- Habah! merkte Fietjen op, ziet gy niet dat hy razend jaloersch is!
- Ja, ja, jaloersch als een duivel! klonken eenige stemmen.
- Jongens, sprak zeer luid Jan de Spetter, het is tyd dat wy gaen; neemt uwe fuzieken, wy zullen voor het gemeentehuis wachten.
Elk schikte zich naer Jans uitnoodiging; voor het gemeentehuis krielde het van volk.
Eene halve uer later naderde de bruidstoet. Klaes en Nathalia traden vooraen; daer achter Welmoed met zyne gade en een viertal getuigen.
Op het oogenblik dat de stoet het gemeentehuis binnen trad, werden zes geweerscheuten gelost, als voorteeken van wat men 's anderdaegs, als het huwelyk in de kerk moest gesloten worden, duchtig vieren zou.
Korts nadien kwam de eerste magistraet der gemeente, en achter hem sloop een oud wyf met tygersblikken, die onder een zwarten kapmantel flikkerden, het gemeentehuis binnen.
De burgemeester groette het gezelschap met geveinsde beleefdheid, en nam plaets voor zyn bureel.
Hy opende het wetboek en las eenige artikels, betrekkelyk de huwelykspligten, voor.
Nadat de pligtplegingen tot dus verre vervuld waren en er niets meer te doen bleef dan de handteekeningen te eischen, trok de burgemeester met belangwekkende gebaerden een papier uit zyne brieventasch en sprak: