Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 1. Liederen met magische, religieuze en stichtelijke thematiek
(1987)–Marie van Dijk, Ate Doornbosch, Henk Kuijer, Hermine Sterringa– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ToelichtingDe tekst berust, wellicht via een Latijns carmen van Petrus Damiani (elfde eeuw), op teksten uit het Oude en Nieuwe Testament, nl. Hooglied 3, 1-4 en Mattheus 25, 6 (fragment uit de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden)Ga naar eind1.. De zangers waren zich niet bewust van de mystieke aard van het lied. Wel werd het algemeen ervaren als een stemmig lied, dat met zorg moest worden gezongen; dit heeft er waarschijnlijk toe bijgedragen dat er zowel wat betreft de tekst als de melodie nagenoeg geen afwijkende varianten zijn ontstaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opname 27 februari 1967 1
Wat hoor ik daar in 't midden al van de nacht?
Het is mijn minnaar, ik had hem niet meer verwacht.
Ach minnaar laat mij met rust,
Ik lig in mijn slaap gerust,
Met jou te paren heb ik geen lust.
2
Maar als mijn minnaar van mij is weggegaan
Ga ik hem zoeken en trekken manskleren aan.
'k Zal zoeken van straat tot straat,
'k Zal zoeken al waar hij gaat,
Hij is mijn troost en mijn toeverlaat.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
Ach lieve schildwacht, hebt gij hem ook niet gezien?
Hij is blank van wezen, kom luister eens naar mijn liên.
Twee oogies als ene kristal,
Twee lippies als een koraal,
Zeer blank van wezen en schoon van taal.
4
Ginds komt hij aan, hij is er mijn bruidegom,
'k Zal hem begroeten en heten hem wellekom.
Wees wellekom mijn zoetlief,
Mijn hart is tot uw gerief,
Ik doe u open, ik heb u lief.
5
Kom treed wat nader, kom zet u eens bij mij neer.
Laat ons gaan paren en leven in deugd en eer.
'k Zal plukken de bloemetjes schoon,
'k Zal ze vlechten tot enen kroon,
En het hemels hofje is tot uw loon.
De zangeres, Fennechien Kies-van der Veen te Wieringerwerf, werd geboren in 1906 te Valthe waar haar ouders, afkomstig uit Valtherveen, een boerderij hadden. Veel liederen leerde mevrouw Kies van haar moeder. Nadat ze met haar man naar een boerderij in de Wieringermeer verhuisde heeft ze haar grote repertoire, bestaande uit verhalende liederen, kluchtliederen en kinderliedjes, in schriften opgetekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Wat hoor ik hier, in 't midden al van den nacht? (het zoekende meisje)Facsimile van een liedblad, gedrukt in Amsterdam bij F.W. Vislaake, Rozenstraat 148.
Het zoekende meisje.
Wat hoor ik hier,
In 't midden al van den nacht,
Het van mijn minnaar,
Ik bad hem niet verwacht,
Ach minnaar laat mij er met rust,
Ik leg en ik slaap gerust. } bis.
Met u te paren heb ik geen lust, }
Met u te paren heb ik geen lust.
Zoodra als mijn minnaar
Van mij was weg gaan,
Zoo zal ik hem gaan zoeken,
En trekken manakleederen aan,
Ik zal zoeken van straat tot straat
Ik wil zoeken waar of bij gaat, } bis.
Hij is mijn troost en mijn toeverlaast }
Hij is mijn troost en mijn toeverlaast
Ach lieve schildwacht
Heht gij hem niet gezien.
Zeer blank van weezen,
Ach laister naar mijn lien.
Twee oogen als een koraal,
Twee lipjes als een kristal, } bis
Zeer schoon van wezen, zeer schoon van sea }
Zeer schoon van wezen, zeer schoon van sea
Haar komt hij aan,
Hij is nu mijn bruidgeom,
Ik wil hem groeten,
En wooschen hem wellekom.
Zijt welkom mijn zoot liet,
Mijn hart is tot uw gerief,
En doet daar mede wat u belieft } bis.
En doet daar mede wat u belieft }
Word gezongen en verkocht door H. JORNA.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Data en plaatsen van opname
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KaartZie de volgende pagina. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vermeldingen/LiteratuurDaan 1950, 333-334; Kunst 1951, 84-93; Meertens 1938, 50; Veurman 1968, 249-250; Veurman en Bax 1944, 63-64. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|