d'Enchuyser Ybocken(1666)–Femme Gerbrantsz. Drieduym– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio A4r] [fol. A4r] Op d'Enkhuiser YBokken of Stightelyke Gesangen Van de Sterre-kundige Mr. Femme G. Drieduim. GEslepen brein dat boven 't Wolke-spoor De Onder-vloer der schone Opper-hemel, Doortinteld met het lieflijk Ster-gewemel, Liep menighmaal nau-keurigh door en door, Terwijl het kon van aardsche saken hand'len, Wist d'hoge kreits des Hemels te bewand'len; [Folio A4v] [fol. A4v] Daar vond het in die Koninghlijke Tent De Bruidegom die 's Morgens aangenamer Te voorschijn komt uit sijn doorlughte kamer, Van waar hy fluks het hoogh gespan door-rend; Om, met een stoet van blinkende Trawanten Sijn dagh-karos van 't Oost in 't West te planten. Die loop neemt Drie-duim op een duim-breed waar, En weet die held sijn stappen na te reekenen; Geleid hem langhs de twalef Hemels-teekenen, En let waar dat hy huis-vest 't gantsche Iaar: Maer wijl hy staard op dees geheimenissen, Soo komt hy tot het teeken van de Visschen. Dit vat sijn Pen, en schaft Enkhuiser Spijs, Die smaak'lijk is voor Iongen en voor Ouwen, Dees Bokkingh kan de swakste maagh verdouwen, [Folio A5r] [fol. A5r] Dit maakt haar onwaardeerelijk in prijs. d'Y-Bokkingh wordt in Winter-maand gepresen, Maar dese zal ook 's Somers tijdigh wesen. H. vander Meer. Vorige Volgende