| |
| |
| |
[III]
DE SAN MARCO EN HET DOGENPALEIS HOREN BIJ elkaar, hoe vreemd dit ook schijnen moge. De San Marco was de eeuwen door de kapel van het paleis, en pas in 1809 werd de ‘Gouden Basiliek’ de kathedraal van Venetië. De kunstminnaar, die de grote kerken der westerse christenheid kent, doet wellicht het best de San Marco niet allereerst als een kerk te bezien, maar als een uiterst decoratieve afsluiting van de overigens strengklassicistische Piazza; voorts als het rijk versierde schrijn van de stadsheilige, en ten slotte als een demonstratie van macht. Door San Marco te eren in vele stijlen en alle kleuren van de regenboog eerde Venetië zichzelf en zijn wereldrijk. Pas vanaf de Torre dell'Orologio of de Campanile ontdekt men het Byzantijns geïnspireerde grondplan: een gelijkarmig Grieks kruis, bekroond door vijf koepels. Vanaf de Piazza gezien, spelen ze verstoppertje achter de gevel van het atrium, die overladen is met laat-gotische motieven. Deze gotische decoratie had de niet-geslaagde bedoeling een harmonie tot stand te brengen tussen de San Marco en het Dogenpaleis. Dit is meesterlijk gecomponeerd in een zonnige, blijde gotiek, welke de noorderling, die zijn inheemse gotiek vereenzelvigt met een plechtig adagio, als een opgewekt scherzo in de oren klinkt.
Ondanks alle pogingen vloeken kerk en paleis met elkaar, zoals de religie van de Serenissima ook steeds vloekte met een politiek die bijvoorbeeld uit de vrome aandrift tot de kruistochten enkel macht, geld en grondbezit sloeg, en die steeds gebaseerd bleef op de brute uitspraak: ‘Siamo Veneziani poi Christiani’ (Eerst zijn we Venetianen en dan pas christenen). Maar van binnen is de San Marco zeer veel rijker aan werkelijke kunst, vooral mozaïekkunst, dan het Dogenpaleis. De overdaad aan wand- en plafondschilderingen, die door beroemde schilders op bestelling vervaardigd zijn, en wellicht ook daardoor ontaarden in decoratie, maakt het paleisinterieur tot een enigszins beklemmend praalgraf der Venetiaanse macht.
Wonderlijk genoeg is de architecturale disharmonie van paleis en kerk volstrekt onbelangrijk, beschouwd in het gehele kader van Piazza en Piazzetta. De Piazza is en blijft de weidse en toch intieme feestzaal, waarin Venetië de wereld ontvangt. En de Piazzetta, met haar brede uitzicht op eilanden, wolken en water, is de volmaakte vestibule voor de stad, die een huwelijk sloot met de zee.
| |
| |
De triomf van de Venetiaanse architectuur is de oplossing van zware massa in lichte oppervlakte, met ritmische effecten van clair-obscur. Daardoor vormen Dogenpaleis, Campanile en ‘Libreria Vecchia’ (Oude Bibliotheek) een eenheid.
| |
[pagina 24-25]
[p. 24-25] | |
De Piazza di San Marco is een met marmer en trachiet geplaveide feestzaal. De arcaden en polyforiën van de Procuratie Vecchie (links) en de Procuratie Nuove (rechts) voeren de blik onweerstaanbaar naar de vierde wand van de zaal: de San Marco.
| |
| |
Tweemaal per dag, om negen en om twee uur, worden de duiven op stadskosten gevoerd. De Procuratie Vecchie (achtergrond) zijn in het begin van de zestiende eeuw in renaissancestijl herbouwd door de architecten Bergamasco, Bartolomeo Bon de jongere en Sansovino. Hier woonden oorspronkelijk de procuratoren, hoge staatsbeambten, die belast waren met de bouw en het beheer van de San Marco.
| |
| |
Venetië was het kind van Byzantium, en de grondvorm van de San Marco is Byzantijns. Latere generaties hebben de kerk onvermoeibaar overladen met nieuwe stijlelementen en steeds meer kleur. In geheel Europa was het alleen Venetië, de zeestaat die het Nabije Oosten beheerste, dat rondom het gebeente van zijn stadsheilige een dergelijk monument kon opbouwen - tegelijk een typisch Venetiaans kleurenfeest en een pronksymbool van rijkdom en macht.
| |
| |
In elke Byzantijnse kerk was het atrium (de voorhal) gereserveerd voor nieuwe bekeerlingen, die nog niet gedoopt waren. Zo ook in de San Marco, waar de dertiende-eeuwse mozaïeken in het atrium bestemd waren tot aanschouwelijk onderricht in het Oude Testament. De taferelen van dit booggewelf beelden de zondvloed uit en de terugkeer van Noachs ark op aarde.
| |
| |
Op het doopvont in het Baptisterium staat een beeld van Johannes de Doper (1575), uitgevoerd door Segala naar een ontwerp van de grote architect Sansovino, wiens grafsteen voor het altaar ligt. De iconen van Sint-George en Sint-Theodoor (links en rechts van het altaar) zijn Byzantijns. In deze kapel bevinden zich de graftomben van de dogen Giovanni Soranzo en Andrea Dandolo (veertiende eeuw).
| |
| |
Op de beroemde vier koperen paarden van de San Marco zijn nog sporen van het oorspronkelijke verguldsel te zien. Deze Griekse beeldhouwwerken uit de hellenistische periode werden door de Romeinen geroofd. Keizer Constantijn de Grote bracht ze van Rome naar Constantinopel, waar zij als versiering van het hippodroom op hun plaats waren. Na de plundering van het orthodoxe Constantinopel door de christelijke kruisvaarders (1204) behield Venetië ze als oorlogsbuit.
| |
| |
Dat de Piazza de mooiste salon van Europa is geworden, is te danken aan Napoleon. Op zijn bevel werd de kerk tegenover de San Marco in 1807 afgebroken en vervangen door de zogenaamde Ala Napoleonica, bekroond met beelden van Romeinse keizers. De beide verdiepingen zijn gebouwd in de stijl van de Procuratie Nuove (links), opgetrokken door de architecten Scamozzi (1584-1616) en Longhena (1640). De Procuratie Nuove zijn op hun beurt, wat stijl betreft, weer een voortzetting van Sansovino's Libreria Vecchia.
| |
| |
Na de stemmige Procuratie Vecchie kondigt de Torre dell'Orologio (Uurwerktoren) met zijn helle kleur en blinkend verguldsel als het ware de uitbundigheid van de San Marco aan. De klok wijst ook de zonnestand in de dierenriem aan, de maanfase en de datum. Op Hemelvaartsdag trekken de Drie Koningen, voorafgegaan door een engel met een bazuin, elk uur aan de Madonna voorbij. De Leeuw van San Marco kijkt toe en op het hoogste terras slaan de twee ‘Mori’ getrouw de uren.
| |
| |
De zeegevel van het Palazzo Ducale dateert deels uit het allereerste begin van de veertiende eeuw. In 1340 werd begonnen met de bouw van de Grote Raadzaal, waarvan twee boogvensters uitzagen op de Piazzetta. De kleine zaal daarnaast (eerste boogvenster van rechts op de foto) werd ook nog in de veertiende eeuw voltooid. Ruskin bewijst, dat het overige deel van de gevel aan de Piazzetta gebouwd werd in de vijftiende eeuw (1424-42). Het balkon en de gebeeldhouwde vensteromlijsting zijn ontworpen door Sansovino (1537).
| |
| |
De Scala dei Giganti (Reuzentrap) ontleent haar naam aan de reusachtige standbeelden van Mars en Neptunus, die de Venetiaanse macht te land en ter zee symboliseren. Deze beelden zijn het werk van Sansovino. Met de bouw van de trap zelf is begonnen door Antonio Rizzo (1485); zij is voltooid door Pietro Lombardo. Boven aan de trap had de investituur van de nieuwgekozen dogen plaats.
| |
| |
De Sala del Maggior Consiglio (Zaal van de Grote Raad) meet vijfentwintig bij vierenvijftig meter. De wetgevende vergadering bestond uit alle edelen boven de vijfenveertig jaar, die in het ‘Gouden Boek’ waren ingeschreven, en uit dertig jonge patriciërs. Rondom de muren loopt een fries met tweeënzeventig portretten van dogen, geschilderd door Tintoretto, die tevens de troonzijde versierde met het grootste schilderij van de wereld, Het paradijs (1587-90). Van de overige decorateurs dezer zaal zijn de bekendste Palma il Giovane, Veronese en Bassano.
| |
| |
De zeegevel van het Dogenpaleis is een voortreffelijk voorbeeld van de op kleur en ritme toegespitste Venetiaans-gotische architectuur. De zware zuilen van de portiek torsen een loggia, waarin de verticale motieven zich verfijnen en verdubbelen. De door licht omvloeide zuilen van de loggia eindigen in een speelse fries van vierbladige rozetten. Daarboven streeft de helle gevel ten hemel en het ritme der rozetten herhaalt zich in de ruitvormige versieringen van roze steen, die het witte marmer bijna gewichtloos doen schijnen.
| |
| |
Na de grote brand van 1574 werden bij de restauratie van het Dogenpaleis de gevangenissen verplaatst naar de overzijde van de Rio di Palazzo. Zij werden met het Dogenpaleis verbonden door een brug (in 1597 gebouwd door Antonio da Ponte), die in de volksmond weldra de Ponte dei Sospiri (Brug der Zuchten) werd genoemd. De strenge, maar mooie renaissancegevel van het paleis aan de rio is gebouwd na de grote brand van 1479.
| |
| |
Aan de Molo, tegenover de Piazzetta, worden gondels verhuurd, en hier is altijd wel een oude voormalige gondelier te vinden, die nu als ‘ganzer’ (afhouder) zijn karige loon verdient. De pikhaak, waarmee hij de gondels tegen de kademuur trekt, is het teken van zijn waardigheid.
| |
| |
De twee granieten kolommen, die de Piazzetta afsluiten, zijn oorlogsbuit uit Tyrus (1127). Zij torsen een Perzische leeuw en het standbeeld van de vroegere stadsheilige, Sint-Theodoor, die op een draak staat. Zij vormen de triomfantelijke finale van de architecturale symfonie van de zingende steen rondom Piazza en Piazzetta. Hier eindigt het kunstwerk Venetië; achter deze zuilen breken water en hemel wijd open.
|
|