merkwaardigste bouwsels van heel Joegoslavië: het eiland Svati Stefan, door een smalle dam verbonden met de kust. Hier bouwden in de boze Turkentijd rijke kustbewoners hun vluchthuizen om vrouwen, kinderen en kudden in veiligheid te brengen, wanneer er een overval dreigde. Enige jaren geleden werd het eilanddorp nog slechts bewoond door een paar dozijn oude vrouwen, met de nodige geiten en poesen. Thans is het hele eiland verbouwd tot een stadje van luxueuze hotelpaviljoens. Voor vereerders van het oude eiland om te huilen; maar de toeristen zullen juichen, want overal is ruimte te kort: in Miločer, in Petrovac, in Sutomore...
Sutomore heeft een oude kerk, met twee altaren: één voor katholieken, één voor orthodoxen. Is het deze paradijskust, die tot verdraagzaamheid dringt, of was het dooreenleven van vele rassen hier een dagelijkse les? Want weldra duikt, voor de eerste maal aan de Joegoslavische kust, de islam op: vanaf Bar verschijnen de Albanezen, die gelijk de meeste hunner landgenoten in het eigenlijke Albanië, nog steeds leven in het teken der Halve Maan.
Ook Bar vertoont een dubbel gezicht. Aan de kust wordt met beton en dynamiet gewerkt aan de nieuwe haven, die het eindpunt zal vormen van een gemoderniseerde autoweg vanuit de hoofdstad Belgrado. Oud-Bar, dat een uur gaans hogerop ligt, tegen de helling van het Rumijagebergte, heeft een ommuurd gedeelte, waarvan de ruïnes aandoen als het visioen van een surrealistisch schilder. Bijna duizend jaar oud is deze verwoeste stad. In het bewoonde deel ziet men reeds de witte en rode fez op de hoofden der mannen, terwijl de vrouwen de witte Albanese dracht ten toon spreiden, die de boventoon voert in het oriëntaalse Ulcinj met zijn witte moskeeën en Turkse huizen. De nieuwe hotels aan de haven zien uit op de brokkelende muren van Ulcinjs oude citadel. In dit oude Olcinium heersten achtereenvolgens Grieken en Illyriërs, Saracenen en Byzantijnen, Serviërs en Venetianen. In de zestiende eeuw werd Ulcinj een vlootsteunpunt van Uluch Ali, de bey van Algiers, en het bleef een berucht zeeroversnest tot