Kinderen der eenzame
(1961)–Jo van Dorp-Ypma– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
tante Floor, dat een mens niet voorzichtig genoeg kon wezen, want ik zag aan Thea's ogen, dat dit niet ‘voorzichtig’ was. Toch is het een opluchting voor me, dat Luiten van de zaak weet. - We vinden er wel wat op, juffrouw Verdoold, zei hij bemoedigend, toen hij wegging. Hij had het schoolhek amper achter zich dichtgetrokken, toen ik me realiseerde dat ik niet naar zijn vrouw gevraagd had. Even wilde ik hem nagaan, maar hij was al te ver weg. Maken moeilijkheden een mens zo ego-centrisch, dat hij niet meer gewoon aan anderen kan denken? Ik schaam me tenminste diep, dat ik dit vergeten ben. Donker staan de naakte takken tegen de grauwe avondhemel. Aan de overkant van de haven pinken de lichten al, ook worden de ramen van de huiskamers verlicht. Ik zal mijn gordijnen sluiten, mijn kachel opporren, en een boek nemen. Morgen moet ik met Thea praten, tenminste, wanneer ik het advies van Luiten wil opvolgen, en het is een logisch en helder advies. Ik moet Thea aanraden een andere werkkring te zoeken... Ik zie er onnoemelijk tegen op om dit te doen. Want dan verdwijnt ze prompt naar het buitenland, en dan heeft er niemand meer controle op haar. Juffrouw op een christelijke kleuterschool in het dorp, waar je ouders wonen en waar je opgegroeid bent kan een beveiliging betekenen. Voor Thea is het dit zeker. En nu moet ik die veiligheid doorbreken. Want Thea blijft hier niet, als ze ontslag krijgt. Vanmorgen was ik het roerend met Luiten eens. En dat ben ik in zulke kwesties bijna nooit met een man, maar hij redeneert onontkoombaar. Nu denk ik aan Thea's ouders. Haar vader met zijn eerlijke kop, haar moeder, nog mooi en met hetzelfde karakter. Als Thea met wat nieuws thuis komt, kan er angst in haar | |
[pagina 34]
| |
donkere ogen zijn, angst, omdat ze haar kind haar eigen leed besparen wil. Moeder zou in zo'n geval zeggen, zie het nog een paar dagen aan, kind, komt tijd komt raad... |
|