| |
| |
| |
[II]
HET ANTIEKE ATHENE, DAT DE HEDENDAAGSE REIziger bezoekt, is voornamelijk gebouwd na de tweede Perzische oorlog, toen Attica, met Athene als hoofdstad, de machtigste en rijkste werd onder de Griekse staten. Attica exporteerde olijfolie en vazen; het ruilde zilver voor koren. Daardoor kon Athene een veel groter bevolking onderhouden dan wanneer Attica zijn eigen voedsel voort had moeten brengen. Tijdens de ‘Gouden Eeuw’ van Pericles (495-429 v.Chr.) woonden er omstreeks driehonderdduizend mensen.
In het paleis van Erechtheus, de mythische koning van Attica, op de Acropolis (rotsvesting), stond reeds een heiligdom gewijd aan de beschermgodin der stad, Athene. Later werden afzonderlijke tempels voor haar gebouwd. De laatste werd in 480 v.Chr., toen hij nog in aanbouw was, door de Perziërs verwoest. De staatsman Pericles (495-429 v.Chr.) en zijn vriend, de beeldhouwer Phidias, die als een soort minister van Schone Kunsten optrad, ontwierpen de nieuwe marmeren tempels, wier grootse ruïnes heden op en bij de Acropolis glanzen. Het Parthenon, de Propylaeën, het tempeltje van Athene Nike en het Theseion werden voltooid tussen 449 en 432 v.Chr. Het Erechtheion kon pas na Pericles' dood gebouwd worden. Het rijke beeldhouwwerk, ontworpen door Phidias, werd uitgevoerd door hemzelf, zijn leerlingen en concurrenten. De voornaamste architecten waren Ictinus en Mnesicles.
Niet alleen door de unieke ligging, maar ook door de bouw blijft het Parthenon voor velen de schoonste tempel der oudheid. De eeuwen hebben het heiligdom deerlijk geteisterd. De byzantijnse keizers maakten er een orthodoxe kerk van, de kruisvaarders een katholieke, en de Turken een moskee. In 1689, toen de Venetianen Athene aanvielen, borgen de Turken er hun buskruit, dat door een al te goed gerichte granaat in de lucht vloog. Het gevolg was onherstelbare schade. De Schotse Lord Elgin voltooide tijdens zijn gezantschap te Constantinopel de ontluistering. Onder het voorwendsel gipsafdrukken te laten maken liet hij het waardevolste beeldhouwwerk uitbeitelen. Tijdens de bevrijdingsoorlog belegerden de Turken een jaar lang (1826-'27) de Acropolis, die verdedigd werd door honderden Grieken en Franse vrijwilligers.
En toch blijft dit gehavend wonder van goudblond marmer het hoofddoel van elke pelgrimstocht naar het oude Hellas.
| |
| |
Panorama van Athene. Geheel links de Propylaeën en daaronder het Romeinse theater van Herodes Atticus. Op de Acropolis het zonbeschenen Parthenon en links daarvan het Erechtheion. Op de achtergrond (midden) de berg Lykabettos. Geheel rechts de zuilen van het Romeinse Olympieion.
| |
| |
Blik op het Parthenon, westelijk fronton en noordelijke colonnade. Links van het Parthenon liep de ‘Heilige Weg’, waarlangs de grote processies zich naar de achterkant begaven, waar oorspronkelijk de ingang was. Vanuit de Propylaeën was de blik op de tempel toen niet vrij, zoals nu. Het negen meter hoge bronzen beeld van Athene Promachos (de vooraan-strijdende), een schepping van Phidias, stond links op de voorgrond tegen een terrasmuur, en de Heilige Weg was omzoomd met votief beeldhouwwerk.
| |
| |
Een jaar na de voltooiing van het Parthenon (438 v.Chr.) begon de architect Mnesicles met de bouw van de monumentale ingang, de Propylaeën. Na vijf jaar onderbrak de oorlog tegen Sparta de laatste werkzaamheden. De bouw kostte twaalf miljoen goudfrank. In een der vleugels bevond zich een galerij met schilderingen, die helaas verloren zijn gegaan. Het dak werd in 1645 door blikseminslag verwoest en het vandalisme der Turken voltooide de schade.
| |
| |
De zuidoostelijke hoek van het Parthenon. De Dorische zuilen, die in het midden iets aanzwellen (de zogenaamde entasis), bestaan uit trommels, gehouwen uit Pentelisch marmer, gewonnen uit de groeven in de berg Pentelikon, ten noordoosten van de stad. Links de resten van de cella, het bouwsel waarin zich het standbeeld van Athene Parthenos (de maagd Athene) bevond. Dit twaalf meter hoge (verdwenen) beeld uit goud en ivoor werd in 438 v.Chr. door Phidias voltooid.
| |
| |
Door de noordelijke zuilenrij van het Parthenon heen heeft men een verrassend uitzicht op de zuidelijke portiek van het Erechtheion. Zes beelden van jonge meisjes (korai) dragen het dak met schijnbaar speels gemak. De drie linkse buigen het linkerbeen, de drie rechtse het rechterbeen. Dit wisselend ritme van rechte en soepele lijnen draagt niet alleen bij tot de élégance, maar ook tot de stabiele indruk, die het geheel maakt.
| |
| |
Het Erechtheion met zijn Ionische zuilen is een meesterlijke schepping van de architect Philocles, die het in 401 v.Chr. voltooide. Hij kreeg de ingewikkelde opgave de oudste heiligdommen van de Acropolis te ommuren: de bron van zeewater, die Poseidon door een stoot met zijn drietand uit de rots liet opwellen, en de olijfboom, welke Athene omhoog liet schieten. De legendarische koning Erechtheus was scheidsrechter bij deze wedstrijd. Samen met Athene en Poseidon werd hij in deze dubbele tempel vereerd.
| |
| |
Naast het mannelijk-strenge Parthenon werkt het Erechtheion bijna vrouwelijk, vooral in zijn details. Toch tonen de Korebeelden evenveel kracht als sierlijkheid. Zij dragen met gratie het bevallig geplooide Ionische gewaad. In de bloeitijd beeldde de Griekse kunst de vrouw nimmer naakt uit. Het eerste naakte beeld, de Aphrodite van Praxiteles, dateert van omstreeks 350 v.Chr.
| |
| |
Ook in zijn huidige ontluistering toont het Parthenon van de architect Ictinus nog steeds het raffinement van de Griekse bouwkunde. Op meesterlijke wijze zijn de doodsheid van de rechte lijn en de rechte hoek vermeden. De grondslag (het stylobaat) verloopt niet rechtlijnig maar licht convex; de draagbalk op de zuilen (architraaf) volgt deze welving. Alle zuilen hellen iets naar binnen. De hoekzuilen zijn iets zwaarder dan de overige. Al deze kleine afwijkingen resulteren in een levend rhythme.
| |
| |
‘Wij beminnen het schone met eenvoud.’ Deze beroemde woorden van Pericles, die de stoot gaf tot de bouw der Acropolistempels, gelden helaas niet meer voor onze tijd. Aan de voet van de Acropolis wordt de meest smakeloze kitsch verkocht ten gerieve van souvenir-jagers. Bovenaan in het midden het sierlijke Ionische tempeltje van Athene Nike (de godin der overwinning), omstreeks 421 v.Chr. voltooid.
| |
| |
Onder de zuidmuur van de Acropolis ligt het theater van Dionysus Eleutherios. De Dionysus-cultus werd in Athene ingevoerd in de zesde eeuw v.Chr., nadat het standbeeld van de god uit Eleutheres naar Athene was gebracht. Het huidige theater, voltooid omstreeks 330 v.Chr., is de verbouwing van een ouder theater, waar de stukken van Aeschylus, Sophocles, Euripides en Aristophanes in première gingen.
| |
| |
Ten tijde van keizer Nero, omstreeks 50 n.Chr., werd de rand van het proscenium, het voortoneel, versierd met beelden, die betrekking hadden op de mythe van Dionysus. Een der best bewaarde is het beeld van de oude sater Silenus, de opvoeder van Dionysus. Het antieke drama is waarschijnlijk ontstaan uit de dansen, de koorzang en de gespeelde dialogen, die elke lente bij de grote Dionysus-feesten werden opgevoerd.
| |
| |
Achter een marmeren sarcofaag van het z.g. Erotides-type uit de derde eeuw v.Chr. verheft zich het stoere Theseion, de best bewaarde van alle Griekse tempels (450-440 v.Chr.). Hij doet in zijn betrekkelijke gaafheid bijna onvermijdelijk denken aan de dorre imitaties in neo-Griekse stijl, waaraan negentiende-eeuwse architecten zich te buiten zijn gegaan (bij voorbeeld de Madeleine te Parijs). Misschien is de moderne mens zo rusteloos, dat hij de volmaakte rust van dit bouwwerk niet kan waarderen.
| |
| |
Het Theseion dankt zijn naam aan het (grotendeels verdwenen) beeldhouwwerk, dat de heldendaden van Theseus weergaf. Eigenlijk was deze tempel gewijd aan Hephaestus, de bescherm god der Atheense ambachtslieden, en aan Athene Hephaestia, godin der wapensmeden. Hun beelden stonden in de halfduistere cella, waarvan men hier één der muren ziet (rechts).
| |
| |
Het opvallendste monument uit de Romeinse tijd was de reusachtige tempel van de olympische Zeus, voltooid onder keizer Hadrianus (132 n.Chr.). Van de honderdvier Corinthische zuilen, elk meer dan zeventien meter hoog, staan er nog vijftien overeind. De Corinthische stijl is drukker en onrustiger dan de Dorische. Maar op het uitgestrekte terras, waarvan men een breed uitzicht geniet, werkt deze ruïne toch indrukwekkend, vooral wanneer de zonsondergang de zuilen doet opvlammen.
| |
| |
Als een homerische hymne boven een krantebericht, als een fuga van Bach boven een jazzmelodie, zo staan Acropolis en Parthenon boven de wereld van alledag. Het is de ontmoeting tussen schijn en wezen: de ruïne is niet boven, maar beneden.
| |
[pagina 24-25]
[p. 24-25] | |
Zo gaaf in hun rust zijn deze beelden, zo geladen en ontspannen tegelijk, zo aristocratisch in hun soberheid en zo natuurlijk van stilisering, dat wij, kinderen van een verscheurde en onrustige tijd, deze evenwichtige schoonheid tegenstribbelend waarderen, als wij haar niet banaal vinden - uit verzet, omdat de harmonie ons treft als een verwijt. (Bronzen beeld, de z.g. ‘ephebe van Antikythira’, vierde eeuw v.Chr., en Attisch bas-reliëf, 430 v.Chr., Athene, Nationaal Museum.)
|
|