Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Verzen uit Davos [pagina 52] [p. 52] De Zieke Niet ver van huis hoorde ik een smalle beek Diep in zichzelve zingen van een teeder En ver geluk, dat onbereikbaar leek. Ik luisterde en liep verlangend mede, En vroeg mij af, waarop dat lied geleek, Doch werd vermoeid en legde mij toen neder. Een stem ging ruischend door de snelle beek: ‘Gij ziet Uw vader noch Uw moeder weder’. En toen ik omzag, lag ver achter mij Het kleine huis, verloren en vergeten, En een gestalte riep en wenkte mij. Maar uit de blauwe golven van de Lethe Zong nu de dood zoo helder en nabij: ‘Gij zult van alle dingen niets meer weten’. Vorige Volgende