| |
| |
| |
Noord- en Midden-Dalmatië: paleizen uit twintig eeuwen
Zadar, Šibenik en Trogir
Vele toeristen geven de naam ‘Dalmatië’ aan het gehele Joegoslavische kustland. Het eigenlijke Dalmatië strekt zich echter uit van Zadar tot de fjord van Kotor. Gewoonlijk verdeelt men het in drie stukken. Noord-Dalmatië loopt tot kaap Ploče, waar de kust zich oostwaarts buigt, Midden-Dalmatië loopt tot de monding van de rivier de Neretva, en Zuid-Dalmatië tot de fjord van Kotor.
De Noorddalmatische kust tot kaap Ploče is, vanuit zee gezien, minder groots dan het Kroatische kustland; het naakte kustgebergte maakt hier plaats voor ronde, armoedig begroeide heuvels.
Op dit gedeelte ligt echter één stad, die een bezoek volop waard is: Zadar. Er komen trouwens steeds meer toeristen naarmate het herstel van de binnenstad vordert. Want Zadar was, met Belgrado, de stad die in de oorlog het zwaarst door luchtaanvallen werd getroffen. Verwoesting was in haar geschiedenis niets nieuws: Rome, Byzantium, Venetië en Hongarije hebben eeuwen lang om het bezit van Zadar gestreden. Als stichter van de stad geldt keizer Augustus, die de ‘vader van Jadera’ werd genoemd. Nimmer is de overwinning van het christendom op het Romeinse heidendom zo treffend uitgebeeld als in de vestingkerk van de H. Donatius (Svati Donat), waarvan de strenge muren in de negende eeuw werden opgetrokken op een fundament, dat grotendeels uit de gekantelde zuilen van een Juno-tempel bestaat. Een van de schoonste en merkwaardigste kunstschatten van Europa is het zilveren schrijn van de H. Simeon in de kerk van die naam
| |
| |
(Kroatisch: Svati Simun). De mummie van de heilige was door de strijders van Zadar uit Venetië ontvoerd, en werd te Zadar bijgezet in een grote zilveren kist, versierd met een twaalftal taferelen in haut-reliëf.
Een wandeling van twintig minuten, dwars door Zadar, is een kruistocht door twintig eeuwen. Want vlak naast de vestingkerk van Sint-Donat is een Romeins forum opgegraven, onder weggebombardeerde huizen vandaan. De kathedraal is een plechtig voorbeeld van Romaanse kunst; in de zeepoort zijn stukken van een oude Romeinse triomfboog verwerkt; de landpoort is pure renaissance. Langs de moderne gebouwen in het centrum klimt men omhoog naar de stadswallen, waar boeren uit de omgeving geduldig op kopers wachten naast bergen watermeloenen. Vanaf deze stadswallen gezien, is de grotendeels herstelde stad een symbool van de triomf der onverwoestbare menselijke levenskracht.
Een paar kilometer benoorden de stad ligt het badstrand. Het belendende hotel-restaurant heeft een modern ingericht kampeerterrein.
Er zijn kuststeden, die men vooral niet van de landzijde benaderen moet, maar vanaf het water. Zo'n stad is Šibenik. Bij een eerste wandeling krijgt men een ietwat rommelige en slordige indruk. Šibenik is een oorlogshaven en industriestad. Wie niet weet waar zij ligt moet zoeken om de beroemde kathedraal te vinden.
Šibenik ligt aan een binnenzee; de autoweg die van Zadar komt loopt dood aan de oever van deze zeearm, waarin de rivier de Krka uitstroomt. (De beroemde en bezienswaardige watervallen eindigen bij Skradin, 19 km per auto van Šibenik.) Om de overkant te bereiken moet de automobilist gebruik maken van pontveren, waar het bij de inscheping, in overeenstemming met het Joegoslavische temperament en gebrek aan organisatievermogen, bepaald niet zo rustig toegaat als ten onzent. Maar de vaart met dit veer is een belevenis. In een trotse driehoek, geel en rood, duikt de stad uit het water; het kasteel, dat de stadsheuvel bekroont, voltooit de indruk van bijna boerse kracht.
| |
| |
Aan het einde der stad ligt de kathedraal, waarvoor de bewoners van Šibenik meer dan een eeuw (1431-1536) krom hebben gelegen; en toen de drieschepige basilica met haar hoge koepel eindelijk voltooid was, bleef er geen dukaat meer over om de vier gotische nissen naast het hoofdportaal met beelden te vullen. Het eerder voltooide zijportaal is gelukkiger geweest. De tweede der drie architecten, die elkaar in de loop van een eeuw aflosten, versierde het met twee grijnzende stenen leeuwen, met een Adam en Eva, die naakt en verdwaald de wereld buiten het paradijs inkijken, en met een Petrus en Paulus, die door nissen worden beschut, hoewel zij niet, gelijk het eerste mensenpaar aan hun voeten, naakt in de winterregen hoeven te staan. Deze tweede architect was de man, die zichzelf Georgius Dalmaticus noemde, omdat hij uit Zadar geboortig was. Deze Juraj Dalmatinać bouwde in Venetiaans-gotische stijl. De derde architect, Niccolo de Florentijn, voltooide de kerk in Toscaanse renaissancestijl. Toch is er niets in het geheel, dat vloekt met de rest; en zo is deze kathedraal een treffend voorbeeld van Slavisch-Italiaanse samenwerking geworden. Deze kerk heeft echter iets, dat overal elders ontbreekt: de galerij van koppen, die Juraj Dalmatinać rondom de absis beeldhouwde. De gotische stijl heeft een lang miskende, sterk realistische zijde gehad, die in deze koppen volop tot uitdrukking komt. Er zijn betulbande Turken bij en edelen, ridders en boeren, met gezichten zoals men ze heden nog op de markt ziet, een nadenkende filosoof, een man die angstig schreeuwt, vrouwen die stil glimlachen. Men zou een hele geschiedenis van Dalmatië kunnen schrijven, met enkel deze koppen als illustratie. Zij bewijzen niet alleen de grootheid van meester Juraj, maar ook, dat hedendaagse Dalmatische beeldhouwers zoals Rosandić en Mestrović voortbouwden op een eeuwenoude traditie.
Europa telt een half dozijn sprookjessteden, die bijkans onbeschadigd zijn overgebleven uit een tijd, toen het leven schoon, rustig en geestelijk evenwichtig was - vanuit onze tijd gezien tenminste, want in de beslotenheid der stijlvolle
| |
| |
architectonische atmosfeer vergeten wij maar al te gaarne de pestilenties en oorlogen, de opstanden en terechtstellingen, die de bewoners dezer stadjes teisterden in dezelfde eeuwen, dat zij de bouwwerken optrokken die heden ons hart verheugen. Zulke sprookjessteden zijn Brugge in België, Delft in Nederland, Rothenburg in Duitsland, Siena en Verona in Italië en Trogir in Dalmatië. En van al deze is Trogir de stilste stad. Dat komt niet alleen omdat de stadspoorten te nauw zijn voor auto's, maar ook omdat Trogir op een eiland is gebouwd. Zodra men de poort aan de landzijde achter zich heeft, valt de stilte. Binnen een paar minuten staat men op een der mooiste pleinen van Europa. Men loopt rond en staart. Wat is het schoonste? De rijkbebloemde gotische triforiën van het Chippicopaleis? De stille eenvoud van het kerkje Sinte-Barbara uit de negende eeuw? Het gotisch-Romaanse raadhuis? De glanzende klokketoren? De open loggia met haar schandpaal, waarnaast de middeleeuwse rechters op marmer zetelden? De machtige Romaanse kathedraal met haar gotische toren? Misschien toch wel het domportaal, in 1240 gebeeldhouwd door meester Radovan. De Kroatische beeldhouwer schiep hier, in het hart van de oude Griekse kolonie Tragurion, een kunstwerk, dat waarschijnlijk het schoonste van heel Dalmatië is. Teer en toch machtig beeldde hij met zijn beitel en hamer de hele fantastische wereld der gotiek: Adam en Eva, op leeuwen staande, de geboorte van Christus, met de wijzen en de herders, colonnades, waarvan sommige een reeks allegorieën der maanden voorstellen en andere een prentenboek zijn van planten en dieren. Wat beduiden de acht geheimzinnige gestalten, die de colonnaden torsen, en die de ‘Saracenen’ worden genoemd? Verbeelden zij de mens, die het lot der wereld op zijn schouders draagt? Wij beseffen hun schoonheid, zonder die te kunnen duiden.
Het interieur der kathedraal is een les in stijlontwikkeling. Na de Romaanse preekstoel en de gotische koorbanken komt een renaissancekapel met apostelbeelden, in welker rijkgeplooide antieke gewaden men het naïeve middel- | |
| |
Zonsondergang over de Boka Kotorska, de subtropische fjord in het Montenegrijnse kustland
| |
| |
Aan de oevers van de blauwe Boka Kotorska bloeien de oleanders
| |
| |
Svati Stefan, eens een vlucht-eiland bij Turkse invallen, wordt nu verbouwd tot romantisch hotel-complex
| |
| |
Uitzicht op Šavnik. Het bergland van Hoog-Montenegro is groots, wild en dun bevolkt
| |
| |
eeuwse geloof ziet sterven. In Trogir kan men de middeleeuwen zien; maar wij, modernen, kunnen ze niet meer beleven.
Tegenover Trogir ligt het eiland Čiovo (waar ook het badstrand is), met de stad verbonden door een draaibrug. Ook aan deze kant is een stadspoort, en vlak daarnaast, tegen de stadsmuur geleund, staat een loggia, die vandaag als visafslag dient. Haar oorspronkelijke doel was om boeren en reizigers te beschutten tegen winterregen en wind, terwijl zij stonden te wachten tot de stadspoort openging...
| |
Split
Split - Solin - de vesting Klis - Sinj
Vanaf Trogir loopt een goede asfaltweg langs wijngaarden en cementfabrieken naar Dalmatië's grootste haven: Split (Spalato). Split is de levendigste stad van heel Joegoslavië. De winkels zijn er het best gesorteerd; de bediening gaat er sneller dan elders. De bewoners van Split zijn intelligent en beweeglijk. Dag en nacht schijnen zij zonder doel op straat te drentelen. Zij beminnen hun stad, getuige het schone lied, dat soms nog gezongen wordt in de kleine wijnlokalen:
Ča je pušta Londra kontra Splitu gradu?
Inderdaad; wat is het machtige Londen vergeleken bij Split? Ginds een grootse haven, somber omneveld; hier kleurige schepen in blauw water, klotsend tegen een kade, waarachter de muren omhoogrijzen van een paleis, dat eens het grootste Romeinse bouwwerk van de Balkan was, en waarin nu drieduizend burgers wonen. Keizer Diocletianus III, een Illyrisch soldaat, was geboren in Salonae, vlak bij Split. Twintig jaar lang probeerde hij vergeefs het christendom uit te roeien. Toen nam hij afscheid van de macht en liet nabij zijn geboorteplaats een groot paleis
| |
| |
bouwen, waar hij zijn levensavond wilde doorbrengen. Na tien jaar arbeid was het in het jaar 305 gereed. Om zijn stoffelijk overschot te herbergen had hij een mausoleum laten bouwen, met een peristyle, versierd met sfinxen, die eens Egyptische koningsgraven sierden, terwijl hij sommige der zuilen liet wegnemen uit Egyptische tempels. Hij zou er nimmer rusten, want toen hij in het achtste jaar van zijn rusttijd zelfmoord pleegde, werd zijn lijk in zee geworpen. En ironischerwijze is het lege mausoleum van de grote christenhater thans een katholieke kerk, die vele kunstschatten bevat: de marmeren Romaanse preekstoel, de Romaanse koorbanken, en vooral de gebeeldhouwde notehouten deuren, waarop Andreas Buvin in 1214 in 28 taferelen het leven en sterven van Christus uitbeeldde. De hoge Romaanse klokketoren is in de negentiende eeuw zo zorgvuldig gerestaureerd, dat hij er gloednieuw uitziet. Naar dit paleis, de burcht van een eenzame, vluchtten in het jaar 615 de Romeins-Illyrische bewoners van Salonae, die door de plunderende Avaren verdreven werden. Twee eeuwen later was het paleis de bijenkorf, die het vandaag nog is: een wirwar van nauwe stegen, in welker huizen de bouwvallen van de klassieke stad Salonae verwerkt zijn tot een romantisch en levendig geheel. Twee pleinen zijn als het ware de longen van dit duister labyrint: het Volksplein, met het stadhuis (Venetiaanse gotiek), en het kleine plein, waarop een geestig standbeeld staat van de vijftiende-eeuwse humanistische dichter Marko Marulić, gebeeldhouwd door de grote Dalmatiër Ivan Mestrović. Alle eeuwen door heeft Joegoslavië grote beeldhouwers voortgebracht. Ook vandaag zal de reiziger overal in het land getroffen worden door het technisch kunnen van de jongere generatie beeldhouwers, die wijd en zijd krachtige oorlogsmonumenten hebben opgericht. Maar wanneer men zien wil hoe Mestrović met hoofd en schouders boven hen uitsteekt, dan hoeft men slechts de
paleisburcht te verlaten door de Porta Aurea (Gouden Poort), en een blik te werpen op Mestrovićs meesterwerk: de geweldige gestalte van Grgur Ninski, bisschop Gregorius
| |
| |
van Nin, de grote voorvechter voor de Kroatische taal in de kerkelijke liturgie.
Split is voor de meeste toeristen enkel een doorgangsoord, ook misschien omdat de openbare badstranden niet vlak voor de deur van de hotels liggen. Toch is het de moeite waard om een paar dagen in deze vrolijke stad te blijven hangen. Wandel dan, zeer zeker indien het maanlicht is, de piramidevormige heuvel op, de Marjan, enkele kilometers ten westen van de stad (ook per auto te doen). Op weg daarheen kruist men een park, waarin het grote Mestrović-museum ligt. Bezoek ook de Romeinse en oudchristelijke opgravingen van Salonae, dat onder de naam Solin thans bijna met Split is saamgegroeid. En beschouw de musea niet alleen als toevlucht bij regen. Behalve een fraai volkskundig museum in het gotische stadhuis heeft Split een museum van oudheidkunde, een schilderijen-museum en een natuurwetenschappelijk museum met aquaria.
Voorbij Split liggen aan de kust een reeks badplaatsen, waarvan Makarska de grootste en levendigste is. Tussen Split en Makarska liggen het oude zeeroversnest Omiš, Brela en Baška Voda; voorbij Makarska nog Tučepi, met een groot hotel, en Podgora.
Vanuit Split klimt de spoorbaan steil omhoog, hier en daar tussen muren door, die als windbrekers dienen. Vóór deze gebouwd werden, had de winterse valwind uit de bergen namelijk de wagons verschillende keren uit de rails geworpen. Onder de pashoogte verheft zich de oude vesting Klis. Zij is op een rots gebouwd, die zo steil is, dat de middeleeuwse cellen in de gevangenis geen tralies voor de vensteropeningen hebben. Voorbij de pas dalen trein en autobus naar de vlakte van Sinj, welks bewoners in 1715 de Turken verpletterend sloegen. Ter herdenking van dit wapenfeit wordt elk jaar in de maand augustus een grote ringrijderij gehouden, ‘Sinjska Alka’ genaamd. Voor de oorlog viel dit feest op de 15de augustus, thans op een zaterdag of zondag in de eerste helft van augustus (‘Putnik’ in Split kan elk jaar de juiste datum aangeven).
| |
| |
De kostuums der ridders, die in volle galop hun lichte lans door de ring moeten jagen, zijn ontleend aan de achttiendeeeuwse cavalerie-uniformen der Dubbelmonarchie. De schildknapen zijn gekleed in de prachtige traditionele volksdracht, die heden helaas in onbruik is geraakt. Dit feest trekt duizenden toeschouwers uit Sinj en omgeving. Aan weerskanten van de beschaduwde allee, waar de ridders elk driemaal doorheen galopperen, worden elk jaar tribunes gebouwd, waarop men via ‘Putnik’ in Split plaats kan bespreken voor dit bezienswaardige ridderfeest.
| |
de Middendalmatische eilanden
Brač, Hvar en Korčula
Er is nog een folkloristisch feest, dat in het zomerseizoen valt: de ‘Morešska’ op het eiland Korčula. Tezamen met Hvar en Brač vormt het de door het klimaat gezegende groep der Middendalmatische eilanden. Van deze drie is Brač het minst bezocht, ook al heeft het een viertal badplaatsen met kleine, propere hotels. Dit komt misschien omdat Brač alleen te bereiken is, wanneer men overstapt in Split. Een kleine boot bereikt dan in ruim een uur het stille eiland, dat vooral aan zijn zuidkust, bij Bol, brede badstranden heeft. De zogenaamde ‘ijlboten’ van Split naar Dubrovnik varen Brač voorbij, maar doen zowel Hvar als Korčula aan.
Er is geen betoverender tocht dan dit traject door het rijk der duizend eilanden. Begeleid door krijsende witte meeuwen glijden de schepen als trotse witte zwanen door de dikwijls nauwe kanalen, tussen de indigo hemel en de blauwe zee, waarin de scheepsschroeven hun groenwit schuimspoor slaan. Ergens op een naakte rots staat een kleine witte kapel, roodgedakt, tussen cypressen die als brede speren naar de hemel wijzen. Wie heeft dit stukje
| |
| |
mensenwerk gebouwd en wanneer? Reeds is het opgeslokt door de trillende verte. Aan de voet der geweldige grauwe kustbergen, gebarsten en uitgebeten door eeuwen wind en water, ligt een klein wit gehucht tussen schaars groen. Welke mensen leven er, en hoe? Er is geen weg te zien, die erheen leidt. Hoe vluchten ze uit hun afgeslotenheid? Een blauwgeschilderde bark, enkel zichtbaar omdat ze een rossig Levantijns zeil draagt, geeft een antwoord, dat niet bevredigt. Maar reeds duikt in de verte een slanke toren op, wit tegen groen. Boven rossige daken uit beklimmen gekanteelde burchtmuren een vestingheuvel. Onder die heuvel ligt de stad Hvar, vanwege haar mild klimaat het Joegoslavische Madeira bijgenaamd. Voor de rede liggen de naakte Duivelseilanden (Pakleni). Maar op het eiland zelf groeien sinaasappel- en citroenbomen, palmen en agaven, cactussen, oleanders en granaatappels; bougainville en magnolia doorgeuren de zonnige lucht. Hvar is bij uitstek geschikt voor winterverblijf; het heeft de meeste wolkenloze dagen en zonne-uren van heel Joegoslavië.
Hvar is een verbastering van het Griekse Paros. Ruim drie eeuwen voor Christus stichtten Griekse zeevaarders uit die stad er een kolonie nabij de kustplaats, die vandaag nog de naam Starigrad draagt (Oude stad). De rijke stad Hvar zelf werd in 1571 geplunderd en verbrand door de beruchte Turkse zeerover Uluz Ali. Sommige edelen hadden geen geld om hun verwoeste paleizen te herstellen, en nog heden straalt dwars door lege gotische vensters op het Domplein de blauwe lucht.
Het is meestal vroeg in de middag wanneer de passagiersboot Korčula bereikt. Een kwartier na aankomst reeds blaast de scheepsfluit het afvaartsignaal, en in vijftien minuten kan men onmogelijk de oude stad bekijken, die zich verbergt achter stoere stadsmuren. Toen ik Korčula voor de eerste maal zag, haalde ik in een opwelling mijn koffer en schrijfmachine van boord en gaf ze aan de kruier van de gezamenlijke hotels. Want wie van Joegoslavië genieten wil, moet zich over weten te geven aan de charme van het onbekende. Ondanks zijn schijnbaar planmatige opbouw is ook
| |
| |
het nieuwe Joegoslavië heden trouwens eigenlijk één grote improvisatie. Welnu dan! Handel in de geest van het land en improviseer onverwachte varianten op uw reisplan. Op de eilanden kunt ge u dit trouwens veroorloven (behalve in de maand augustus), want als de hotels toevallig vol zijn, is er altijd wel een kamer te krijgen. En Korčula, het oude Korkyra der Grieken, is toch niet voor niets de geboorteplaats van de grote avonturier Marco Polo? Op een kroonlijst langs de rijk bewerkte gevel der dertiende-eeuwse kathedraal staan vreemde gebeeldhouwde beesten, waaronder men met enige moeite ook olifanten herkent. Wellicht herdenken zij Marco Polo's verblijf in het oosten. Toch is hij nooit op het eiland teruggekeerd, sinds hij als opvarende van de Venetiaanse vloot voor Korčula door de Genuezen gevangen werd genomen.
Want evenals alle andere eilanden was Korčula de eeuwen door veelomstreden bezit. Al deze strijd wordt gesymboliseerd in een dansfeest, dat eigenaardig genoeg niets met de geschiedenis van Korčula te maken heeft en, nog eigenaardiger, in ongeveer gelijke vorm op Corsica gevierd werd. Eeuwen geleden vochten de Turken en de Moorse zeerovers uit Barbarije (Noord-Afrika) om de heerschappij in het westelijk deel der Middellandse Zee. De kunstzinnige bewoners van Korčula stiliseerden deze botsingen tot een historisch ballet, waarvan de hoofdschotel een zwaarddans is tussen twee groepen strijders, in rood en zwart gekleed. Zij strijden om het bezit van een geketende en gesluierde Turkse schone. Deze dans, genaamd ‘Moreška’ (letterlijk: de Moorse) werd voor de oorlog opgevoerd op 29 juli, na een kerkelijke processie. Sommige boeken over Joegoslavië vermelden nog abusievelijk deze datum; want tegenwoordig heeft de Moreška plaats op 27 juli, de herdenkingsdag van de Kroatische opstand in de Tweede Wereldoorlog.
|
|