‘Is het de blonde jongeling die ik aan de mast zag staan?’ vraagt de Blauwe Boekanier. ‘Het leek me een flinke knaap, te goed om op te hangen.’
‘Te goed?’ zegt La Lola. ‘Hij heeft me uitgescholden voor schurkachtige zeeschuimer!’
De Blauwe Boekanier draait aan een van zijn snorpunten. ‘Waarlijk?’ zegt hij op beleefd ongelovige toon.
‘En ik hang hem op,’ gaat La Lola geprikkeld verder. ‘Basta!’
‘Zonde en jammer,’ vindt de Blauwe Boekanier.
‘Hij moet dapper zijn dat hij jou de waarheid durft te zeggen. Geef hem aan mij.’
‘Ik denk er niet aan!’ is La Lola's antwoord.
‘Hij zal hangen en daarmee uit.’
De Blauwe Boekanier ziet dat hij La Lola niet zal kunnen overhalen de jongeman gratie te schenken. Hij gooit het daarom over een andere boeg. ‘Over een ogenblik zullen ze de strop om zijn nek gelegd hebben,’ zegt hij, ‘en dan...’
‘Zul je hem zien bungelen aan de ra,’ vult La Lola aan.
De Blauwe Boekanier trekt zijn pistool, bekijkt het eens en zegt:
‘Ik wil een weddenschap met je aangaan.’
‘Wat is het?’ vraagt La Lola, plotseling geinteresseerd, want hij houdt van weddenschappen.
‘Hier is mijn pistool,’ zegt de Blauwe Boekanier.
‘Wedden dat ik van hier af het touw door kan