Vereenigde dichtwerken. Deel 3. 1866-1878. Nieuwste gedichten
(1878)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
Aan den Waalschen volksdichter Antoon Clesse.Gij zingt: - het Vaderland juicht toe,
Op u is Belgie fier;
De Vrijheid hoort, u wel te moê,
De Kunst omkranst uw lier.
Gij voert ons met uw blijheid meê,
Als ge, in uw werkmanskring,
Een lied zingt van geluk en vreê
En smeedt geweer en kling.Ga naar eindnoot1)
Dáár welt de bron van uw gevoel,
Dáár kweekt ge uw poëzij,
En voelt, voor 's wereld praalglans koel,
U 't hart steeds vrij en biij.
Dáár wint ge 't brood voor uw gezin,
Voor 't Vaderland een kroon:
Ja, arbeidslust met lettermin
Brengt dubbel roem, Antoon.
Dáár vlamt u 't bloed, als ge in uw lied
U op bedillers wreekt,Ga naar eindnoot2)
Wier onmacht pijlen op u schiet,
Die gij met fierheid breekt.
| |
[pagina 77]
| |
Schoon 't Ordekruis op uwe borst
Uw Dichtkunst eer aandoet,
Nog eedler schonk u de Oppervorst:
Den adel van 't gemoed!
ô, 'k Min dien adel, 'k min dat hart,
Waarin 't geschreven staat,
Dat 't lijdt bij elke broedersmart
En deugd er heerschen laat.
Dat dan uw lied het Land doorklink'
Als hemelsch harpakkoord,
Uw geest straal troostvol uit en blink,
Begeestrend Zuid en Noord!
- 1873. -
|
|