| |
| |
| |
Socialisme in bezettingstijd
Op 26 Augustus 1944 werd de stichting van de S.D.A.P., vijftig jaar
geleden, herdacht. Het was een stille herdenking, in
huis-kamerbijeenkomsten, maar er was ook een illegaal verspreid artikel van
‘een sociaal-democraat’, dat duizenden bemoedigd en gesterkt heeft. De
sociaal-democraat was Drees.
Op 26 Augustus a.s. zal het een halve eeuw geleden zijn, dat op een bijeenkomst
te Zwolle de S.D.A.P. werd opgericht.
Het vijftigjarig bestaan van een beweging, die zo grote invloed heeft uitgeoefend
op de maatschappelijke en staatkundige ontwikkeling in Nederland, zou, als
Nederland vrij was, op grootse wijze herdacht zijn.
Nog echter woedt in de wereld de worsteling om het herwinnen en beveiligen van de
vrijheid. Nog ligt ons land onder de hiel van de overweldiger. De partij zelf en
de haar verwante organisaties zijn ontbonden. Al haar bezittingen zijn geroofd.
Haar pers is in handen van de vijand. De voorzitter der partij, de
hoofdredacteur van haar dagbladen en vele andere van haar bekende voormannen en
van haar trouwste leden zijn opgesloten in interneringsoorden,
concentratiekampen of gevangenissen. Talrijk zijn de slachtoffers uit haar
rijen, die in gevangenschap zijn gestorven of gevallen zijn voor het
vuurpeleton.
Zo is de herdenking, die er zal zijn buiten de openbaarheid, vrijwel enkel in de
stilte van de binnenkamer, in de geest der getrouwen, vol van diepgevoeld leed.
Leed om wat heel de mensheid lijdt, leed om ons land, leed om wat vernield werd
van onze beweging, leed om zovele makkers.
En toch! In het smartelijke heden, doorleefd in onvrijheid | |
| |
en gevaar,
zien wij terug naar de jaren, die achter ons liggen en weer vooruit naar de
toekomst, met nog meer fierheid en nog meer vertrouwen dan toen onze vanen vrij
wapperden in zon en wind.
In de jaren toen de sociaal-democratie in vrijheid kon werken, heeft haar arbeid,
hoe vaak ook teleurstellingen haar deel waren, rijke vruchten afgeworpen.
Zij heeft honderdduizenden gewonnen voor het ideaal van een socialistische
gemeenschap. Zij heeft de strijd daarvoor verbonden met een krachtige,
doelbewuste, succesvolle hervormingsarbeid tot het verkrijgen van staatkundige
gelijkberechtiging van allen, mannen en vrouwen; tot verheffing van het
levenspeil; tot het verkorten van de arbeidsduur; tot verruiming van de
ontwikkeling der werkers. Zij heeft in menige gemeente groots constructief werk
kunnen doen voor de woningvoorziening, de gezondheidszorg, de sociale
bemoeiïngen, het onderwijs.
De bezieling, door haar gewekt, heeft in de volksmassa ook geestelijke en
zedelijke verheffing bewerkt.
Toen crisis en werkloosheid veel dreigden weg te spoelen van wat met zoveel
inspanning verkregen was, heeft zij door haar Plan van de Arbeid, waarvan de
grondgedachten in de laatste tijd in wijdere kring begrip en waardering hebben
gevonden, de wegen trachten aan te geven, waarlangs bestaanszekerheid kon worden
gewaarborgd bij een behoorlijk bestaanspeil.
De sociaal-democratie heeft in de eerste plaats de arbeiders georganiseerd, die
niet enkel het recht, maar tegenover zichzelf, hun kinderen en hun klasse de
plicht hadden in de mensonwaardige toestanden, waarin zij leefden, de strijd te
voeren voor een beslissende ommekeer in de maatschappelijke verhoudingen. Zij
heeft die strijd echter niet alleen gezien als een strijd voor belangen. Hij
werd geadeld door de gedachte, dat hij, als worsteling voor een klasseloze
maatschappij, in wezen is gericht op het heil der mensheid. En in steeds sterker
mate | |
| |
heeft de partij zich gericht tot allen, die onder de
tegenstellingen en onzekerheden van het kapitalisme lijden of die door sociaal
verantwoordelijkheidsgevoel en inzicht in de maatschappelijke verhoudingen komen
tot socialistisch denken, voelen en willen.
Een van de grote beginselen der sociaal-democratie is het besef van wereldwijde
internationale verbondenheid. Verbondenheid met de makkers in andere landen,
strijdend voor dezelfde idealen; verbondenheid ook tussen de volkeren, waarvan
zij de samenwerking in een volkerengemeenschap onmisbaar acht voor het
waarborgen van vrede en welvaart.
Het heeft wel eens de schijn kunnen hebben alsof daardoor een volksdeel van de
samenhang met de eigen natie zou worden vervreemd. In werkelijkheid is dat
volksdeel, doordat het politieke gelijkberechtiging verwierf, sociaal steeg en
aandeel begon te verkrijgen aan de cultuur, eerst waarlijk een levend en
volwaardig deel der natie geworden. Oorlog en bezetting hebben dit groeiende
besef tot volle en rijke ontplooiïng en krachtige uiting doen komen.
In de laatste jaren voor de oorlog trokken zich donkere dreigingen samen boven al
wat ons lief was. Wat sociaal verworven was werd door de crisis, wat aan
vrijheid en recht verkregen was door het nationaal-socialisme bedreigd. En de
weg naar een democratisch socialisme, dat economische orde en maatschappelijke
samenwerking wil verbinden met eerbiediging van de menselijke persoonlijkheid en
de geestelijke vrijheid, tekende zich af als langer, onzekerder, moeilijker dan
ooit.
Na Mei 1940 scheen die weg eerst recht versperd. De vrijheid van ons volk
vernietigd, de democratische staten van West-Europa onder de voet gelopen;
Engeland teruggedrongen tot de verdediging van het eigen eiland; het nazidom
overheersend op het vasteland; ....welke glimp van hoop was er in afzienbare
tijd voor onze idealen?
Van dat ogenblik hebben de nazi's gebruik willen maken om | |
| |
ons niet
alleen te onderwerpen, maar ons als willige volgers aan hun zegekar te binden.
Zij nemen voortdurend woorden in de mond, die aan onze gedachtenwereld ontleend
zijn. Zij vieren de 1 Mei-dag. Zij spreken van verheffing van en eerbied voor de
arbeid. Zij gewagen van het nieuwe socialisme, dat zij zullen verwerkelijken. In
de actie, die zij kort geleden in Amsterdam ondernamen, werkten zij zelfs met
onze leuzen: vrijheid, arbeid, brood. Dag aan dag bezoedelen zij door hun
misbruik onze symbolen en onze doelstellingen.
Zij hebben zich echter vergist toen zij meenden op deze wijze vat te kunnen
krijgen op het socialistische volksdeel, zoals zij zich ook vergist hebben toen
zij in de zomer 1940, afwisselend werkend met beloften en bedreigingen, dachten
de S.D.A.P. gelijk te kunnen schakelen en onder leiding van de nazi Rost van
Tonningen in het Duitse gareel te kunnen spannen.
Onze beweging bestaat evenmin als het Nederlandse volk in zijn geheel enkel uit
helden en martelaren. En zoals in ons werk in het verleden menselijke fouten en
onvolkomenheden niet hebben ontbroken, zo zijn ook thans zwakheden en halfheden
niet overal uitgebleven. Maar met trots kunnen wij zeggen, dat de
sociaal-democratie in overweldigende meerderheid zich van de gedachte, dat zij
zich onder de nazivaan zou scharen, met weerzin en hoon heeft afgewend. Zij
staat schouder aan schouder met allen, die de vrijheid van ons volk verdedigen.
Alles werd ons ontnomen, maar nimmer zijn wij rijker geweest en innerlijk sterker
dan op de dag, waarop de bezetter tot de ontbinding van onze beweging besloot.
Het was de erkenning van zijn kant, dat zijn poging om ons te doen buigen en ons
karakter te breken, volslagen had gefaald.
Alles verloren, behalve de eer, maar daarmee voor de toekomst ook alles gered.
Naar die toekomst zien wij met vertrouwen.
Niet omdat wij verwachten, dat de wereld na de oorlog, als | |
| |
de
onderdrukkers maar eenmaal verslagen zijn, gemakkelijk zal zijn om in te leven.
Dat de Verenigde Volkeren de overwinning zullen behalen, zowel in Europa als in
Oost-Azië, daaraan behoeven wij niet te twijfelen. Wij hopen dan Indonesië te
zien, niet weer als koloniaal gebied onder Nederland, maar in
gelijkberechtiging en zelfstandigheid naast Nederland in een
vrijwillig bestendigde verbinding. Maar na de overwinning zullen over heel de
wereld en ook in ons land, een sterke gezamenlijke krachtsinspanning en een
groot verantwoordelijkheidsbesef nodig zijn om in de verwarring weer orde te
brengen, welvaart te doen verrijzen uit de ruïnes en het geschokte morele besef
te herstellen. Het zal ook hier, ondanks de tijdens de bezetting versterkte
volkseenheid, niet ontbreken aan diepgaande meningsverschillen en sterke
maatschappelijke tegenstellingen. Maar wij vertrouwen, dat in het
volksbewustzijn vrijheid en democratie sterker zullen zijn verankerd en dat in
brede kringen de geesten open zullen staan voor de noodzakelijkheid van een
diepgaande maatschappelijke ommekeer.
Wij moeten een democratie organiseren, die volksinvloed en vrijheid van
meningsuiting weet te verenigen met doortastendheid en snelheid van beslissing.
En in het economische en sociale leven mag niet een productiewijze herleven,
waarin overvloedige mogelijkheden van productie gepaard kunnen gaan met
werkloosheid en nood. Nederland zal niet willen verdragen, dat volle
werkgelegenheid alleen kan worden verzekerd bij oorlog of oorlogsvoorbereiding.
Planmatig geleide economie, gericht op de best mogelijke voorziening in de
volksbehoeften en op arbeid voor allen, zal dringende eis blijken. En de
blijvende doorwerking daarvan is slechts ten volle verzekerd bij
gemeenschapsbezit van de voornaamste productiemiddelen, regeling van de
aanwending der productiekrachten en een billijke verdeling, in overeenstemming
met het algemeen belang.
Dit alles, opdat, gelijk ons program het uitdrukte, ‘voor allen welvaart en
bestaanszekerheid mogelijk worden, gelijke | |
| |
maatschappelijke
voorwaarden tot ontplooiing der persoonlijkheid worden geschapen en het
gemeenschapsleven kan opbloeien’.
De sociaal-democratie zal straks als gelijkberechtigde met andere groepen kunnen
en willen medewerken aan het herstel en aan de opbouw van een nieuw Nederland.
De verhoudingen tussen de verschillende volksgroepen en stromingen zullen
daarbij, naar wij vertrouwen, anders en gunstiger zijn dan tevoren.
Er zal ook een nieuwe grondslag moeten worden gelegd voor een verbrede
democratisch-socialistische beweging.
Met trouw aan de grote beginselen, die waardevoller zijn dan ooit, zal gepaard
moeten gaan begrip voor de noodzakelijkheid van een nieuw begin na de
omwenteling van alle verhoudingen, die wij doorleefd hebben, na de
veranderingen, die daardoor ook in de geesten hebben plaats gevonden en de
nieuwe contacten, die zijn gelegd.
Na de bevrijding zal de S.D.A.P. natuurlijk herrijzen. Niet
echter om eenvoudigweg verder te gaan alsof er na Mei 1940 niets gebeurd is. Zij
zal over de vraag hoe zij het best haar aandeel kan leveren aan de in Nederland
nodige vernieuwing, in breed overleg willen treden met wie, ook buiten haar
rijen, democratisch-socialistisch gezind zijn. Getracht zal moeten worden, ook
door zelfherziening in wat niet het beginsel raakt, scheidsmuren te doen vallen,
die onnodig vaneen hielden wiemaatschappelijk en staatkundig samen dienen te
gaan.
Wellicht zullen nieuwe organisatorische vormen dienen te worden gekozen om het
democratisch-socialisme in Nederland op zo ruim mogelijke grondslag te
organiseren, maar democratie, socialisme en internationale gezindheid - naast een sterk besef voor de waarde der
nationale vrijheid en cultuur - zullen voor die grondslag de vaste punten moeten
zijn. En wie S.D.A.P.-er waren en dat in hun hart zijn gebleven, al ging de
organisatie te niet, zullen zich in de eerste plaats onderling in vrijheid
willen beraden over de geest, waarin het overleg met | |
| |
andere
democratisch en socialistisch denkenden zal worden gevoerd.
Maar onze gedachten keren terug van de toekomst, waarin een vrij beraad als
waarvan wij spraken natuurlijk en normaal zal zijn, naar het donkere heden,
waarin ons allen de mond wordt gesnoerd en rechteloosheid en terreur de sfeer
vormen, waarin wij moeten leven.
Een ogenblik hebben wij ons verdiept in herinneringen en ons vermeid in
toekomstverwachtingen.
Nu zetten wij weer de tanden op elkaar en nemen ons voor onze plicht te blijven
doen, welke gevaren ons ook bedreigen. Onze plicht in de strijd voor vrijheid,
menselijkheid en recht. Onze plicht als Nederlanders en als sociaal-democraten,
trouw aan ons land, trouw aan ons beginsel.
Makkers, gedenkt wie vielen en wie lijden voor ons allen en toont u hun voorbeeld
waardig.
Vrijheid!
|
|