| |
| |
| |
Algemene inlichtingen
visa
Reizigers moeten in het bezit zijn van een geldig paspoort, waarop men zonder moeite een toeristenvisum verkrijgt. Hiervoor moet men een kort formulier invullen (pasfoto's zijn niet meer nodig). Men ontvangt het paspoort terug tezamen met een groene kaart, die bij de uitreis ingeleverd moet worden. De kosten voor een toeristenvisum, dat dertig dagen geldig blijft, inclusief de dagen der grensoverschrijdingen, bedragen de tegenwaarde van 1 dollar. Het is ook mogelijk een dubbel visum te krijgen voor twee in- en uitreizen. Verlenging dient tijdig te worden aangevraagd; er is geen respijttermijn meer. Deze verlenging kan ook bezorgd worden door hotelportiers, kampbeheerders en reisbureaus (tegen een geringe vergoeding voor de bemiddeling). Voor Nederlanders is het ook mogelijk op een geldig paspoort een toeristenvisum te verkrijgen aan de meeste grensovergangen. Dit betekent echter een kort oponthoud en dubbele visumkosten.
| |
douaneformaliteiten
De douaneformaliteiten zijn tot het uiterste vereenvoudigd. Anders dan vroeger behoeven camera's, schrijfmachines, veldkijkers, kampeermateriaal enz., mits strikt bestemd voor eigen gebruik, niet meer te worden aangegeven. Alle buitenlandse geldwaarden kunnen onbeperkt en zonder
| |
| |
aangifte worden ingevoerd. Aan Joegoslavisch geld mag echter slechts een bedrag van 1500 dinar per persoon worden in- en uitgevoerd, in biljetten van 100 dinar of kleiner. Bij de uitreis moet het meerdere worden gedeponeerd. Er bestaat een procedure om dit gedeponeerde geld via de Joegoslavische Nationale Bank (Narodna Banka) na enige tijd in eigen munt terug te krijgen. Deze procedure is echter omslachtig en leidt proefondervindelijk tot teleurstellingen. Het verdient daarom aanbeveling bij de reischeques ook kleine coupures mee te nemen, om de uitgaven te dekken tijdens de laatste verblijfdagen. Aan alle grote grensovergangen zijn thans wisselkantoren gevestigd.
Douaneformulieren in tweevoud worden nog slechts uitgereikt aan autoreizigers, die daarop merk en nummer van de auto moeten invullen. Het dubbel moet bij de uitreis worden ingeleverd. Het landelijke rijbewijs wordt in Joegoslavië erkend. De groene assurantiekaart is niet vereist. Met de meeste nadruk moet worden gewaarschuwd tegen pogingen om per auto in Joegoslavië schaars verkrijgbare artikelen, zoals horloges en dergelijke, het land in te smokkelen. Smokkelwaar plus vervoermiddel worden dan zonder pardon in beslag genomen.
| |
wenken voor automobilisten
De laatste jaren is de Joegoslavische petroleumproduktie van eigen bodem snel toegenomen, het staatsmonopolie ‘Jugopetrol’ is efficiënter gaan werken en de ellende met slechte pingelbenzine behoort daarom voorgoed tot het verleden. Aan een groot aantal nieuwe benzinestations, die de gehele dag geopend zijn en nooit verder dan 100 km uit elkaar liggen, is volledig klopvaste benzine van 84 octaan verkrijgbaar tegen de prijs van 80 dinar per liter, alsmede dieselolie tegen 69 dinar per liter. In kleinere plaatsen zijn de pompen doorgaans 's middags gesloten. In
| |
| |
vele plaatsjes zonder pomp is een opslagplaats van Jugopetrol, waar vanuit vaten getankt kan worden in jerrycans. Behalve de gewone benzine van 70 octaan is daar soms ook 84-octaanbenzine verkrijgbaar; men rekene daar echter niet op. Het komt nog wel eens voor, dat een enkele pomp in het binnenland een dag of meer droog staat. Het blijft daarom verstandig om tijdens ritten buiten de snelwegen overal vol te tanken waar men de gelegenheid krijgt.
De Joegoslavische olie is goed, maar ze is geen doopolie. Importsmeerolie kost 3 à 4 maal zo duur als in West-Europa. Het meenemen van één of meer olieverversingen, al naar gelang van het traject dat men rijden wil, bespaart dus reisgeld. Op de Joegoslavische steenslagwegen rijdt men bij het passeren van tegenliggers in dichte stofwolken. Op grote reizen dringt dit stof op den duur overal door. Het laten aanbrengen van een extra zeef in de benzineleiding voorkomt voor hen, die lange trajecten willen rijden, verstopping van carburateursproeiers. Voor lange tochten over stoffige steenslagwegen is het verder absoluut noodzakelijk om de oliebadfilter van de carburateur te vullen met dikke olie (SAE 50). Dunne olie laat namelijk kleine steentjes door.
Onderdelen voor reparatie zijn nog altijd schaars verkrijgbaar. Enkele autofabrieken (Volkswagen, Renault, General Motors, Citroën, Mercedes, DKW, Ford, Fiat) hebben opslagplaatsen in Belgrado of Ljubljana. Onderdelen kunnen dan telegrafisch worden besteld vanuit de garage waar men de auto in reparatie heeft gegeven. Zekerheid dat een bepaald onderdeel te krijgen is bestaat echter geenszins. In zulke gevallen is het voor houders van reiskredietbrieven altijd mogelijk een beroep te doen op de alarmdienst van de ANWB. De reiskredietbrieven vermelden dat dit telefonisch dient te geschieden; vanuit de meeste plaatsen in Joegoslavië is de telefoonverbinding met West-Europa echter slecht of onmogelijk. Nauwkeurige telegrafische opgave van het verlangde is daarom beter. Men houde er rekening mee, dat luchtpostpakketten of
| |
| |
-brieven die auto-onderdelen bevatten door de Joegoslavische douane kunnen worden belast met een bedrag tot vijfmaal de factuurprijs. De afzender dient daarom de aangegeven waarde zo laag mogelijk te stellen.
Deze onverhoopte complicaties kunnen echter worden voorkomen wanneer men de auto voor vertrek terdege laat nazien, waarbij ook en vooral veren en banden nauwkeurig bekeken dienen te worden. Binnenbandloze banden kunnen vooralsnog in Joegoslavië niet worden gerepareerd. Het meenemen van een extra reservewiel, of minstens van een passende losse binnenband, verdient daarom in zulke gevallen aanbeveling. Elk verstandig automobilist zal voorts enkele kleine onderdelen meenemen. Voorbeeld van een minimumreserve: 1 vlotternaald, 1 condensor, 1 bobine, 1 stel onderbrekerpunten, 1 V-snaar (drijfriem), een paar bougies en enkele lampen en zekeringen. Bij zeer vele benzinestations is verder nog steeds geen lucht voor de banden te krijgen en het is daarom praktisch om zelf een voetpomp (of een luchtslang die op de motor werkt) mee te nemen, alsmede een spanningsmeter. Ook een sleepkabel dient tot de uitrusting te behoren.
Bij grotere steden staan de adressen van garages aangegeven op reclameborden aan de toegangswegen. Het binnenlands autoverkeer in Joegoslavië is zeer toegenomen, en daarom wordt men aan de garages als vreemdeling doorgaans niet meer zo vlot geholpen als vroeger.
Bij het rijden door Joegoslavië is het beter om ook op de snelwegen de hoge snelheden waaraan velen in West-Europa gewend zijn geraakt, te vermijden. 100 km per uur moge als maximum gelden. Op vele punten worden de snelwegen gekruist door karrewegen en de boerenkarren brengen dan vuil en modder op de oversteekplaats, waardoor slipgevaar ontstaat. Men zij daarom ook voorzichtig bij rijden in het donker, ook omdat een verlichte fiets of boerenkar tot de uitzonderingen behoort. Verder dwaalt er 's nachts soms vee op de weg. Na zware regenbuien rollen er soms grote stenen van de hellingen omlaag. (Ook overdag dient men daarnaar goed uit te kijken.) Opge- | |
| |
broken weggedeelten zijn 's nachts doorgaans niet door lantaarns aangegeven.
Voor heel Joegoslavië geldt, dat men absoluut bij elke onoverzichtelijke bocht signaal dient te geven, vooral nu het vrachtautoverkeer zeer is toegenomen. Men rijde voorts door dorpen en steden rustig en langzaam. Het Joegoslavische publiek, zeer zeker op het land, is nog steeds niet ‘auto-minded’, en pas een tweede of derde signaal dringt tot het bewustzijn door. Mocht een aanrijding lichamelijk letsel ten gevolge hebben, dan trekt de politie doorgaans het paspoort van de schuldig geachte autobestuurder tot aan de berechting in, terwijl hem tot zolang een verblijfplaats wordt aangewezen. ‘Scheuren’ en fors rijden dient in Joegoslavië dus vermeden te worden.
Joegoslavië is trouwens een land, waar de toerist zijn ongeduld beter aan de grens kan achterlaten. Op steenslagwegen rekene men bijvoorbeeld op een gemiddelde snelheid van 25-35 km per uur. Met het oog op de zomerhitte dient de autokoeling dus goed te functioneren. Bij te snel rijden ontwikkelen opspattende stenen een grote kracht, zodat beschadiging van de blootliggende delen (schakeloverbrenging enz.) niet uitgesloten is.
Al deze waarschuwingen en wenken hebben geenszins de bedoeling om wie dan ook het autorijden door de uniek mooie Joegoslavische landschappen tegen te maken - integendeel. De schrijver, die Joegoslavië jarenlang per auto doorkruist heeft, deed daarbij echter allereerst de ervaring op dat haastige rij methoden in dit land niet deugen.
De uitgeversmaatschappij ‘Jugoslavia’ publiceert jaarlijks een kaart, waarop de toestand van het wegennet nauwkeurig is aangegeven. Op de rugkant zijn alle inlichtingen gedrukt die voor de automobilist van nut zijn (lijst van benzinepompen, dealers, kampeerterreinen enz.). Deze kaart is bij de buitenlandse Joegoslavische toeristenbureaus verkrijgbaar. Naast de Westeuropese uitgaven bestaat er ook een uitstekende Joegoslavische autogids voor het land (Duits, Frans, Engels). De Duitse titel luidt: Autoführer durch Jugoslawien.
| |
| |
| |
hotels en restaurants
Wie in het hoogseizoen in plaatsen wil verblijven - als bijvoorbeeld Opatija en Dubrovnik - waar de internationale toeristenwereld thans in sprinkhanenzwermen op neerdaalt, doet goed reeds maanden tevoren kamers te reserveren. Het tijdig reserveren is trouwens bijna overal langs de kust en ook op de meest bezochte eilanden absoluut nodig. De op goed geluk rondtrekkende toerist vindt vanaf de eerste week van juli (wanneer de Joegoslavische scholen vakantie krijgen) tot begin september bijna nergens kamers in hotels. In de motels is doorgaans wel plaats. In de meeste toeristenoorden verhuren de inwoners kamers. De reisbureaus, alsmede de speciale toeristenbureaus die thans in elke plaats van enige omvang gevestigd zijn, en doorgaans tot 's avonds 7 uur werken, verschaffen adressen. De Joegoslavische Toeristenvereniging geeft een hotelgids uit, die bij het Nationaal Joegoslavisch Verkeersbureau, Plaats 11a, Den Haag, aangevraagd kan worden. De Joegoslaven zelf houden van goed eten en toeristen zullen de ervaring opdoen, dat de opgediende porties niet alleen smakelijk zijn, maar ook overvloedig. In sommige goedkope hotels zijn de porties der pensiongasten echter, naar mijn bevinding, niet toereikend voor grote eters.
De verwende Westeuropese of Amerikaanse toerist moet in Joegoslavië van hotel- en restaurantpersoneel niet de onderdanige beleefdheid verwachten, die hij in andere landen als vanzelfsprekend is gaan beschouwen. De Joegoslavische hotelindustrie heeft in de oorlog erg geleden, er is nog altijd een tekort aan geschoold personeel, verder is Joegoslavië een socialistische staat en tenslotte is het maken van buigingen de volksaard vreemd. De Joegoslaaf is doorgaans vriendelijk, naar nimmer onderdanig.
Sinds 1955 zijn de fooien afgeschaft. In kleine café's en restaurants wordt gewoonlijk geen bediening in rekening gebracht; in grotere bedraagt deze gewoonlijk 10%. Het bedrag dat de kelner bij het afrekenen noemt, is altijd inclusief. Hotels brengen doorgaans 10% bediening in
| |
| |
rekening, sommige A-hotels echter 15% en soms zelfs 20%. Bij het opmaken van het reisbudget dient men er verder rekening mee te houden, dat er een verblijfstax in rekening wordt gebracht, variërend van 60 tot 200 dinar per dag per persoon. Overal waar druk vreemdelingenverkeer is, volgen de gemeenten de discutabele politiek, vrij hoge parkeergelden te heffen.
In Opatija en Dubrovnik bijvoorbeeld mag men zijn auto voor 100 dinar (twee kwartjes) parkeren - doorgaans in de gloeiende zon. Dat is altijd nog beter dan gratis in de regen.
| |
wenken voor kampeerders
De kampeerterreinen aan de kust en op de eilanden zijn (zo mogelijk) nog voller dan elders in Europa, waar zonnig water de vakantiegangers lokt. Daar er in het geaccidenteerde terrein weinig vlakke bodem is, vallen de terreinen doorgaans klein uit; het gebrek aan plaatsruimte vormt dan vooral een probleem voor de doortrekkers. Het is dus beter als doortrekker nooit te laat op een kampeerterrein aan te komen. De kampeergelden belopen van 50-200 dinar per dag per persoon; voor de auto wordt per dag hetzelfde gevraagd.
Wie ‘vrij’ kamperen wil, dient water mee te nemen. Aan de kust, waar elke vrije plek door ‘kempings’ ingenomen is, zijn de mogelijkheden tot vrij kamperen uiterst gering. Het vrij kamperen is officieel slechts toegestaan, wanneer tevoren toestemming gevraagd wordt aan het naaste gemeentehuis of politiebureau. Voor een enkele nacht is dit nauwelijks nodig.
De laag aarde boven de rotsgrond is bijna overal zeer dun. Korte tentpennen, eventueel zesduims spijkers voor kleine ringen, zijn daarom beter dan lange. Een hamer is doorgaans nuttig en dikwijls nodig. Met het oog op de zomer- | |
| |
hitte is voor een vast kamp een dubbeldakstent beter dan een enkeldaks, die echter voor doortrekkers voldoende lijkt, daar de regen zelden zwaar is. In het noordelijke kustgebied en op de noordelijk gelegen eilanden kan het echter, zoals aan de Italiaanse meren, fiks onweren, met doorgaans korte, doch soms zware regenval. Opmerking verdient, dat petroleum bij bijna alle bezinestations verkrijgbaar is, maar buta- en campinggas vooralsnog nergens.
Aan de westkust van Istrië (bij Ankaran, Savudrija, Umag, Poreč en Rovinj) zijn terreinen ingericht, waar men zowel in bungalows als in piepkleine houten huisjes en in vast opgezette tenten kan verblijven. Ook elders in Joegoslavië vindt men hier en daar zo'n ‘Fiksni-kamp’. Zij staan op de kaart van de uitgeversmij. Jugoslavija aangegeven. Omtrent Istrië verschaffen de plaatselijke toeristenbureaus inlichtingen.
|
|