I. Huwelijkssluitingen en echtscheidingen in Nederland naar kerkelijke gezindte, van 1960 t/m 1972 |
68 |
II. Aggregate matrix for 18 sessions of six-man groups, all types of activity |
76 |
III. Kijknormen en kijkgewoonten van leerlingen in het eerste en tweede leerjaar bij het lno, ulo en vhmo uit gezinnen, waar een televisietoestel is, naar geslacht |
149 |
IV. Werkstakingen in Nederland van 1906-1973 |
151 |
V. In steden woonachtig gedeelte van de wereldbevolking (in procenten) |
192 |
VI. Toename van de bevolking, de bevolkingsdichtheid en de verstedelijking in Nederland van 1900 tot 1970 |
193 |
VII. De Nederlandse beroepsprestige-stratificatie (1953) |
211 |
VIII. Aantal leerlingen en studenten dat voortgezet of wetenschappelijk onderwijs ontvangt, uitgedrukt in promilles van de desbetreffende Nederlandse bevolkingscategorieën, van 1900 tot 1968 |
278 |
IX. Beroepsniveau en inkomen van een steekproef uit de Nederlandse bevolking, in 1971 |
316 |
X. Studenten aan universiteiten en hogescholen in Nederland naar sociale herkomst, 1936 tot 1970 |
320 |