Vereenigde dichtwerken. Deel 2. 1850-1869. Najaarsvruchten en winterbloemen(1877)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] De krijgsman aan zijn oorlogspaard. Sla niet zoo droef den blik op mij, Mijn stervend dier, och zie, hoe 'k lij. Gij treft mij diep, gij roert mij 't hart, Met mij hebt gij den dood getart. Mijn dapper paard, mijn makker steeds, Nog houdt gij moed, al sterft ge reeds. Wij vielen zaam, maar, door uw moed, Ontkwam ik uit een zee van bloed. Wat baat mij de overwinningsglans? Mijn roemrijk zwaard? mijn heldenkrans? Gij waart de kloekste strijder, gij; Uw moed ontstak zijn vuur in mij. Uw droevige aanblik in den dood, Verplet mijn ziel, ô strijdgenoot! - 1862. - Vorige Volgende