworden over de late komst van deze aenzienlyke vorstenzonen; de bacheliers hielden niet op van met des bezweeten redevoerders roode wangen te lagchen; de Rector had de Universiteitsboden menigwerf uitgezonden om de aenkonst van Karel en van Lodewyk te vernemen; en de angstige Kanselier had reeds zyne geïmproviseerde lofrede een tiental keeren overlezen.
Eensklaps hoort men klaroen- en trompettengeschal weêrgal-