Grenzen(1929)–N.A. Donkersloot– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Herinnering Ik zie haar schuwe oogen weer, Zoo teeder en ontdaan. Daar staat zij en zij smeekt mij weer: ‘Laat mij, laat me nu gaan’. Ik loop, is het dezelfde gracht? Een jaar is het geleden. Is zij het, die daar op mij wacht? Wordt liefde nooit verleden? Waarom ook nú dat grijze weer? En waarom onder 't gaan Die stem: ‘het is nog als weleer, Het wordt nooit ongedaan’? Vorige Volgende