Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Daar ligt Jeruzalem (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Daar ligt Jeruzalem
Afbeelding van Daar ligt JeruzalemToon afbeelding van titelpagina van Daar ligt Jeruzalem

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (33.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Daar ligt Jeruzalem

(1956)–Jo van Dorp-Ypma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

V

Als een kerstboom, chocolademelk en een prachtige plaat, die nog boven je bed hangt, de eerste dingen zijn, die je je van school herinnert, vindt je het helemaal niet erg om er op de eerste April naar toe te gaan. Vooral niet als je Donderdags daarvoor met je moeder op de kaasbrik naar de markt gereden bent, waar je een schoolbloese kreeg en een nieuwe manchesterbroek, die een soort muziek maakte als je liep. En je mocht op de markt een sponzedoos uitzoeken, en moeder kocht er nog een griffeldoos bij, met een mooie pen erin. Vroeger, vertelde moeder, kreeg ze een griffel met goudpapier erom, dat had zij van haar moeder gekregen en die had het bij hetzelfde kraampje bij dezelfde jood gekocht. Hij heette Japie, en hij had altijd een grapje voor de kinderen.

- Maar braaf leren, zei hij tegen Leen, dan word je professor.

Leen schudde zijn hoofd.

- Ik wil meester worden en bij de kerstboom vertellen.

Japie zei, dat hij dat ook prachtig vond en dat hij maar mooi moest schrijven met zijn prachtige gele pen.

Er staat een bolle wind en de grote witte wolken zeilen door de strakke blauwe lucht, de dotters bloeien en in moeders tuintje voor het huis kleuren de eerste tulpen rood.

Moeder is merakel blomachtig en niemand heeft zo'n mooi tuintje als zij, denkt Leen.

Toen vader eergister aan tafel van de lelies las, die niet arbeiden noch spinnen, zei hij lachend, toen hij de Bijbel dicht sloeg, dat poe dat wel een prachtig hoofdstuk zou vinden.

Poe had geknikt.

[pagina 37]
[p. 37]

Leen Lekkerkerker is ook helemaal niet bang wanneer de meester hem bij de hand neemt en het pokkebriefje, dat Bas hem geeft, leest.

- Zo, jij heet naar je vader, Leen Lekkerkerker.

- Ja meester, knikt Leendert ijverig.

- Ik zal jou naar de juffrouw brengen, praat de meester, en hij knikt naar het lange tengere kind aan zijn zij.

Niks geen broertje van Bassie, die nu bij hem in de vierde zit, en al vraagt wanneer hij van school af mag om zijn vader te helpen.

Het is alsof de juffrouw nog mooier is dan op het kerstfeest. Toen had ze een zwarte jurk aan, maar nu een prachtige bloes, waarop een gouden lammetje als broche. Leen vindt dat prachtig. Hij loopt direct naar haar toe.

De juffrouw kijkt in de klare jongensogen en ziet de rustige manieren. Een kind waar ze zo op het eerste gezicht weinig last van zal hebben.

Hij kan best achteraan.

Daarom loopt ze met hem mee naar de achterste bank vlak bij het raam. Je kan hier een stukje van de tuin van meester zien. Daar bloeien gele narcissen en andere bloemen, dikke witte en blauwe, die Leen niet kent. Later hoort hij dat dat hyacinthen zijn.

- Zet hier je sponzedoos, jo wat een prachtige, maar in het kastje, en ook je griffelkoker. Je krijgt ook nog een pen en een potlood van de juffrouw.

Leen knikt blij, zie je wel, de school is precies zoals hij gedacht had, en achter hem hangt een mooie plaat, kinderen met een schaap, prachtig.

- Ha, die wandelstok!

Nelia rumoert de klas binnen aan de hand van haar moeder. De laatste winter thuis en in de dorpsstraat, heeft haar geen goed gedaan, ze is van een vlug epper ding een brutaal schooiertje geworden.

Leen is gaan zitten. Daar komt het verdrietige weer. Waarom moet Nelia hem altijd uitschelden. Of zou ze vergeten zijn dat hij Leen heet?

[pagina 38]
[p. 38]

- Ik heet Leen Lekkerkerker, zegt hij, zo luid, dat een paar kinderen omkijken.

- Jij heet wandelstok, de mevrouw van de dominee heeft het zelf gezeid op het kerstfeest, wandelstok, met krulletjes op zijn kop.

De tranen springen Leen in zijn ogen. Maar hij wil niet huilen, grote jongens huilen niet, en hij is nou groot, want hij is bijna zes jaar en gaat op de grote school.

- We gaan beginnen kinderen.

Leen weet al, dat hij netjes moet zitten, met zijn handen gevouwen op de rand van de bank, dat heeft z'n zus hem dikwijls genoeg verteld.

Daarom doet hij dat, en de anderen kinderen volgen gauw zijn voorbeeld.

De juffrouw vraagt, wie van de kinderen zo groot is, dat ze al een psalmversje kennen.

Er gaan veel vingertjes omhoog. En de traditie van vele jaren en vele scholen zet zich voort in een beverig Opent-uwen-mond, dat gezongen wordt.

Jullie zijn grote kinderen, zegt juf, en vouwt haar handen. Onder het bidden kijkt Leen naar haar gezicht, ja, ze lijkt toch op Maria van de plaat.

 

Leen zegt er thuis niets van, dat Nelia zijn eerste schooldagen vergalt door hem wandelstok te noemen, en Marrie noch Leen waren er iets van te weten gekomen, wanneer Nelia hem ook niet eens een keer geroepen had toen Bas het hoorde.

Meestal wachtte Leen op Bas, maar nu mocht hij het bord schoonmaken en de bloemen water geven voor de juf, en stond Bas al ongeduldig bij het schoolhek te wippen, hij moest de koeien nog van het achterkampie in de melkbocht jagen als hij thuis kwam en nou most zo'n pork school blijven.

- De wandelstok mot blommen gieten, de wandelstok mot blommen gieten.

Nelia juicht dit over het hele schoolplein heen en Leen,

[pagina 39]
[p. 39]

zijn knuistjes diep in zijn zakken geduwd, rent om de kwelduivel te ontkomen.

- Wat mot jij.

Dreigend staat Bas Lekkerkerker voor het tengere kind, dat hem uit de weg poogt te gaan.

- Ik heb jou niks gedaan, verdedigt zij zich.

- Neen, maar je scheldt mijn broertje uit, en dat laat je.

- Hij is een wandelstok, zegt Nelia, maar ze zorgt dat Bas niet bij haar in de buurt kan komen, hij is een wandelstok, zo'n gekke schietwilg, zegt mijn vader.

Dat is teveel voor Bas. Hij doet een vlugge sprong, pakt het kind bij de dunne mantel.

Krak. Een naad tornt los.

- O, dat heb jij gedaan, dat moet jouw vader betalen.

Bas kijkt naar het hardgroene jurkje, dat door de bruine stof naar buiten komt. Wat weten kleine mannen van tornen of scheuren, en Bassie Lekkerkerker kan niet zien dat deze naad alleen maar met een rijgsteek dichtgehouden was. Hij wil aan Nelia vragen wat het kost, maar die draait zich huilend om, en in de verte hoort Bas nog haar gegil, van: me hele mantel is kapot, dat heeft Bastiaan Lekkerkerker gedaan.

Dan komt Leen eraan, en zwijgend en benepen gaan de twee broertjes naar huis.

 

Bas blijft Sjaan uit de weg, en als Leen Lekkerkerker hem vraagt om zijn daggelder even te helpen met het kalversvoeren, weigert hij beslist. Het is voor Leen senior duidelijk, dat er meer dan rechttoe op school gebeurd is. Hij had Marrie vanmorgen ietewat over een manteltje horen zeggen, en hij had ook wel het verbeten gezicht gezien, waarmee zijn zoon over de strafregels zat.

Nu had hij van zijn moeder geleerd, dat je nooit ruzie om kindergeschreeuw moest maken, want, zei ze erbij, als de moeders elkaar nog uit stonden te schelden liepen de kinderen alweer gearmd over de werf. Maar toen die avond daarop Leen geen brood lustte en pertinent verklaarde, dat hij niet naar school wilde gaan, waarop Grie en Bas elkaar

[pagina 40]
[p. 40]

aankeken, en Bas tussen zijn tanden iets mompelde dat op rotmeid leek, vond Leen, dat het tijd werd, om zich met de zaak te bemoeien.

- Waarom wil jij niet naar school, zoon van mijn, vroeg hij aan Leen.

Twee onwaarschijnlijk grote blauwe ogen keken hem aan. Precies Marries ogen wanneer ze ergens bang voor was, dacht hij ontroerd.

- Om die meid van Sjaan, om Nelia, schettert Gries meisjesstem, overslaand van opwinding. Nelia...

- Je kin wel allemaal tegelijk zingen, maar niet tegelijk praten, ik vroeg het aan Leen.

- Ja Pa.

- Leen zegt toch niks, dat durft ie niet, Nelie pest hem.

- Nou, nou... is dat zo Leen?

Weer die grote blauwe ogen. Dan gaat de krullebol heftig op en neer.

- Waarmee, wil de vader weten.

Het ongelukkige gezichtje van zijn zoon schudt onmerkbaar van nee.

- Nelia zegt, breekt ineens Bas zijn vaders verbod, Nelia zegt Wandelstok tegen Leen. U weet wel, op het kerstfeest maakte de mevrouw van de dominee een grapje dat hij zulke leuke krulletjes had, en net een wandelstok was, dat heeft Nelia gehoord, en nou kan ze hem niet zien of ze zegt het, en daarom heb ik haar mantel ook vastgehouden, ze rukte der eige los, en toen scheurde die, ik dee het helemaal niet expres, maar haar moeder is naar de meester gegaan, hij zei dat de hele mantel vernield was, en dat het laf was, met meide... maar zij mag Leendert toch niet treiteren.

Marrie en Leen senior kijken elkaar aan over het gebogen hoofd met het stugge donkere haar.

- De mantel zat met een rijgdraadje vast, zegt Marrie schamper, maar die meid moest meteen voor d'r broek hebben.

Drie paar kinderogen glinsteren. Nu moeder er zo over denkt, zal alles goed komen.

[pagina 41]
[p. 41]

Het kwam ook goed. Leendert wende aan de naam van Wandelstok en Nelia had zoveel vriendinnen, dat ze Leendert links liet liggen voor ruzies met de dochter van de dominee, met Nellie, die zei dat ze vlooien had.

Alleen kwam er langzamerhand iets anders, Leen, Nelia en Nelly werden de besten van de klas, en er was een stille wedstrijd gaande, wie de hoogste cijfers had. Een wedstrijd, die Nelia de meeste moeite kostte, omdat zij haar thuis niet mee had.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken