- Ik ga weg, zei ze abrupt, vanavond nog, mijn bagage is al verzonden, en ik... Ze snikte zo, dat zij haar zin niet kon afmaken. Ik deed maar net als Miens moeder en schonk een kop thee in. En daarna kreeg ik met horten en stoten het verhaal.
Mevrouw Korver had haar iets verteld, waar de kinderen bang voor waren, zij was blij dat ze het wist, en wilde vandaag aan Marjan uitleggen, dat ze alleen maar in huis was voor de huishouding, en dat ze weg zou gaan als vader andere hulp kon krijgen. Ik heb het zeker niet goed uitgelegd, zei ze zielig, want Marjan begon ineens. Ik moest niet zo liegen, zei het kind, ik was blij, dat haar moeder dood was, want ik wou met haar vader trouwen, dat had haar moeder dikwijls genoeg gezegd. Als haar vader eens boos werd om een knoop die van zijn jas af was of om sokken, die nog gestopt moesten worden zei moeder het altijd, zij, Marjan, had het dikwijls genoeg gehoord als ze nog wakker in haar bedje lag. Maar het zal niet gebeuren, had het kind gegild, het zal niet gebeuren, daar zorgen Ineke en ik voor. En toen was ze naar boven gerend, waar Ineke lag, dat kind... ze kwam niet meer naar beneden, Marjan bracht haar eten, en tegen haar zei ze niets, en vroeger was het zo'n lief ding.
- Ik kan niet meer terug, zei tante Floor, ik kan niet meer terug, ik ga met de trein van zeven uur...
- Weet Kees het al, wat zegt hij? vroeg ik, en nu ik dit neerschrijf merk ik, dat ik Luiten bij zijn voornaam noemde.
- Het kan me niet schelen, hij denkt dat ik een boodschap ben doen, maar ik ga weg.
Ik wist niet, wat ik zeggen of doen moest, en ik had de woorden om tante Floor te overreden om, al was het maar voor één nacht, weer naar haar zwager te gaan al op mijn lippen, toen Miens moeder binnenkwam, met een paar gebakken eieren en een kop koffie.