d'Enchuyser Ybocken(1666)–Femme Gerbrantsz. Drieduym– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio A3r] [fol. A3r] Op de soete Gesangen Van Mr. Femme Gerbrantsz. Drieduym. YBokken, die sigh best laat vangen Des Winters in de Zuyder-zee, Omtrent Enkhuysen op haer Ree, En daar gedroogt in hare Hangen Door't gantsche land wert omgesonden, Is sulken smakelijken visch, Dat die ook op der Grooten disch Voor vry wat lekkers wert gevonden. Dogh soo daar ooyt of ooyt voor desen Ybokken op uw' tafel quam, [Folio A3v] [fol. A3v] Waar in uw' smaak genoegen nam, Die waardigh was te zijn gepresen; Ghy sult nochtans met my getuygen, Soo slechts u smaakt een soet Gedicht, Dat ook in droefheyt 't hert verlicht, En daar men honigh uyt kan suygen, Dat geen gekost by Griet of Evert, Hoe soet, hoe goet, hoe puyk die was, By dien Ybokken komt te pas, Die Meester Femme Drieduym levert. Ivert Recht. Vorige Volgende