Moderne sociologie
(1959)–J.A.A. van Doorn, C.J. Lammers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| ||||||
Hoofdstuk XI
| ||||||
[pagina 300]
| ||||||
lectief ritueel openbarende groepseenheid’Ga naar eind279. hetgeen duidelijk een denkfout is. Zoals overigens al uit het citaat van Durkheim blijkt, geldt het postulaat van de integrerende werking van het ritueel niet alleen terzake van religieuze cultuurelementen. Ook op tal van andere levensterreinen kan men waarnemen, dat geregelde samenkomsten een soort ‘réveil-functie’ hebben voor het normbesef. Hierbij behoeft men slechts aan politieke massa-bijeenkomsten, landdagen en congressen van allerlei verenigingen en organisaties te denken. Ook drukbezochte verjaardagen in de familie, gemeenschappelijke maaltijden en uitstapjes van het gezin, militaire parades, universitaire promoties of diësvieringen, alsook het bijeenkomen ter gelegenheid van een jubileum van een bedrijfsmedewerker kunnen een zeker ritueel karakter hebben, waardoor de onderlinge band versterkt wordt. Door het contact met de andere leden van de groepering krijgt het besef van gemeenschappelijk ergens in te geloven, ergens naar te streven en ergens voor te voelen een stimulans. De veelal ‘sluimerende’ cultuur wordt dan als het ware nieuw leven ingeblazen.Ga naar eind280. Kenmerkend voor een rite of ceremonie is niet de samenkomst van een maximaal aantal leden van de groepering op zichzelf. Wanneer een groot aantal Nederlanders zich op de Dam in Amsterdam verzamelt om daar het schouwspel van een verkeersravage gade te slaan, is er geen sprake van een ritueel. Komen zij echter op de Dam samen ter gelegenheid van de dodenherdenking op de 4e mei, dan voltrekt zich een bepaalde ceremonie. Gezamenlijk neemt men twee minuten stilte in acht, gezamenlijk ziet men toe hoe enige hoogwaardigheidsbekleders een krans bij het Nationaal Monument leggen, en gezamenlijk zingt men het Wilhelmus. Een ritueel heeft altijd een strak-gestileerd karakter.Ga naar eind281. Riten zijn aan nauwkeurige voorschriften onderworpen; het zijn de collectieve interactievormen van een groepering, die sacraal van aard zijn en gemeenschappelijke cultuurelementen vertolken. Ten eerste is de gang van zaken bij het ritueel altijd min of meer vastgelegd in een aantal preciese normen. Het gaat om in hoge mate geïnstitutionaliseerde handelingen. De vruchtbaarheidsriten van het primitieve volk, de liturgie in de kerk, het militair ceremonieel, de huldiging van de jubilaris op | ||||||
[pagina 301]
| ||||||
kantoor, de huwelijks- en begrafenisriten enz. zijn door de cultuur tot in details geregeld. Een inbreuk op deze normen wordt veelal hoog opgevat. Bekend is, dat vele primitieve volkeren een magische rite krachteloos achten, wanneer maar in enig detail van de geijkte formuleringen of activiteiten wordt afgeweken. Ten tweede - en dit hangt nauw samen met de culturele standaardisering van het ritueel - zijn riten en ceremoniën altijd gekenmerkt door een zekere plechtstatigheid, door een gewijde sfeer. Men kan een sacrale handeling het best omschrijven als een handeling, waarbij gevoelens van eerbied voorgeschreven zijn. De sacrale situatie is altijd scherp gescheiden van de profane situatie.Ga naar eind282. De rite is dan ook meestal onttrokken aan de sfeer van het alledaagse. In de rite en ceremonie wordt de sleur van de routine van het groepsleven doorbroken, zodat het gebeuren voor het besef van de betrokkenen iets bijzonders wordt. Ten derde wordt in de definitie gesteld, dat in de rite altijd bepaalde normen, waarden, doeleinden of verwachtingen van de groepering vertolkt worden. Waar het om gaat is, dat qua inhoud de ceremonie of de rite een communicatieproces is, waarbij de leden van de groepering elkaar in kennis stellen van de hen bezielende gelijkgezindheid. De communicatie die inherent is aan de rite, bestaat dus uit een soort ‘circuleren’ van de door allen gedeelde cultuurelementen. Hierbij gaat het zowel om bewuste als om symbolische communicatie. De geestelijke legt in zijn preek de nadruk op de religieuze waarden en verwachtingen van de gemeente, terwijl deze geloofsovertuigingen ook in de samenzang, het gebed en de belijdenis onder woorden gebracht worden.Ga naar eind283. Daarnaast echter kunnen kerkmuziek, voorstellingen zoals beelden, kruisen, wandschilderingen en symbolische handelingen (zegenen, knielen, gezamenlijk het avondmaal gebruiken of ter communie gaan) door middel van de geijkte betekenissen, die deze zaken voor de gelovigen hebben, als communicatie van de religieuze cultuur fungeren.
Het onderscheid tussen riten en ceremoniën enerzijds en gewoonten of gebruiken anderzijds is gradueel van aard. In beide gevallen is er sprake van een culturele normering van | ||||||
[pagina 302]
| ||||||
het handelen. De mate echter, waarin de interacties sacraal van aard zijn en een bepaalde vertolking van gemeenschappelijke cultuur inhouden, kan niet alleen voor diverse groeperingen en voor diverse interactiepatronen, maar ook voor verschillende aan de collectieve actie deelnemende groeperingsleden uiteenlopen. Terwijl de kerkgang voor de gelovige een zinvolle en plechtige handeling is, kan zij voor de door zijn ouders gestuurde puber een zinloze en ridicule bezigheid zijn. Hoewel een militaire parade voor de vaderlandslievende toeschouwer een ietwat sacrale gebeurtenis is, waarin de ‘grandeur’ en de waarde van de natie tot uiting komen, houdt zij voor de apathische rekruut niets meer in dan een onbegrijpelijke verspilling van energie en belastinggeld. Zo kan ook het eten voor de één een noodzakelijk kwaad en voor de ander een rituele handeling zijn. In het gezin verkrijgen bijv. bepaalde spelletjes met de kinderen, die altijd zó en niet anders herhaald moeten worden, rituele trekken. Weliswaar is in zulke situaties niet veel te bespeuren van het vertolkingselement van de rite - althans niet voorzover het de participerende ouderen betreft - maar het geïnstitutionaliseerde karakter en de plechtige ernst waarmee de verrichtingen volbracht worden, zijn aanwezig.
Evenals cultuuroverdracht en sanctionering kan men ook het ritueel opvatten als een karakteristiek soort sociale betrekkingen en -verhoudingen. Bij het ritueel gaat het altijd om een periodieke ‘verdichting’ van de sociale betrekkingen in de groepering. Op gezette tijden wordt de frequentie van interactie in het kader van geïnstitutionaliseerde vormen van samenwerking hoog opgevoerd. Juist omdat de gemeenschappelijke cultuur de basis van het rituele gebeuren vormt, zal deze sociale verdichting tevens bijdragen tot versterking van de positieve sociale integratie van de groepering in kwestie. Daarmee komt aan het licht hoezeer het ritueel een functie heeft zowel voor de culturele eenheid als voor de structurele stabiliteit van de groepering. Immers, versterking van de integratie betekent doorgaans tevens bevordering van gelijkgezindheid. Voorzover het gaat - zoals hier - om eensgezindheid ten aanzien van gemeenschappelijke waarden, doeleinden en normen, kan men | ||||||
[pagina 303]
| ||||||
riten en ceremoniën beschouwen als periodieke processen van re-institutionalisering. Uit dit alles volgt dat elke collectieve manifestatie van een groepering in kiem een rite is. Inderdaad kan iedere willekeurige samenkomst van de leden van een groepering mede een zekere invloed uitoefenen op het groepsmoreel en het gemeenschappelijk cultuurbesef. De emotionele betekenis ervan vloeit voornamelijk voort uit het geïnstitutionaliseerd karakter van de gang van zaken. De sacrale wijze waarop de gebeurtenissen gecentreerd zijn om een bepaald cultureel thema, intensiveert de psychische relevantie van dat thema. Het gevolg is dat de belangrijke waarden, normen en doeleinden van de groepering in het brandpunt komen van processen die juist op een bevordering van convergentie zijn gericht.
Er is een uitgesproken samenhang tussen het collectief ritueel enerzijds en cultuuroverdracht en sanctionering anderzijds. Wat het eerste betreft, de zgn. ‘initiatieriten’, de plechtigheden waarmee de nieuweling in de groepering wordt ingelijfd, hebben niet slechts voor de geïnitieerde, maar ook voor de groepering functionele betekenis. Dank zij een imposante entourage tracht men de noviet, de adspirant-officier, en het kerklid dat belijdenis des geloofs aflegt, te doordringen van het gewicht van de toetreding tot de gemeenschap. Hierbij worden in de toespraken en gebezigde symboliek de idealen van de groepering doorgaans duidelijk naar voren gebracht. De aanwezigheid van een groot aantal groeperingsleden draagt ertoe bij het besef van een imposante sociale gebeurtenis te versterken. De gehele collectieve ‘mise en scène’ van het ritueel fungeert als het sluitstuk van de voorafgaande periode, waarin de basis voor de enculturatie gelegd werd. Met de woorden van de etnoloog Malinowski: ‘An unforgettable experience, unique in the life of the individual, is created, and by this he learns the doctrines of tribal tradition and the rules of its morality’.Ga naar eind284. Tegelijkertijd echter worden de omstanders opnieuw in een indrukwekkende ‘setting’ herinnerd aan de waarden en idealen van de groepering. Het publiek dat de initiatieplechtigheid bijwoont, ondergaat eveneens de werking van het collectief ritueel. Het is een gelegenheid, waarbij de groepscul- | ||||||
[pagina 304]
| ||||||
tuur in de ontvankelijk geworden geesten ingeprent wordt. Soortgelijke rituele aspecten kan men echter ook ontwaren aan meer alledaagse situaties, waarin cultuuroverdracht plaatsvindt. Malinowski heeft in een scherpzinnige studie de sociale functies van mythen geanalyseerd.Ga naar eind285. Hij komt o.m. tot de conclusie, dat het verhalen van mythen omtrent de bovennatuurlijke oorsprong van allerlei gebruiken in de primitieve gemeenschap de tradities bevestigt en versterkt. Een en ander geldt ook voor onze samenleving. De gevierde oud-international, die in de kring van de sportclub de heldendaden van een vorige generatie verhaalt; de oudgediende militair die fabelachtige staaltjes van moed en inventiviteit uit vroeger dagen vertelt; de ouderejaars in het studentendispuut, die breedvoerig het glorietijdperk van enige jaren terug beschrijft; het zijn allemaal gevallen van het ‘celebreren’ van mythen omtrent het verleden. Doorgaans worden bij dergelijke verhalen door de oudere generatie met nadruk de tradities, waarden en idealen van de groep overgedragen aan de jongeren, die met ontzag een en ander beluisteren. Het zijn veelal een soort ‘informele’ riten, die voor de nieuwelingen in de groepering een enculturerende functie hebben, maar tevens de culturele binding stimuleren van de ouderen die de verhalen wellicht al honderd maal gehoord hebben. Merkwaardig is, dat de verteller in zijn verhaal impliciet of expliciet meestal de suggestie verwerkt, dat het vroeger allemaal zoveel fraaier en beter was dan nu. Hierdoor accentueert de oudere het rangverschil tussen zijn generatie en de jongeren, wat betreft de naleving van de normen. De functie van dit soort lichte ‘statusdepreciatie’ van de huidige generatie is een prikkelen van de ambities der jongeren. De glorificatie van het verleden in de mythe is daarom een belangrijk onderdeel van dit soort ritueel. De ‘jeugd’ wordt erdoor opgewekt in status te stijgen door het net zo goed en flink te gaan doen als ‘vroeger’. Hetzelfde geldt voor het strafritueel. Durkheim merkte reeds op, wellicht met enige overdrijving, dat niet zozeer de delinquent als wel de brave burger de heilzame werking van de straf ondergaat.Ga naar eind286. Door het gadeslaan of zelfs maar vernemen van de bestraffing, wordt - zoals het heet - ‘het rechtsgevoel bevredigd’. In het vonnis en de tenuitvoerlegging van de strafmaatregel ziet het groeperingslid, dat zich wel wacht voor ernstige overtredingen, een bevestiging van de | ||||||
[pagina 305]
| ||||||
juistheid en de gelding van de norm. Het betekent voor hem een aansporing tot naleving van de normen. Inderdaad valt niet te ontkennen dat de rechtspleging geprononceerde rituele trekken heeft. De toga's van rechters en advocaten, de plechtige toon, het bezigen van hoogdravende taal en soortgelijke verschijnselen duiden op een verwantschap met de gang van zaken bij een godsdienstoefening, een militaire ceremonie en de inhuldiging van een nieuwe vorst. Ook echter de meer ‘informele’ rechtspleging in het interpersoonlijk verkeer kenmerkt zich vaak door enig ritueel, ondanks de afwezigheid van de pompeuze sfeer van de strafbedeling in de grotere collectiviteiten. De vader of de onderwijzer, die een kind de les leest, zal dit veelal op een ietwat plechtstatige wijze doen. Door intonatie en woordkeus geeft de gezagsdrager zo'n situatie een ceremonieel tintje, wat de functie heeft van een beklemtonen van het gewicht van het gebeuren voor de persoon van de overtreder en de ‘beledigde’ groepering. Een ander voorbeeld van ritueel is de visite of het zgn. beleefdheidsbezoek waarop buren, collega's, kennissen en familieleden elkaar op gezette tijden onthalen en waaraan eveneens rituele trekken te onderscheiden zijn. In vele kringen wint de ‘cocktailparty’ het tegenwoordig, maar hoe verschillend dan ook van toon, én de visite én de ‘party’ kennen duidelijke regels omtrent wijze van begroeting, omgangstoon, tractaties, het leveren van ‘contraprestaties’, e.d. In al dit soort samenkomsten wordt een bepaalde solidariteit van een of andere kring of club of familie benadrukt en worden voor die groepering kenmerkende waarden, normen of verwachtingen ingescherpt.Ga naar eind287. Het is wellicht niet toevallig, dat in de culturele antropologie zoveel meer aandacht besteed is aan het ritueel dan in de sociologie. Misschien hangt dit wel samen met de omstandigheid, dat in onze moderne samenleving algemeen-erkende religieuze en magische riten een minder opvallende plaats innemen dan in het leven van primitieve volken. Het is mogelijk, dat in de huidige Westerse maatschappij, waar rationele beheersing van het natuurgebeuren steeds meer op de voorgrond treedt, minder behoefte bestaat aan bepaalde soorten riten.Ga naar eind288. Malinowski betoogt, dat primitieven hun toevlucht nemen tot magische riten, speciaal | ||||||
[pagina 306]
| ||||||
in dreigende, riskante situaties; het ritueel verschaft volgens deze auteur de mens emotionele zekerheid en zelfvertrouwen in kritieke omstandigheden, waarover hij geen macht heeft.Ga naar eind289. Met name door Radcliffe-Brown is deze theorie scherp bekritiseerd.Ga naar eind290. Deze antropoloog - sterk beïnvloed door Durkheim - stelt o.m. dat ook magische riten vooral een versterking van saamhorigheidsbesef en gemeenschappelijke waarden in de groepering dienen. Zoals Homans echter op overtuigende wijze heeft beredeneerd, sluiten beide interpretaties elkaar geenszins uit.Ga naar eind291. Ook vanwege de psychische effecten van een ‘geslaagd’ ritueel levert magie een bijdrage aan de groepssolidariteit: Neemt men nu aan dat magische riten vooral een functie hebben voor een sociaal systeem indien de duurzaamheid van dat systeem bedreigd wordt door externe gebeurtenissen (agressie door de vijand, ziekte en dood van de leden, gebrek aan voedsel e.d.), dan is hierin wellicht een reden te vinden voor een afnemende betekenis van zulk soort riten in onze maatschappij. De ontwikkeling van wetenschap en techniek immers, biedt aan de moderne mens middelen om zich tegen allerlei dreigingen te wapenen; misschien heeft daarom een moderne maatschappij in het algemeen minder behoefte aan magie. Aan deze generaliserende uitspraak moet echter meteen toegevoegd worden, dat 1. magische riten ook in een Westerse samenleving nog allerminst verdwenen zijn en dat 2. een verminderde betekenis van magische riten geen afname van riten in het algemeen hoeft in te houden. Wat het eerste punt betreft, zij erop gewezen dat wat voor de één rationele wetenschapstoepassing is, voor de ander pure magie kan zijn. Veel artsen zijn er van doordrongen, dat een zelfbewust en plechtig optreden, ook afgezien van de effectiviteit van de toegediende medische therapie op zichzelf, resultaten bij een patiënt kan boeken. Voorts hoeft men maar te denken aan verschijnselen als gebedsgenezing, astrologie en mascottes om ervan overtuigd te raken, dat ook in een ‘rationele’ maatschappij nog magie te vinden is. Met betrekking tot het tweede punt kan men opmerken, dat juist in de moderne maatschappij allerlei doorgaans niet als zodanig onderkende interactievormen toch - sociologisch bezien - een geprononceerd ritueel karakter hebben. In de | ||||||
[pagina 307]
| ||||||
gewijde sfeer van een concert, een academische promotie, een nationalistische manifestatie of een politieke betoging herkent de socioloog de kenmerken van het ritueel: het sacrale, de strikte normering en de vertolking van gemeenschappelijke cultuurelementen.Ga naar eind292. Misschien impliceert de ontwikkelingsgang van primitieve naar moderne samenleving niet zozeer een algehele vermindering van ritueel in het sociale leven, als wel een geleidelijke vervanging van scherp omlijnde en universele riten en ceremoniën door diffuse, gespecialiseerde en alternatieve vormen.
De slotsom van al deze beschouwingen is dat vele, zo niet alle groeperingen instituties kennen, waarin voorzieningen voor allerlei riten en ceremoniën getroffen worden. Het collectief ritueel fungeert als stimulans voor de groeperingscultuur. Door een bijdrage voor de culturele eenheid van de groepering te leveren, heeft het ritueel een functie voor het voortbestaan van de sociale structuur. | ||||||
Aanbevolen literatuur bij hoofdstuk XI
| ||||||
[pagina 308]
| ||||||
|
|