Gevangen in de tijd
(2002)–J.A.A. van Doorn– Auteursrechtelijk beschermdOver generaties en hun geschiedenis
[pagina 23]
| |
1 Old soldiers never die | |
[pagina 25]
| |
[Inleiding]We zullen ons door de gebleken weerbarstigheid van het begrip generatie niet laten ontmoedigen. Daar we in het bijzonder geïnteresseerd zijn in generaties als historisch-sociologische eenheden, kunnen we vooruitlopend op een nadere analyse, volstaan met deze eenvoudige werkdefinitie: een generatie bestaat uit personen van ongeveer dezelfde leeftijd die gegeven hun historische gesitueerdheid een eigen verhaal hebben te vertellen. Daar zij hetzelfde verleden delen, zullen zij aan de hand daarvan een specifiek generatiebesef ontwikkelen. Dit besef zal in het algemeen pregnanter zijn naarmate de gemeenschappelijke ervaringen een sterker stempel op de generatie hebben gedrukt. Het blijft dan niet bij tijdgebonden verhalen en beelden maar er ontstaan specifieke gedragspatronen en mogelijk sociale formaties die zich langere tijd weten te handhaven, relatief ongevoelig voor de inmiddels optredende maatschappelijke en culturele veranderingen. Gegeven deze omschrijving valt het te verwachten dat oorlogen in hoge mate generatievormend werken. De gebeurtenissen zijn immers dermate bedreigend en ontwrichtend en ze raken bovendien zo grote delen van de totale bevolking, dat degenen die dit hebben meegemaakt hun leven voorgoed zullen indelen naar een vooroorlogse en een naoorlogse periode. Een oorlogsgeneratie vormt overigens geen eenheid. In ieder geval moet onderscheid worden gemaakt tussen militairen en burgers. De eersten zullen in het algemeen meer gevaar lopen, zwaardere beproevingen ondergaan en hogere offers brengen. Men mag daarom verwachten - de geschiedenis laat het overvloedig zien - dat juist veteranen bij uitstek een generatiebewustzijn ontwikkelen en generationale organisaties in stand houden. De militaire eenheden waartoe ze hebben behoord, leven vaak als veteranenbonden voort. Extra generatiebevorderend werkt de betrekkelijk homogene leeftijdsopbouw. Zeker in het geval van dienstplichtlegers zijn het grotendeels leeftijdgenoten die onder de wapenen komen. | |
[pagina 26]
| |
In de Nederlandse geschiedenis is het slechts één keer voorgekomen dat gedurende enkele jaren achtereen grote aantallen dienstplichtigen, lichting na lichting, werden opgeroepen om bij een gewapend conflict te worden ingezet. Het gebeurde in de naoorlogse jaren bij de uitzending van Nederlandse troepen naar Indië, ter versterking van het Indisch leger aldaar. Het infanteriebataljon waarvan ik deel uitmaakte, kan als voorbeeld dienen: het was zeer overwegend uit dezelfde paar jaarklassen samengesteld.Ga naar eindnoot1 Hoewel de voormalige Indië-militairen een sociale categorie vormen die alle kenmerken van een generatie heeft, worden ze in de literatuur over het generatievraagstuk nergens genoemd. Toch is het algemeen bekend dat deze veteranen zich al een halve eeuw met grote vasthoudendheid, met verbetenheid zelfs, aan het eigen verleden vastklampen. Reden genoeg dus om hun geschiedenis in termen van generatievorming te onderzoeken. Pas daarna zullen we het generatievraagstuk systematischer aan de orde stellen. Dit eerste hoofdstuk moet worden gezien als een terreinverkenning. |
|