Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Het gestorven Meisje Het was een koude, glinsterende nacht. Wolken en duisternis, sneeuw en sterren waren er, en wij hoorden verre klokken. Haar einde werd verwacht. Het venster was in den nacht een smal, veeg licht. Zij was kleiner geworden, lieflijker dan ooit, het blonde haar langs het voorhoofd geplooid, en een glimlach over haar wit gezicht. Zij was zoo ver van ons als sneeuw en sterren. Voorbij het smalle, verlichte raam staarden wij in het grondelooze verre. Hier was haar lichaam, klein en zonder naam. Vorige Volgende