Vereenigde dichtwerken. Deel 1. 1826-1850. Madelieven en avondlamp

(1876)–Maria Doolaeghe– rechtenstatus



[pagina 176]
Nieuwjaarswensch. - 1849. - Geweken is het gruweljaar Van oproer en van ramp! Het drukte ons heil, den Handel, zwaar, Bij wreede volkenramp. Gij, die van daag zijn loopbaan sluit, En uw geboort verkondt, O Nieuwjaar, wisch dat schrikpad uit; Doof krijgsrumoer en lont! Europa rookt van 't burgerbloed, Dat van de zwaarden droop, Gezwaaid door wrok en beulenmoed Van d'uitgebroken hoop. Hervormingsgeest voert dolheid aan, En rukt de troonen om: Wijs gij der Vrijheid de echte baan, En schoor haar heiligdom. Sla neêr den moed, die slechts ontbrandt Uit broedernijd of wraak: Steun hem, die voor het vaderland Ter wachte sta en waak.
[pagina 177]
Schenk aan 't Altaar zijn majesteit En reine hemelmacht, Den Volken trouw en vroed beleid, Den Vorsten wijsheidskracht. Zoo stort ge uit uwe hand den schat Der rust, met juichend oog. 't Is daarom, dat ons harte bad, Toen de angst ons tegenvloog. Niet strafloos rende ons 't oproer toe, Met Frankrijks ijzren staf: Het vond hier ban en geeselroê Voor 't ons gedolven graf. Blink uit, ô Nieuwjaar, boven 't hoofd Van 't ons zoo dierbaar oord, Dat elk om Burgergrootheid looft, Waar Vrede ons zoet bekoort. Omglans den Belg, die aan heel de aard' Dit edel voorbeeld schonk, En Vorst- en Volks-Eer hield bewaard, Toen alles schokte en zonk. Herschep het kwijnend volksbestaan, Leg d'oproergeest aan band, En voer weer 's Handels heilstroom aan, Tot steun van 't Vaderland! - 1849. -