aankeken, en Bas tussen zijn tanden iets mompelde dat op rotmeid leek, vond Leen, dat het tijd werd, om zich met de zaak te bemoeien.
- Waarom wil jij niet naar school, zoon van mijn, vroeg hij aan Leen.
Twee onwaarschijnlijk grote blauwe ogen keken hem aan. Precies Marries ogen wanneer ze ergens bang voor was, dacht hij ontroerd.
- Om die meid van Sjaan, om Nelia, schettert Gries meisjesstem, overslaand van opwinding. Nelia...
- Je kin wel allemaal tegelijk zingen, maar niet tegelijk praten, ik vroeg het aan Leen.
- Ja Pa.
- Leen zegt toch niks, dat durft ie niet, Nelie pest hem.
- Nou, nou... is dat zo Leen?
Weer die grote blauwe ogen. Dan gaat de krullebol heftig op en neer.
- Waarmee, wil de vader weten.
Het ongelukkige gezichtje van zijn zoon schudt onmerkbaar van nee.
- Nelia zegt, breekt ineens Bas zijn vaders verbod, Nelia zegt Wandelstok tegen Leen. U weet wel, op het kerstfeest maakte de mevrouw van de dominee een grapje dat hij zulke leuke krulletjes had, en net een wandelstok was, dat heeft Nelia gehoord, en nou kan ze hem niet zien of ze zegt het, en daarom heb ik haar mantel ook vastgehouden, ze rukte der eige los, en toen scheurde die, ik dee het helemaal niet expres, maar haar moeder is naar de meester gegaan, hij zei dat de hele mantel vernield was, en dat het laf was, met meide... maar zij mag Leendert toch niet treiteren.
Marrie en Leen senior kijken elkaar aan over het gebogen hoofd met het stugge donkere haar.
- De mantel zat met een rijgdraadje vast, zegt Marrie schamper, maar die meid moest meteen voor d'r broek hebben.
Drie paar kinderogen glinsteren. Nu moeder er zo over denkt, zal alles goed komen.