8
Zij nagelden hem aan een kruisje,
Met een doornenkroon op zijn hoofd;
Van twee en zeventig takken,
Van bloede waren zij zo rood.
9
Al in de naam des Vaders,
En des Zoons en des Heiligen Geest,
De zangeres, Gertruda Gerdina Johanna Broeren-Peters rit (1899-1978) te Oeffelt, werd geboren in Haps, waar haar ouders een café en een winkel hadden. Er woonden in Haps meer families met de naam Peters, vandaar, ter onderscheiding, de toevoeging rit (betekenis onbekend). Mevrouw Broeren leerde de meeste liederen van haar moeder, een aantal van een tante en nog enkele op de boerderij waar ze enige tijd in betrekking was. In 1970, twee jaar na de dood van haar man, zond ze ons voor het eerst een paar liedteksten. In de daarop volgende jaren schreef ze er tientallen op; het merendeel daarvan werd door ons opgenomen. 't Was op een Witten Donderdag is het enige lied dat ze in haar jeugd heeft opgeschreven, nadat ze het haar moeder enkele malen had horen zingen.