[VI]
MIDDEN- EN NOORD-GRIEKENLAND BLIJVEN schaarser bereisd dan de rest van het land. Wanneer de doorsnee-toerist ‘Griekenland’ zegt, dan bedoelt hij ‘Hellas’, en dus komt hij zelden benoorden Delphi. Maar de Griek zelf ziet zijn antiek verleden achter een Byzantium, dat voor hem nog steeds levende historische werkelijkheid is. En juist het noordelijk deel van het land is rijk aan byzantijnse relieken.
De kusten worden geslotener en minder gastvrij. De rivierdalen kerven dieper en dragen ook in de zomer nog water. Het machtige Pindus-gebergte is over honderden kilometers een scheidsmuur, waar enkel bij Metsovon een enkele weg waaghalzig overheen klautert. De dalen van Thessalië zijn breed en vruchtbaar; kudden buffels, ossen en schapen trekken traag langs de waterlopen, en boven spiegelende moerassen wieken honderden ooievaars, die gaarne nestelen op kleine huizen, nimmer geschud door snelverkeer. De malaria is praktisch uitgeroeid, maar vooral Macedonië blijft arm. Na het Turkse wanbeheer kwamen de grote volksverhuizingen: honderdduizenden Bulgaren en Turken trokken weg, om plaats te maken voor evenzovele Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië. En nergens in het land woedde de burgeroorlog (1944-49) zo fel als hier.
Vele byzantijnse kerken en kloosters bleven gelukkig behouden. Arta telt vijf kerken, Saloniki drie kerken uit de vijfde en zesde eeuw en zes byzantijnse, Kastoria zelfs tweeënzeventig. Het oosters christendom is veel meer op het mystieke gericht dan het westerse, en het orthodoxe geloof is geheel doortrokken van een diepe symboliek. In de orthodoxe bouworde is het inwendige van de koepel, die de in kruisvorm gebouwde kerk bekroont, het symbool van het hemelgewelf. Vanuit deze koepel staart steeds de Christos Pantokrator (Christus de Albeheerser) op de gelovigen neer. Michelangelo waagde het (in de Sixtijnse kapel) God zelf te schilderen. Voor de orthodoxie was (en is) dit heiligschennis. God is enkel zichtbaar geworden in Christus. Daarom legt de orthodoxie in iconen, fresco's en mozaïeken de nadruk op Christus' goddelijke trekken, terwijl de westerse kerkelijke kunst juist de menselijke accentueert. Vandaar de grimmige rechterblik van de Christos Pantokrator in de kloosterkerk te Daphni bij Athene. Dit mozaïek is kenmerkend voor wat wij de byzantijnse kunst noemen. Zij was echter niet als kunst bedoeld, maar als zichtbare vorm van de cultus, als beeldgeworden liturgie.