Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 1. Liederen met magische, religieuze en stichtelijke thematiek
(1987)–Marie van Dijk, Ate Doornbosch, Henk Kuijer, Hermine Sterringa– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 200]
| |||||
ToelichtingDe tekst komt in Drente veel voor in liedschriften. | |||||
Opname 10 februari 1970 | |||||
[pagina 201]
| |||||
1
Komt vrienden, kameraden
En luistert naar mijn lied
Van hetgeen 'k u zal verhalen
Wat hier onlangs is geschied.
2
Een meisje dat moest baren
Al van een jonge zoon.
Zij bracht het naar de vijver,
Het kind dat was zo schoon.
3
Twee jongens aan de vijver
Die zagen 't snood misbaar.
Een doek om de hals gebonden,
Twee stenen aan elkaar.
4
God liet die stenen drijven
Voor de man die alles ziet.
Een vogel voedt zijn jongen
Maar deze moeder niet.
5
Een vrouw van tachtig jaren
Had dat nog nooit gehoord.
Hoe zulk een wrede moeder
Haar eigen kind vermoordt.
Dit lied werd gezongen door Hilligje Logger-Tuin (geb. 1910), wijkverpleegster in Hilversum, en haar broer Roelof Hendrik Tuin (geb. 1921), leraar in Bussum. Beiden werden geboren in Havelte waar hun ouders een café hadden. Hun moeder was afkomstig uit De Wijk bij Meppel, hun vader kwam uit een oude Haveltse familie. In het gezin Tuin (vader, moeder en vier kinderen) werd het veelgezongen familierepertoire uitgebreid met de liedjes van een huisnaaister (tevens baker) uit Meppel. Mevrouw Logger vertelde dat ze als meisje van tegen de twintig dikwijls op zondagavond met een hele rij vriendinnen op straat wandelde; wat daarbij werd gezongen droeg eveneens bij tot het repertoire (bijlage 12). | |||||
[pagina 202]
| |||||
Data en plaatsen van opname
| |||||
Vermeldingen/LiteratuurGeen |
|