Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Bloemen in een ziekekamer Beloken bloemen aan gesneden stengel, te koop gehouden door een kinderhand, buiten. - En hier de doodsengel, de witte naad'ring van zijn hand. Het heldere roepen voorbij het raam is een koraal van jeugd. En dit ontsteld verlangend luisteren: de laatste vreugd? De rozen worden toegereikt, knoppen waarvan de gloed het donkerroode bloed gelijkt. Een snelle groet, weer blijf ik achter. De onweerhoud'bre tijd verstrijkt. Verder en zachter gaat het roepen voorbij. Allen, menschen en rozen en deze kleine koopman sterven wij. Vorige Volgende