Critiek op de tweesprong
(1952)–D.A.M. Binnendijk, S. Dresden–
Auteursrecht onbekendS. Dresden en D.A.M. Binnendijk, Critiek op de tweesprong. J.M. Meulenhoff, Amsterdam 1952
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Critiek op de tweesprong van S. Dresden en D.A.M. Binnendijk uit 1952.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, II, VI, 40, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
S. Dresden & D.A.M. Binnendijk
CRITIEK OP DE TWEESPRONG
[pagina I]
CRITIEK OP DE TWEESPRONG
[pagina III]
S. DRESDEN EN D.A.M. BINNENDIJK
CRITIEK OP DE TWEESPRONG
VERTOOG IN BRIEVEN
[pagina IV]
Copyright 1952 by S. Dresden & D.A.M. Binnendijk
[pagina 37]
Colophon
[pagina 38]
Critiek op de tweesprong
vertoog in brieven door S. Dresden en D.A.M. Binnendijk is in de zomer van 1952 naar aanwijzingen van Jan Vermeulen gezet uit de letter Perpetua van Eric Gill en gedrukt door N.V. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen. Het is als vijftiende deel van De Eik uitgegeven door J.M. Meulenhoff te Amsterdam
[pagina 39]
BIBLIOGRAPHIE VAN S. DRESDEN
| l'artiste et l'absolu. Paul Valéry et Marcel Proust, 1941. Uitv. |
| existentiephilosophie en literatuurbeschouwing, 1946. Uitv. |
| moderne franse romankunst. Inaugurele rede, 1947. Uitv. |
| bezonken avonturen. Essays, 1949 |
| montaigne. De spelende wijsgeer, 1952 |
BIBLIOGRAPHIE VAN D.A.M. BINNENDIJK
| herman van den bergh. Inleidend essay bij ‘De Spiegel’, 1925. Uitv. |
| het andere land. Gedichten, 1930. Uitv. |
| prisma. Bloemlezing met inleidend essay, 1930. Uitv. |
| commentaar. Beschouwingen en critieken, 1931. Uitv. |
| onvoltooid verleden. Gedichten, 1936, 1ste druk; 1938, vermeerderde 2de druk. Uitv. |
| zin en tegenzin. Beschouwingen, 1939. Uitv. |
| mijn en dijn. Gedichten, 1941. Uitv. |
| gewikt, gewogen. Critieken, 1942. Uitv. |
| oog in oog. Gedichten, 1946 |
| een protest tegen den tijd. Inleiding tot de poëzie van P.C. Boutens, 1946 |
| forma formans. Beschouwingen, 1947. Niet in de handel. |
| tekst en uitleg. Beschouwingen over poëzie 1950, (herziene tekst van drie deeltjes, eerder verschenen in 1941, 1942 en 1946). |
| randschrift. Verzamelde critische beschouwingen, 1951 |
| dichters van dezen tijd. Bloemlezing, 18e druk, 1951 |