| |
| |
| |
De blik vooruit
In de hongerwinter van 1944 op 1945 is Drees op een donkere avond,
op weg naar zijn onderduikadres, in een Amsterdamse gracht geraakt. Door
lichtseinen te geven met zijn ‘knijpkat’ trok hij de aandacht van een
brugwachter, die hem redde. Drees moest enige weken het bed houden en in die
tijd dicteerde hij een program van de politiek, die hij na de bevrijding
nodig achtte. In April 1945 is dit program met een inleiding, als speciale
uitgave, in het illegale sociaal-democratisch orgaan ‘Vrije Gedachten’
illegaal verspreid.
Gedurende de bezetting zijn van sociaaldemocratische zijde verscheidene brochures
in het licht gegeven, waarin de toe-komst werd besproken. Staatkundige,
economische en sociale vragen zijn daarin behandeld. Tot nog toe is echter,
ondanks wensen, die herhaaldelijk zijn geuit, geen omlijnd urgentieprogram
gepubliceerd.
Daarvoor hebben in hoofdzaak twee motieven gegolden, die ook nu hun betekenis nog
niet hebben verloren.
Het eerste is, dat geen gezamenlijk beraad van de gehele beweging mogelijk is,
terwijl bovendien de doorbreking van alle vroegere verhoudingen als gevolg van
de oorlog aanleiding geeft de vraag, hoe aan het democratisch socialisme in
Nederland een zo breed mogelijke grondslag is te geven, opnieuw en onbevangen
onder de ogen te zien. Overleg daarover is gevoerd en zal na de bevrijding in
ruime kring zijn voort te zetten. Daarbij zal ook het beleid voor de naaste
toekomst een onderwerp van vrije discussie moeten kunnen zijn. Het zou mede om
die reden onjuist zijn een program daaromtrent thans als partijprogram te doen
verschijnen.
| |
| |
Het tweede, dat zwaarder weegt, is de voortdurende wisseling in omstandigheden
zolang de oorlog voort duurt. Om het sprekendste voorbeeld te noemen: de zware
slagen, die ons volk en ons land na September 1944 hebben getroffen, zullen
lange tijd hun invloed doen gevoelen op wat er kan en moet worden gedaan. Vóór
September zouden veel meer arbeiders dadelijk in eigen vak in het normale
bedrijfsleven hebben kunnen werken dan voorlopig het geval zal wezen, nu zoveel
verwoest is, zoveel machine-installaties, zoveel grondstoffen-voorraden, zoveel
spoor- en tramwegmateriaal zijn weggehaald, terwijl bovendien brandstoffen,
electriciteit, gas voorlopig wellicht nog zullen ontbreken. Ook het
voedselprobleem en de vraag hoe de gevolgen van de ondervoeding tegen te gaan
zijn veel dringender geworden. De economische, sociale, financiële mogelijkheden
zijn niet meer dezelfde.
En de internationale verhoudingen, waaronder Nederland zal hebben te werken, zijn
niet te overzien zolang de oorlog duurt. De Krim-Conferentie heeft enige
opheldering gebracht, maar wat van Europa, wat in het bijzonder van Duitsland
zal worden, is nog grotendeels onbekend. En toch zal dat ook op het toekomstige
lot van Nederland een diepgaande invloed hebben.
Zo is er veel meer. Welke schadeloosstelling Nederland zal verkrijgen, welke
medewerking het van geallieerde zijde heeft te verwachten bij zijn wederopbouw,
wat in Engeland is voorbereid, welke mogelijkheden er zullen zijn voor onze
uitvoer, over welke middelen Nederland nog beschikt om invoer uit het buitenland
te betalen, hoe groot de schuldenlast van de Staat zal zijn, het is alles niet
of onvolledig bekend.
Het vaststellen van een urgentieprogram in de oude zin zou dan ook thans nog
voorbarig zijn.
Aan de andere kant is het een voor de hand liggende plicht zich te bezinnen, niet
alleen omtrent de beginselen, waarnaar gehandeld dient te worden, maar ook
omtrent de hoofdpunten van het te volgen practische beleid. Het spreekt vanzelf,
| |
| |
dat dat van sociaaldemocratische zijde is geschied. En nu
eindelijk de bevrijding waarlijk in zicht is, wordt het urgent gelegenheid te
geven tot overweging in ruimer kring.
Uit dat oogpunt moet men dit geschriftje bezien. Het is niet een vastgesteld
definitief program. Het zal straks in de beweging en in overleg omtrent
vernieuwing een onderwerp van gedachtenwisseling kunnen uitmaken. Het zal
tevens, als wij beter weten in welke verhoudingen wij hebben te arbeiden, verder
zijn uit te werken en scherper kunnen worden omlijnd. Het is ook niet gesteld of
bedoeld als een program van eisen, samengevat in korte, pakkende leuzen. Wij
zullen zeker in de toekomst nog alle reden hebben om strijd te voeren en voor
bepaalde eisen op te komen, maar tegenover de nood, waarin heel ons volk
verkeert, gaat het er allereerst om onzerzijds een constructieve bijdrage te
leveren tot het werk van herstel, wederopbouw en maatschappelijke vernieuwing.
Om al deze overwegingen is niet gesproken van een urgentieprogram of een program
van eisen, maar van richtlijnen voor het te voeren beleid. Richtlijnen, die ook
in hun vorm niet ten volle een programkarakter dragen, maar waarbij naast
programmapunten nu en dan ook een kort betoog voorkomt. (Kort, omdat verdere
uitwerking in andere, grotere geschriften zal volgen.) Voorts is niet gepoogd
alle vraagstukken te behandelen, die zich in het staatkundige leven zullen
voordoen, maar is de aandacht in hoofdzaak geconcentreerd op hetgeen direct
samenhangt met de ontwrichting, die het gevolg is van de oorlog en met de
maatschappelijke omvorming, die wij geboden achten. Daarbij zijn echter wel,
naast wat reeds in de eerste tijd na de oorlog te beslissen valt, ook
onderwerpen behandeld, die eerst later in de volle omvang aan de orde zullen
komen. Het gaat om richtlijnen, die in de toekomst kunnen worden doorgetrokken.
Uiteraard draagt menige formulering niet een specifiek sociaaldemocratisch
karakter. Stellig zijn op verschillende pun- | |
| |
ten opvattingen
weergegeven, die in brede kring worden gedeeld en die ten dele reeds zullen zijn
uitgewerkt in concrete voorstellen, in Londen of hier op wens van de Regering
voorbereid.
Anderzijds zijn enkele punten ter sprake gebracht, waar-omtrent ook binnen de
sociaaldemocratie geen eenstemmigheid bestaat. De schrijver van deze richtlijnen
is een overtuigd tegenstander van annexatie door Nederland van Duits
grondgebied, zowel op grond van algemene beginselen als uit over-wegingen van
Nederlands en Europees belang. De sociaal-democratie is in het algemeen ook
sterk gekant tegen grenswijzigingen tegen de wil van de bevolking, die er bij
betrokken is. Hij is er zich echter van bewust, dat de ontzaggelijke schade, die
de Duitsers ons land hebben berokkend, ook sommige sociaaldemocraten doet neigen
tot medewerking aan een gebiedsovergang van Duitsland naar Nederland. Over dit
punt en over verschillende andere zal straks gedachtenwisseling ook in eigen
rijen plaats hebben.
Over het algemeen echter zal het geschrevene geacht mogen worden denkbeelden weer
te geven, levende in de Nederlandse sociaal-democratie. Zij staan, al zijn het
geen beginselbeschouwingen, met de beginselen van democratie en socialisme in
onverbrekelijk verband. Zij zijn sober geformuleerd, maar hebben een verre
strekking. Zij bedoelen op het nauwelijks te dragen leed, de bittere nood en de
drukkende moeilijkheden van het heden, het licht te werpen van mogelijkheden,
die wijzen naar gelukkiger en menswaardiger maatschappelijke verhoudingen dan
wij ook voor de oorlog hebben gekend.
Uit de armoede en verwarring hebben wij ons op te werken, maar in welke diepte
wij ook beginnen, wij moeten dadelijk een hoog doel in het oog vatten.
Ook het practische werk van elke dag, waarop wij ons weer voorbereiden, moet
doorstraald worden van de gloed van het ideaal en moet ons verder brengen op de
weg naar een bloeiende gemeenschap van de arbeid, die allen waarborgt
geestelijke | |
| |
en staatkundige vrijheid, welvaart en bestaanszekerheid;
gelijke maatschappelijke voorwaarden tot ontplooiing der persoonlijkheid.
Onmiddellijk na de bevrijding, als het grote doel van de
strijd, het waarborgen van vrijheid en recht, bereikt is, zal het gaan om het
zo snel mogelijk voorzien in de dringendste nood en het meest
urgente herstel.
Alles overheersend zal zijn de behoefte aan voeding, kleding, schoeisel,
brandstoffen, licht, woongelegenheid; daarna, maar ook reeds in verband daarmee,
aan grondstoffen en aan middelen van vervoer, ook individueel, zoals de fiets.
Verder de wens van geëvacueerden om naar hun woonplaats terug te keren en van de
onderduikers om weer in normale verhoudingen te leven; de noodzakelijkheid van
zorg voor wie uit het buitenland terugkomen; het herstel van normale
arbeidsgelegenheid en van normaal gezinsleven.
Hier ligt niet enkel een taak voor de Regering, die uiteraard in overleg met de
geallieerden voorbereidingen heeft getroffen. Het spreekt vanzelf, dat ook
organen uit het maatschappelijk leven zullen worden ingeschakeld en dat de
onder-grondse beweging, dan verschijnend in het licht der Vrijheid, op grond van
haar ervaring hulp zal verlenen. Een beroep zal echter zijn te doen op heel het
volk.
Het weren van honger, kou en duisternis; het verschaffen van goede woonruimte; de
zorg voor de zwaar door de oorlog getroffenen; heel het herstel van Nederlands
volkskracht; ook de ondersteuning, voorzover dan nog nodig, van de geallieerde
oorlogvoering, eisen gezamenlijke inspanning van alle krachten.
Op dat ogenblik moeten bij allen de plichten voorgaan. Dan geen weigering van
boeren om af te leveren, omdat zij prijzen niet hoog genoeg vinden; dan geen
stakingen van arbeiders, omdat verlangens niet dadelijk worden ingewilligd.
Producenten, vervoerders en transportarbeiders, distribuanten | |
| |
zullen
met volle toewijding moeten arbeiden. Uiteraard met inachtneming van hetgeen in
verband met de voedseltoestand kan worden gepresteerd. Natuurlijk moet ook
gegrond vertrouwen kunnen bestaan, dat het mogelijke zal worden gedaan om aan
redelijke verlangens te voldoen.
De zwarte handel, dan enkel nog sabotage uit winstbejag van een billijke
distributie over het eigen volk, moet algemeen als een misdrijf worden gezien en
behandeld.
Naleving van voorschriften - dan weer van onze eigen Regering - moet weer regel
worden, zoals zij tijdens de bezetting uitzondering was.
Reeds in de wijze, waarop het herstel van de lichamelijke volkskracht ter hand
wordt genomen, kan een begin liggen ook van het geestelijke en morele herstel,
dat na de verwarring en verwildering van deze tijd zo dringend nodig is.
| |
Staatkundig
Onmiddellijk herstel van de democratische vormen van wetgeving en bestuur,
voorzover dat mogelijk is ook zonder nieuwe verkiezingen. Vorming van een
Regering op zo brede basis als verenigbaar is met overeenstemming omtrent
een program, dat herstel en wederopbouw een begin doet zijn van
maatschappelijke en staatkundige vernieuwing.
Een parlement worde bijeengeroepen, waarin naast de leden van de
Staten-Generaal, die in 1940 zitting hadden en die ook gedurende de
bezettingsjaren het vertrouwen der bevolking waardig zijn gebleken, zitting
verkrijgen personen, die tijdens de oorlog figuren van bijzondere betekenis
zijn geweest in de weerstand tegen de bezetter.
Zo spoedig het in redelijkheid mogelijk is (rekening houdende o.a. met de
terugkeer van de honderdduizenden, die thans in het buitenland zijn en met
de noodzakelijkheid tijd te laten voor nieuwe politieke oriëntering)
verkiezingen, opdat een vastere grondslag verkregen wordt.
Herstel ook van de vrijheid van drukpers en van vereniging | |
| |
en
vergadering. Uitgesloten van alle burgerrechten kunnen worden degenen, die
zich tijdens de bezetting tegen Nederland hebben gekeerd.
Beperking van taak en bevoegdheden van het Militair Gezag tot hetgeen
terwille van de oorlog en het contact met de Geallieerde bevelvoering
noodzakelijk is.
Krachtige zuivering, in het bijzonder van het ambtenaren-corps en van de
pers. Daarbij grote verantwoordelijkheid naarmate men hoger geplaatst was.
Bij lager geplaatsten ernstige misdragingen treffen, niet elke zwakheid.
Bij ambtelijke bevorderingen ingeval van ongeveer gelijke geschiktheid
voorrang voor wie zich in de bezettingstijd kloek hebben gedragen.
Berechting van landverraders, collaborateurs, maar met handhaving van goede
rechtsbeginselen. Uit dit oogpunt gaat de mogelijkheid, dat de tribunalen
iemand, op grond van vaag omschreven misdragingen, zonder mogelijkheid van
hoger beroep, veroordelen tot 10 jaar opsluiting in een kamp, te ver.
Afschaffing, zo snel mogelijk, van de Duitse wetgeving, voorzover nodig met
vervanging door Nederlandse maatregelen.
Instelling van een Staatscommissie tot voorbereiding ener
Grondwetsherziening.
De Regering, die aanvankelijk ruime machtigingen zal moeten ontvangen, zal,
met het oog op de omvang van de te vervullen taak en de noodzakelijkheid van
snel handelen, ook duurzaam over groter bevoegdheden moeten beschikken dan
vroeger gebruikelijk was. Echter blijve het gehele beleid staan onder
contrôle van het Parlement en blijve het constitutionele gebruik gelden, dat
geen kabinet aanblijft, wanneer de volksvertegenwoordiging het haar
vertrouwen onthoudt.
De volksvertegenwoordiging bestaat uit één Kamer.
De werkwijze van het Parlement wordt grondig herzien.
De evenredige vertegenwoordiging blijve gehandhaafd, echter gecorrigeerd door
maatregelen ter versterking van de band | |
| |
tussen kiezers en
gekozenen en tot het tegengaan van te ver doorgevoerde partijsplitsing.
Afschaffing van de stemplicht.
Inschakeling van organen van het maatschappelijk leven, in het bijzonder die
van het bedrijf en beroep, maar ook op cultureel gebied, zowel adviserend
als met verordenende bevoegdheid. Zij dienen gesubordineerd te zijn aan
Regering en volksvertegenwoordiging, maar kunnen deze in ruime mate
ontlasten en op eigen terrein belangrijk werk verrichten.
| |
Indonesië
Overeenkomstig de gedurende de oorlog gedane toezeggingen zal de verhouding
tussen Nederland en Indonesië, als beide bevrijd zijn, een principiële
verandering dienen te ondergaan. Op de in uitzicht gestelde Rijksconferentie
van Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao, zal in overleg op voet van
gelijkheid zijn te streven naar een oplossing, waarbij de erkenning van de
zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van de over-zeese gebieden gepaard gaat
met het vrijwillig bestendigen van een onderlinge band.
Tegenover overkoepeling van de verschillende gebiedsdelen door een
‘Rijksregering’ en een ‘Rijksraad’ boven de Regeringen en parlementen der
gebiedsdelen is echter waakzaamheid geboden, omdat daarin een groot gevaar
kan liggen, zowel voor een vlotte en democratische werking van onze
instellingen als voor een werkelijke zelfstandigheid van Indonesië.
Naarmate Indonesië bevrijd wordt, dienen, in afwachting van de te houden
conferentie, zoveel mogelijk ook Indonesiërs op verantwoordelijke
bestuursposten te worden gebracht.
| |
Financiën
Wil Nederland de ontzaggelijke financiële lasten, die uit de oorlog
voortvloeien, kunnen dragen, armslag verkrijgen voor een goede sociale en
culturele politiek, en tevens verhinderen, dat de ontzaggelijk toegenomen
bankbiljetten-circulatie blij- | |
| |
vend tot grote prijsopdrijving
leidt, dan zullen dadelijk ingrijpende maatregelen moeten worden genomen.
Teneinde de hoogte van de vermogens en van de behaalde oorlogswinst vast te
stellen, beslag te kunnen leggen op de eigendommen van Duitsers,
landverraders, profiteurs en geroofd geld, dat naar het buitenland is
meegenomen, waardeloos te maken, zal het nodig zijn alle bankbiljetten,
effecten enz. ter inwisseling of afstempeling te doen inleveren.
Opheffing is geboden van het bankgeheim en van alle belemmeringen ten aanzien
van het nauwkeurig vaststellen van vermogens en inkomens.
Op de financiële noodmaatregelen moet volgen beperking van de geldcirculatie
door vastlegging van een groot deel van de zwevende koopkracht.
Belasting tot een zeer hoog percentage van al wat iemand door de oorlog heeft
gewonnen.
Verder een ingrijpende vermogensheffing. (Het treffen alleen van de in de
oorlog verworven vermogensvermeerdering zal in de verste verte niet genoeg
opbrengen. Bovendien zou het in hoge mate onbillijk zijn wel kleine, in deze
jaren verkregen vermogens, grotendeels op te eisen, maar zeer grote, reeds
vroeger bestaande vermogens onaangetast te laten.) .
Maatregelen tegen kapitaalvlucht.
Herziening van het onder de bezetting ingevoerde belasting-systeem.
Handhaving van een sterke belasting van de winsten der ondernemingen, echter
met inachtneming van de noodzakelijkheid van herstel en verdere ontwikkeling
van het bedrijfsleven.
Handhaving ook van de gedachte van belasting zoveel mogelijk aan de bron en
van sterk progressieve inkomstenbelasting.
Verschil in tarief naar de aard van de inkomstenbron.
Sterke beperking van het erfrecht.
Vorming uit successierechten en eventueel Staatserfrecht | |
| |
van een
socialisatiefonds of van een fonds voor andere kapitaal-doeleinden.
Waar schade is geleden door oorlogshandelingen, zal in vele
gevallen onmiddellijk tegemoetkoming zijn te verlenen. Definitieve
regelingen inzake schadevergoedingen kunnen echter pas worden getroffen,
nadat een globaal overzicht is verkregen van de totale schade en de
financiële positie van het land. Niet alles zal kunnen worden vergoed, maar
zoveel mogelijk zal naar objectieve maatstaven moeten worden gehandeld.
Voorop moet staan vergoeding aan wie getroffen zijn wegens hun principiële
houding tegenover de bezetter.
De financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten moet zo
worden geregeld, dat de gemeenten weer redelijke vrijheid van beweging
verkrijgen. Dit wordt beter bereikbaar als zij geen werkloosheidsuitgaven
meer hebben te dragen en als de uitgaven voor armenzorg door een veel ruimer
sociale verzekering kunnen teruglopen. Voorwaarde is natuurlijk ook, dat
ernstige oorlogsschade niet blijft voor rekening van de gemeenten.
De grond, in verband met oorlogschade onteigend in gemeenten, waar het gaat
niet om afzonderlijke huizen, maar om gehele wijken, dient, voorzover het
het centrum betreft, gemeente-eigendom te zijn en te blijven (met voorkeur
voor bebouwing aan wie er een woning of bedrijf hadden).
| |
Economisch
Bij het herstel en de wederopbouw, die ons land omhoog
moeten werken uit de diepe armoede, waarin het door de oorlog gestort is,
zullen stelselmatige leiding van het economische leven, doeltreffende
organisatie en toegewijde arbeid noodzakelijk zijn.
Zij zullen niet alleen vroegere welvaart moeten doen herleven, maar de
welvaart groter en gelijkmatiger verdeeld doen zijn, bestaanszekerheid
scheppen en allen volle arbeidsgelegenheid bieden.
| |
| |
| |
Algemeen economisch plan
Zo spoedig mogelijk zal een algemeen economisch plan moeten worden opgemaakt,
dat de wederopbouw omvat en de richtlijnen daarvoor aangeeft, maar zich niet
tot de wederopbouw in technische zin beperkt.
Wat dit plan concreet moet bevatten, is slechts ten volle te overzien, als
wij straks zullen weten hoe Nederland er bij de bevrijding voor staat.
Nodig zal in elk geval zijn, vooral in de eerste tijd, centrale beheersing
van in- en uitvoer en van de beslissingen over credieten, toewijzing van
grondstoffen, machines enz., opdat zij in de eerste plaats ten goede komen
aan bedrijven, die in de meest dringende volksbehoeften voorzien en de beste
werkgelegenheid bieden.
Daarnaast zal er moeten zijn beheersing van prijzen, winsten, rente, huren,
pachten en lonen.
Overigens zal bij prijsbeheersing op den duur meer gedacht moeten worden aan
begrenzing van de geldcirculatie en aan zorg voor voldoende productie, dan
aan bemoeiing met de prijzen van alle artikelen.
Het algemeen plan zal uitgangspunt moeten zijn voor een economische
omvorming, die zo wordt aangepakt, dat allen gevoelen, dat een grote
vernieuwing tot stand komt, al zal de volle verwerkelijking slechts
geleidelijk kunnen plaats hebben. Wij zullen moeten trachten de leiding van
het economisch leven, die onvermijdelijk is, maar die meer dan één richting
uit kan gaan, te doordringen van een socialistische geest en in haar
consequenties tot socialisme door te zetten.
| |
Bedrijfsorganisatie
Binnen het kader van het algemene economische plan is nodig de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, waarin naast vertegenwoordigers van
de ondernemers en van de arbeidersorganisaties een sterke vertegenwoordiging
van het algemeen belang worde opgenomen, o.a. door benoeming van de
voorzitter | |
| |
door de Regering, opdat gewaarborgd zij inschakeling
in het algemeen verband van wat anders grotendeels belangenorganisatie zou
kunnen worden. De bedrijfsorganisaties zullen o.a. tot taak moeten hebben de
bedrijfstak als één geheel zo doeltreffend mogelijk op de behoeften en op
het verzekeren van ruime en vaste arbeidsgelegenheid te richten.
Bij plaatselijke verzorgingsbedrijven (b.v. bakkerij, melkvoorziening,
bouwbedrijf, brandstoffenhandel), waarbij vooral wat de laatste drie betreft
natuurlijk ook een landelijke regeling nodig is, zullen de gemeenten sterke
invloed moeten kunnen uitoefenen in het belang van een rationele
behoeftevoorziening.
Verband zal zijn te leggen tussen de behandeling van economische en sociale
kwesties.
Een Sociaal-Economische Raad overkoepele de
bedrijfsorganisaties.
| |
Verhouding tussen socialisatie en bedrijfsorganisatie
(Zie hierover verder: ‘Ordening en Socialisatie’, uitgave
‘Vrije Gedachten’).
Gemeenschapsbedrijven zijn nodig op die punten, die in belangrijke mate het
economisch leven beheersen of waar bij handhaving van het particuliere
bedrijf een groot financieel overwicht in de maatschappij komt te liggen (de
circulatie-bank; op den duur een belangrijk deel van het bank-, credieten
verzekeringsbedrijf; de energie-voorziening; het te centraliseren deel van
het vervoerbedrijf; de grote monopolistische bedrijven, de zeer grote
industriële bedrijven e.d.).
Het particuliere bedrijf worde gehandhaafd (met bedrijfsorganisatie en binnen
het raam van het algemene economische plan) waar klein- en middenbedrijf nog
een doeltreffende voorziening vormen en door algemene regelingen beschut, de
werkers - zelfstandigen zowel als loonarbeiders - een behoorlijk bestaan
kunnen bieden.
| |
| |
Bij wat daartussen ligt worde beoordeeld, op grond van practijk, ervaring,
bijzondere omstandigheden - ook van machtsverhoudingen - in hoeverre en hoe
tot socialisatie moet worden overgegaan dan wel met een op het algemeen
belang gerichte, sterk ingrijpende bedrijfsorganisatie kan worden volstaan.
De grond worde gemeenschapseigendom, in de eerste plaats de
grond, nodig voor gemeentelijke uitbreiding om bebouwde kommen en de
agrarische grond, die niet door de eigenaar zelf wordt gebruikt. Aan de
grondgebruiker is, zolang hij de grond goed bewerkt, een vast gebruiksrecht
toe te kennen, niet minder waarborgen biedend dan de eigendom, méér
waarborgen zelfs dan met hypotheek bezwaarde eigendom.
| |
Landbouw, veeteelt, tuinbouw
Krachtige bevordering van de agrarische productie, allereerst ter voorziening
in de voedselbehoeften van ons volk. Vaststelling van prijzen, die - als
verhinderd wordt, dat de voordelen toevallen aan de grondeigenaars - de
bewerkers van de bodem, boeren zowel als de arbeiders, een behoorlijk
bestaan waarborgen. Dit sluit echter niet in het bepalen van prijzen, die
ook een bedrijf van te geringe omvang, op slechte grond of onvoldoende
bewerkt, rendabel zouden maken, waardoor aan andere bedrijven abnormale
winsten zouden worden verzekerd. Voor te kleine of ongunstige bedrijven moet
een oplossing worden gezocht op andere wijze dan door de prijzen.
Getracht worde door langlopende overeenkomsten met andere landen een vaster
grondslag te geven aan de voor export werkende agrarische bedrijven. Eerst
als meer bekend is omtrent de exportmogelijkheden, is een productieplan op
lange termijn mogelijk.
| |
Woningbouw en bouwbedrijf
Woningbouw op grote schaal op de grondslag van een tienjarenplan, dat een
voorlopige omlijning geeft van de verdeling over de jaren, de gemeenten, de
soorten van woningen, | |
| |
maar dat voor wijziging vatbaar moet zijn
op grond van wisselende omstandigheden en opgedane ervaringen.
In aansluiting aan de toewijzing van grondstoffen kan ordening van het
bouwbedrijf worden bevorderd en tevens vastheid gegeven aan materialen
leverende bedrijven als de steen-fabrieken, de houtindustrie, enz.
De bouw en exploitatie van volkswoningen worde niet opnieuw object van
speculatie en winstbejag, maar kome in handen van verenigingen en gemeenten.
Zolang er woningnood is, zal distributie van woonruimte mogelijk moeten
blijven.
| |
Het nationale plan voor ruimtelijke ordening
De werkzaamheden van de Dienst voor het Nationale Plan, die tot taak heeft in
grote lijnen een ruimtelijke ordening voor het land te verzorgen (zoals een
uitbreidingsplan voor een gemeente geeft) zal, in coördinatie met de
wederopbouwplannen, krachtig zijn voort te zetten. Daarbij zal aan herstel
van bebossingen en natuurschoon grote aandacht zijn te geven.
| |
Nieuw overwegen
Bij heel de wederopbouw zal moeten gelden, dat niet eenvoudig hersteld wordt
wat er was, maar dat overwogen wordt wat voor de toekomst het meest
doelmatig is te achten. Dit is als vanzelfsprekend aanvaard b.v. ten aanzien
van het plan voor het centrum van Rotterdam.
Het zal ook moeten gelden voor haveninstallaties; voor de vraag of fabrieken
herbouwd zullen worden en waar en hoe; evenzeer voor de verkaveling van
overstroomd land, voor bepaling van aantal en plaats van nieuwe boerderijen
als oude onherstelbaar verwoest zijn.
Daarbij zal de omstandigheid, dat het herstel van het bedrijfsleven slechts
mogelijk zal zijn met krachtdadige hulp en leiding van de overheid en
waarschijnlijk voor een groot deel | |
| |
met gemeenschapsgeld zal
moeten worden gefinanciëerd, een reden te meer zijn om ook blijvend de
verhouding tussen gemeenschap en bedrijfsleven een andere te doen worden.
Bij het economisch plan moet er naar gestreefd worden heel het bedrijfsleven
zo rationeel mogelijk in te richten en in het bijzonder te zorgen, dat
crediet, vervoer en energie goedkoop beschikbaar zijn, opdat op den duur een
hoog levenspeil verenigbaar zij met een kostenpeil, dat in de internationale
verhoudingen geen bezwaar oplevert.
| |
Sociaal
Tot de belangrijkste sociale doeleinden moeten worden gerekend: waarborgen
van werkgelegenheid en bestaanszekerheid;
verbetering van de arbeidsvoorwaarden, die beslissend zijn voor het
levenspeil van de grote massa; in verband daarmee terugdringen van het
inkomen uit en de invloed van het kapitaal; verbetering
ook in ander opzicht van de verhoudingen binnen het
bedrijf zowel als in de maatschappij; mede daardoor vergroting van de arbeidsvreugde.
(Op dit alles dient natuurlijk ook het economisch plan gericht te zijn.)
| |
Werkgelegenheid
Voor werkgelegenheid moet gezorgd worden in de eerste plaats in het normale
bedrijf.
Degenen, die uit het buitenland terugkeren of ondergedoken waren, dienen in
hun oude functies te werk te worden gesteld. Voorlopig handhaving van het
ontslagverbod, behoudens toe te stane uitzonderingen, ook later
ontslagmogelijkheid aan regelen te binden. Is arbeid in het normale bedrijf
aanvankelijk niet beschikbaar, dan plaatsing bij openbare werken van
opruiming, herstel, verbetering enz. onder normale arbeidsvoorwaarden en
zoveel mogelijk in eigen woonplaats of de omgeving.
Is tijdelijk noch plaatsing in normaal bedrijf, noch tewerk- | |
| |
stelling mogelijk, dan een wachtgeldregeling of werkloosheidsuitkering tot
een belangrijk percentage van het loon.
| |
Arbeidstijd
Wederinvoering van normale werk- en rusttijden. Dit zal in het algemeen
betekenen een arbeidsduur van 48 uur per week. Vermindering op den duur tot
40 uur (b.v. 5 werkdagen van 8 uur) ligt in de lijn der ontwikkeling en is
in afzienbare tijd in verschillende bedrijven mogelijk te achten, maar voor
het ogenblik moet de noodzakelijkheid van opvoering der productie in het
belang van het gehele volk, ook van de arbeiders en hun gezinnen, voorgaan.
Indien in een bedrijfstak wegens gebrek aan grondstoffen, drijfkracht enz.
niet vol gewerkt kan worden - wat tijdelijk vaak het geval zal wezen - zal
het echter wenselijk zijn het werk over zoveel mogelijk arbeiders te
verdelen door een verkorte arbeidstijd. Waar anderzijds tengevolge van
verwoesting en roof, verhoging van productie geremd wordt door gebrek aan
fabrieksruimte en machines in verhouding tot het aantal beschikbare
arbeiders en tot de verkrijgbare grondstoffen, kan het, gegeven het grote
tekort aan velerlei goederen, en mede in belang van de werkgelegenheid, in
bepaalde bedrijven geboden zijn een ploegenstelsel te aanvaarden.
Wettelijke vacantieregeling.
| |
Lonen
Loonregeling in overleg tussen werkgevers- en arbeidersorganisaties, onder
toezicht van en eventueel met beslissing vanwege de Overheid. De
noodzakelijke stijging der lonen (in vergelijking met de vroegere
regelingen; niet altijd met de abnormale lonen, die bij Weermachtswerken
e.d. werden betaald) zal verband moeten houden met het tempo, waarin
gebruiksgoederen ter beschikking komen. Een minimum levensstandaard moet
worden gewaarborgd, terwijl aangestuurd moet worden op een betere verhouding
tussen de beloning der ver- | |
| |
schillende categorieën dan vroeger
(landarbeiders b.v. in verhouding tot vele andere groepen, zoals ook de
arbeidstijd der landarbeiders dichter bij die der andere arbeiders moet
komen te liggen).
| |
Andere verhoudingen
Bij openbarezowel als particuliere ondernemingen andere verhoudingen binnen
de bedrijven dan tot nu toe golden.
| |
Ondernemingsraden
Een betrekken van de werkers van hoog tot laag bij het bedrijf op een wijze,
die hen doet gevoelen, dat met hen, met hun rechten, belangen en gevoelens,
rekening wordt gehouden, maar dat zij dan ook medeverantwoordelijk zijn en
dat een goede vervulling van hun taak een maatschappelijke plicht is. O.a.
in bedrijven van enige omvang invoering van ondernemingsraden voor
georganiseerd overleg tussen de ondernemer en vertegenwoordigers van het
personeel.
| |
Uitbreiding sociale voorzieningen
Uitbreiding van de sociale verzekeringen en van de sociale voorzieningen,
opdat bestaansmogelijkheid gewaarborgd is bij het ontbreken van gelegenheid
tot arbeiden (bij werkloosheid, b.v. door seizoenoorzaken en nooit geheel te
vermijden schommelingen; bij ziekte, invaliditeit en ouderdom veel afdoender
dan thans) niet alleen aan loonarbeiders, maar ook aan zelfstandigen die
daaraan behoefte hebben. Regelingen dus in de geest van het Plan-Beveridge,
al zal de methode hier anders kunnen zijn, in aansluiting aan wat reeds
bestaat. Inzonderheid verbetering van de ouderdomszorg is urgent. Daarbij
zullen bedrijfsverantwoordelijkheid en staatspensioen zijn te
combineren.
| |
Gezondheidszorg
Aan een vervolmaking van de gezondheidszorg zal bijzondere | |
| |
aandacht zijn te besteden, nu de oorlogsgevolgen, in het bijzonder in
verband met de ondervoeding, aan de lichamelijke toestand en het
weerstandsvermogen van een groot deel van ons volk, waaronder talloze
kinderen, ernstige schade hebben toegebracht.
| |
Buitenlandse politiek
Medewerking is te verlenen aan een internationale organisatie tot handhaving
van recht, veiligheid en vrede en tot bevordering van economische- en
sociale samenwerking, waarbij aanvaard wordt dat de grote wereldmachten een
bijzondere positie innemen, mits ook de rechten der andere mogendheden
afdoende verzekerd zijn.
Daarnaast moet Nederland bereid zijn tot nauwer samengaan van de Westeuropese
landen, met het Britse Rijk en tot aanvaarding van de reeds voorlopig
gesloten valuta-overeenkomst en het tolverbond met België en Luxemburg.
Echter moet ook worden aangestuurd op groter economische- en sociale eenheid
van een zo groot mogelijk deel van Europa, dat bij voortbestaan der
verbrokkeling zijn plaats in de wereld bezwaarlijk zal kunnen handhaven.
Nederland zal zich wel bij voorkeur naar het Westen richten, maar zal altijd
economisch sterk de invloed ondervinden van de gang van zaken in
Midden-Europa.
De Staten moeten bereid zijn een stijgend deel van hun souvereiniteit prijs
te geven, opdat het beter mogelijk wordt internationale regelingen te
treffen op de gebieden, waar dat door de groeiende samenhang in Europa en in
de wereld noodzakelijk wordt. Daarbij dient de nationale zelfstandigheid te
worden geëerbiedigd, vooral op die gebieden, waar geestelijke opvattingen
meespreken.
Annexatie van Duits grondgebied is af te wijzen. Met kracht moet worden
gepoogd op andere wijze althans gedeeltelijke schadevergoeding te verkrijgen
en in elk geval alles wat hier geroofd is en nog achterhaald kan worden
terug te vorderen.
| |
| |
| |
Defensie en ordehandhaving
Krachtige deelneming aan de verdere strijd tegen Duitsland en Japan,
eventueel aan bezetting van Duitsland.
Later regeling van de defensie in overeenstemming met de verplichtingen, die
zullen voortvloeien uit het toetreden tot de internationale
wereldorganisatie en eventueel tot nauwere aaneensluitingen binnen het kader
daarvan.
De gedachten van zelfstandigheidspolitiek, van neutraliteit, van verdediging,
los van afspraken met anderen, maar ook van afzonderlijke ontwapening hebben
haar zin verloren. Tot het dragen van lasten voor het waarborgen der
collectieve veiligheid moet Nederland bereid zijn.
Snel en afdoend regelen de zorg voor slachtoffers van de strijd (ook van het
verzet) of voor hun nabestaanden.
Op den duur geen gewapende corpsen buiten leger en politie.
Nederlandse binnenlandse strijdkrachten dienen dus na het beëindigen van hun
taak bij het verzet, bij de strijd en bij de handhaving der orde in de
overgangstijd, niet als afzonderlijke groep te worden gehandhaafd. Geschikte
krachten moeten recht hebben, als zij het wensen, op een plaats in
overeenstemming met hun capaciteiten bij leger of politie.
Burgerwachten en Bijzondere Vrijwillige Landstorm niet weer in het leven
roepen.
Is hulppolitie nodig, dan worden vrijwilligers tijdelijk in het
politieverband ingeschakeld.
| |
Onderwijs, kunsten en wetenschappen
Voorop sta herstel van de ernstige schade, tijdens de bezetting aan het
onderwijs toegebracht. Bij hoger en middelbaar onderwijs moet aan de
gedupeerde studenten en leerlingen het voltooien van hun studie zo
gemakkelijk worden gemaakt als met karakter en doel van het onderwijs
verenigbaar is. Alle medewerking moet worden verleend om het aantal van hen,
die als gevolg van de bezettingstijd hun studie opgeven, zo gering | |
| |
mogelijk te doen zijn. Herziening van ons onderwijsstelsel,
teneinde o.a. betere onderlinge aansluiting, meer contact met het practische
leven en enerzijds vereenvoudiging, anderzijds verdieping te verkrijgen, zal
aan de orde zijn te stellen.
Alle onderwijs moet bereikbaar zijn voor wie er door hun aanleg de
geschiktheid voor hebben.
Geen principiële wijziging in de verhouding tussen openbaar en bijzonder
onderwijs. Opnieuw in studie doen nemen, in hoeverre practische
verbeteringen kunnen worden gebracht in de regelingen.
Waken tegen te grote klassen, onderwijzers beter salariëren. Krachtige
bevordering van het nijverheidsonderwijs, waarbij ook de
bedrijfsorganisaties een taak zullen hebben.
Meer zorg voor de schoolvrije jeugd en voor de ontwikkeling van volwassenen.
Meer steun aan kunsten en wetenschappen, waarvan de ontwikkeling overigens
door de Staat vrij worde gelaten, en in het algemeen meer aandacht voor de
betekenis van de culturele waarden.
|
|